Do it yourself

‘Heeft u deze gemaakt?’, vraag ik aan de vrouw met grijze krullen achter de houten tafel.

’Nee’, zegt ze. ‘Ik weet eigenlijk niet wie hem heeft gemaakt’. Ze kijkt me verontschuldigend aan.

’Weet jij wie de tas heeft gemaakt?’, vraagt ze aan de oudere dame met de blauwe bril naast zich. Ook zij weet het niet.

Ik koop de tas en steun daarmee het voortbestaan van de kerk, waarin de verkoop wordt gehouden.

Ik houd van met de hand gemaakte spullen.

Ze hebben iets dat ik mis in spullen die machinaal worden gemaakt.

Degene die het heeft gemaakt ‘zit’ voor mij ook in het product.

Misschien heb ik dit als kind meegekregen van ouders die veel zelf maakten.

Mijn vader was timmerman en ik weet van de vele klus-zaterdagen hoeveel tijd en energie het kost om dat bureautje voor je dochter te bedenken en te maken.

Iets zelf maken is niet altijd zo romantisch als het lijkt trouwens, want mijn vader uitte daarbij ook weleens een welgemeende krachtterm als het niet zo wilde vlotten.

Maar uiteindelijk heb je dan wel iets unieks. En dat geeft het product veel waarde.

Omdat ik de naam van de maker van mijn tas niet ken, heb ik die naam maar “zelf” bedacht: ‘Mary’.

Zo doe ik zelf ook aan ‘Do it yourself’.

O ja, en mocht je je afvragen of het grappige gezichtje ook bij de tas hoort, dat is niet zo. Het is een houten broche die ik later kocht. Met de hand gemaakt door Chiara Bianchi van Use and take care.

Deze foto op donderdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Thursday’,  een initiatief van Karin Ramaker.

Alles is mogelijk

Al kauwend op een Mentos,  vast de dropvariant want dat was mijn favoriet, kijk ik achterom.

Een lang lint van kinderen, met een enkele volwassene, zie ik langzaam achter me de brug over komen.

Om me heen wordt er gelachen en gepraat. Ik kauw en kijk.

Naar de schoenen van de kinderen die voor me lopen en naar hun ruggen.

Die bewegen ritmisch op de cadans van het lopen.

Ik ruik de geur van bloemen. Ze staan langs de kant van de weg, langs de sloot waar we langskomen. Ze wuiven in de wind.

Op mijn gympen in een lange broek (of was het toch een korte?), een T-shirt en om mijn middel een regenjas in een buideltje, want nu is het nog zonnig, maar je weet maar nooit, loop ik mee.

De Avondvierdaagse.

Aan de medailles die ik bewaar in het groene sigarendoosje met Ritmeester erop kan ik zien dat ik hem vier keer heb gelopen.

Ik was dus negen toen ik hem voor de eerste keer liep.

Wat raar eigenlijk dat ik nog precies voor me zie hoe ik daar liep, maar dat ik vergeten ben hoeveel keer ik meeliep.

Ik weet wel dat ik me vrij voelde. De zwoele wind vermengd met de geur van bloemen en water beloofde grote avonturen. Twijfel bestond niet. Alles  was mogelijk.

Iedere lente komt dat gevoel weer terug. Als het fluitenkruid bloeit en ik erlangs fiets of wandel, dan voel ik het weer.

Op naar grote avonturen. Alles is mogelijk.

Deze foto op donderdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Thursday’,  een initiatief van Karin Ramaker.

Hoe haal je jezelf uit een neerslachtige bui?

We hebben allemaal weleens een neerslachtige bui.

Maar toch hebben we het daar niet (vaak) over.

Ik ook niet.

Want stel je voor dat een ander het niet begrijpt, en je daardoor als een zeur of loser zou zien.

Daarom vind ik het zo verfrissend dat een bekende Amerikaanse blogger Jason Kottke, hij blogt al sinds 1998, hier wél over schrijft.

Wat ik helemaal interessant vind, is dat hij hier een vraag over stelde op Twitter. Hij wilde graag weten wat anderen doen om zichzelf uit een neerslachtige bui te halen.

Hij kreeg heel veel reacties. Deze reacties deelde hij later op zijn blog.

En daar denk ik nu aan als ik me down voel.

