Maandelijks archief: juni 2015

Uit je comfortzone? Hoezo?

Ineens sta ik met het boekje ‘Uit je comfortzone. In 10 eenvoudige stappen in mijn handen.

Huh? Daar hou ik toch helemaal niet van! Veel te populistisch. Alsof je alles kan oplossen door uit je comfortzone te gaan. Te pas en te onpas wordt het gebruikt.

‘Vind je netwerken spannend? Stap uit je comfortzone en doe het gewoon.’

‘Al een tijdje ontevreden over je werk? Waarom blijven hangen in iets dat je niet inspireert? Verlaat je comfortzone en zeg je baan op.’

Alsof uit je comfortzone stappen een bezweringsformule is, waardoor alles goed komt.

Terwijl ik denk: leg terug, blader ik er toch even door heen, en raak geboeid door wat ik zie. Voordat ik het weet heb ik het boekje afgerekend en loop ik de boekhandel uit.

Op de fiets naar huis denk ik aan een moment dat ik zelf uit mijn comfortzone werd geduwd: door het gespetter tijdens de zwemles.

Ik vond het spannend om in het water te liggen en te leren zwemmen. Ik vond het ook leuk, want straks kon ik echt zwemmen. Ik was wel de meest voorzichtige van alle kinderen. Zwemmen vond ik leuk, maar al dat gespetter niet.

Dat was duidelijk te zien. Dus mocht ik aan het einde van de les van de juf het bloemetje zijn dat water kreeg. De andere kinderen gaven mij water door flink met water te gooien en te spetteren. Waarbij de badjuf vrolijk riep: “Toe maar, het bloemetje heeft ontzettende dorst, geef het maar water.”

Ik stond met gebogen hoofd en beide handen stevig voor mijn ogen. En hoopte dat het snel voorbij zou zijn. Toen het gespetter maar niet ophield en ik het gevoel had dat ik verdronk, huilde ik. Uiteindelijk gilde ik zo hard, dat mijn moeder die in een andere ruimte zat, mij kon horen.

Toen ze naast het bad stond, hield het eindelijk op. Ik werd uit het water gehaald, waarbij de badjuf tegen mijn moeder zei: “Ik dacht dat ze het leuk vond.”

Volgens mij is er een groot verschil tussen uit je comfortzone moeten of het zelf willen.

Bij mijn zwemles werkte het niet, omdat ik iets moest doen waarbij een ander dacht dat het goed voor me was. Het was me niet gevraagd. Iets doen waar je zelf niet achter kan staan, gaat niet het juiste effect opleveren. Dat geeft juist stress.

Ik kreeg alleen maar meer tegenzin om te zwemmen. Terwijl het spelletje eigenlijk niets met leren zwemmen te maken had.

Toen ik later met mijn vader op zondagochtend mee mocht naar het vrij zwemmen, en ik op mijn eigen manier en eigen tempo mocht rondspartelen, leerde ik sneller dat ik niet bang hoefde te zijn in het water, dan bij de zwemles.

Als je vanuit jezelf (= intrinsiek) gemotiveerd bent om iets te doen, dan levert dit meer resultaat op dan dat je dit doet omdat een ander vindt dat je iets moet.

Met iets aan de slag gaan, omdat het je interesseert brengt je verder, omdat je dan zelf bepaalt hoe groot of hoe klein de stappen zijn die je wilt nemen. Je kan je eigen tempo kiezen. Omdat het je interesse heeft, houd je het ook langer vol om je doel te bereiken.

Het boekje ‘Uit je comfortzone’ van Jessica Hagy kan je daarbij inspireren. In het Engels heet het trouwens ‘How to be interesting’ Een titel die ik zelf beter vind passen.

Foto Uit je comfortzone

Het is geen zelfhulp-boekje waarbij je na het lezen van de 10 stappen precies weet hoe je het wilt aanpakken. Het kan je wel op ideeën brengen.

De kracht zit ‘m in de combinatie van eenvoudige tekeningetjes met korte teksten. De schrijfster weet hierdoor ook iets ingewikkelds om te zetten in iets verbluffend simpels.
Dit was ook de reden dat ik het kocht.

Jessica geeft geen echt nieuwe inzichten, de meeste dingen zal je zeker al weten. Maar door de manier van presenteren en haar humor blijft de inhoud in je hoofd hangen en zet ze je aan het denken.

Het is een boekje om regelmatig in te kijken, bijvoorbeeld op een moment dat je iets spannends gaat doen. Of dit nu binnen of buiten je comfortzone is.

Lol maken in het ondernemen: is daar een recept voor?

Roze ballon

‘Het leven is een feest, maar je moet wel zelf de slingers ophangen’

Deze quote stond vorig jaar op de uitnodiging voor mijn verjaardagsfeestje. Gewoon, omdat ik toen weer eens echt zin had in een feestje.

Er was geen speciale reden, alleen maar de behoefte om met iedereen bij te praten, het gezellig te hebben en de gasten te verwennen met lekkere taartjes, hapjes en drank.

Denkend over ondernemen en lol maken, komt deze quote meteen in mijn hoofd op. Of je nou onderneemt of werkt voor een baas: zelf zorg je voor de lol in je werk.

Die lol zal er vast voor iedereen anders uitzien. Voor mij zit het vooral in het plezier dat ik heb terwijl ik werk. In gesprekken met cliënten, het schrijven van een blog, of het uitdenken van een workshop.

Offline, maar zeker ook online.

Het coachen van mensen, vind ik het lolligste om te doen.

“O ja”, hoor ik je denken: “hoe zit dat dan? Jij voert toch gesprekken.”

Ik begrijp dat dit heel saai klinkt, maar tijdens deze gesprekken wordt er heel wat lol gemaakt. Ik kan je verzekeren dat menig persoon aan de andere kant van de tafel blij lacht als duidelijk is welke richting hij of zij op wil in het werk.

Om nog maar te zwijgen van degenen die breed lachend komen vertellen of mailen dat het gelukt is om de baan te krijgen die ze op het oog hadden.

Typerend vind ik de uitspraak van een cliënte vorige week: “En we hebben gelachen.” Terwijl haar situatie niet zo makkelijk is.

En nee, we lachen niet alleen bij goed nieuws. Ook als het lastig is, kunnen we ineens lol hebben met elkaar. Door te praten over je vragen kan je ineens zien hoe moeilijk je het jezelf kan maken. Daar samen om lachen helpt al om het minder zwaar te laten zijn.

Ook als we niet lachen, kan ik heel blij worden van mijn werk. Als er iets heel moois wordt gedeeld in een gesprek. Of ik zie aan de ogen van de ander dat mijn vragen hem aan het denken zetten. Bij het lezen van een enthousiaste mail, waarin een cliënte mij bedankt voor het inzicht dat zij opdeed bij mijn workshop. Waardoor zij over een paar weken op het vliegtuig stapt naar Curaçao om daar haar droom waar te gaan maken.

De lol zit voor mij in deze momenten van voldoening.

Alleen? Nee, echt niet!

Regelmatig zeggen mensen tegen me: “Dat ondernemen in je eentje lijkt me geen lol aan, want dan zou ik mijn collega’s missen.”

Als ik vertel dat ik ook collega’s heb, kijken ze verbaasd. Natuurlijk heb ik die collega’s niet de hele dag om me heen. De uitvoering van mijn werk doe ik helemaal zelf.

Eigenlijk niet anders dan toen ik nog voor de klas stond of de begeleiding deed van inburgeraars. Ook toen stonden mijn collega’s niet naast me in het lokaal of in de spreekkamer.

Ik heb collega’s die hetzelfde vak uitoefenen, maar ook collega-ondernemers die een ander vak hebben. Ik ontmoet deze mensen via netwerken en door lid te zijn van de beroepsvereniging van loopbaancoaches en van de ondernemersgroep hier in Utrecht Zuid. En kan ik kiezen.

Dat ik mijn collega’s zelf kan kiezen en met ze kan afspreken wanneer ik wil, vind ik juist een groot voordeel van het ondernemen. Dat vergroot mijn lol.

Op een warme dag in augustus in de tuin van mijn vormgeefster het ontwerp van de kerstkaarten bespreken is werk combineren met heel veel plezier, waarbij we veel lachen én een mooie kaart samenstellen.

Ook online heb ik collega’s. Bijvoorbeeld via Twitter. Het zijn mijn collega’s, omdat we tips uitwisselen, lachen en even bijkletsen. Gewoon via internet.

Een tweet ontvangen, waarin iemand vraagt hoe mijn dag was, zorgt voor extra kleur.

Bij een ‘live’ borrel in Utrecht voelde het kennismaken dan ook niet onbekend maar gewoon goed. We lachten en praatten: we hadden het leuk met elkaar. 

Juist al deze kleine momenten maken het ondernemen voor mij zo lollig!

Als er een recept zou bestaan, dan zouden dit voor mij de ingrediënten zijn.

En wat doe jij om lol te maken in je werk? Wat is jouw recept?
Ik ben heel benieuwd, dus leuk als je het hieronder laat weten.

Dit blog is gemaakt als antwoord op de vraag van ‘Kom maar op’.