Niet dat ik de hele lijst uit mijn hoofd heb geleerd. Nee, ik denk aan het feit dat hij zoveel reacties heeft gekregen, en er dus heel veel mensen weleens minder goed in hun vel zitten.

Die gedachte alleen al troost mij: we zijn allemaal weleens neerslachtig. Ik ben niet alleen.

Daaraan denken helpt mij weer vooruit.

Bij het lezen van zijn overzicht, realiseerde ik me dat ik dat er drie andere dingen zijn die mij ook uit een dip kunnen helpen.

Lief zijn voor mezelf

Mezelf toestaan om eerder mijn eerste koffie te nemen dan dat ik normaal doe bijvoorbeeld. Op dagen dat ik thuis werk drink ik rond 10.00 uur mijn eerste koffie van de dag. Daar kijk ik altijd naar uit, want de eerste koffie is het lekkerst. Gewoonlijk is 10.00 uur een prima tijd, omdat ik daar dan naartoe kan werken. Maar het doorbreken van die vaste regel geeft me juist dan een prettig gevoel.

Een langere pauze nemen dan op andere dagen, of juist eerder stoppen met werk, zodat ik een uurtje mag doen waar ik zin in heb (even naar de bieb), is ook heel fijn. Een vervelend klusje naar de volgende dag verschuiven, helpt ook. Eigenlijk alles waardoor er weer ruimte in mijn hoofd ontstaat om een beetje tevreden te zijn.

Praten met mijn partner of familie en vrienden

Even vertellen aan iemand die me goed kent over hoe ik me voel, zorgt voor een opgelucht gevoel. Vaak vertelt de ander dan ook hoe het gaat en door me daarop te focussen, vergeet ik mijn eigen gevoel. Via de telefoon of bij een kopje thee, dat maakt niet uit.

Lezen of naar een film kijken

Gewoon lezen waar ik zin in heb, een boek of tijdschrift, zorgt dat ik even niet meer denk aan mijn eigen gevoel en daardoor doorbreek ik de vicieuze cirkel van gedachten waar ik in zit. Ook het kijken van een leuke film of juist een spannende politieserie leiden mijn gedachten af en daarmee doorbreek ik het gevoel waarin ik anders zou blijven hangen.

Natuurlijk kan dit niet altijd tijdens een werkdag, maar dan zorg ik ervoor dat ik ’s avonds tijd heb om dit te doen. Dan heb ik gedurende dag al iets om me op te verheugen.

Het hoeft voor mij niet iets heel groots te zijn om me in beweging te krijgen.

Het overzicht dat Jason geeft bestaat uit alle reacties die hij heeft gekregen, hierdoor weet je dat ze werken. Wie weet inspireert het jou ook als je last hebt van een neerslachtige bui.

Nog geen maand later las ik trouwens een hele mooie aanvulling op dit onderwerp op de site van Gwenda Schlundt Bodien. Zij schrijft dat je down voelen ook kan komen, omdat je lichaam behoefte heeft aan eten of drinken. Zo simpel kan het dus ook zijn.
Hier lees je haar uitleg.

Een prullenbak met een verhaal

Het is niet mijn beste foto. Ik maakte hem in het voorbij lopen.

Ik stond even stil om dat te doen.

Mooi, vind ik ‘m, deze quote.

Zo komt vrede binnen handbereik.

We hoeven niet te wachten op machtige presidenten in verre landen.

We kunnen ‘m zelf ook uitdelen.

Hier en nu aan degenen met wie we zijn.

Deze foto op donderdag (eh, vrijdag) blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Thursday’,  een initiatief van Karin Ramaker.

Hartjes

Met rode wangen van het fietsen zet ik mijn ov-fiets in het rek.

Door de ruit van het gebouw zie ik een schoonmaakster in slowmotion haar stofzuiger bewegen. Ergens achter mij hoor ik een merel fluiten. Verder is er niemand. Het is nog vroeg.

Met mijn tas in mijn hand loop ik naar de ingang van het gebouw. En dan zie ik het.

Er ligt een hartje op straat.

Een papieren hartje. Linksboven is het een beetje vochtig geworden, maar verder is het nog helemaal intact.

Terwijl ik verder loop bedenk ik me dat er eigenlijk best veel hartjes op ‘straat’ te vinden zijn, als je maar kijkt.

Zoals het meisje dat naast mij in de coupé gaat zitten en vrolijk ‘Hoi!’ zegt.

De mevrouw van de fietsenstalling, die me inmiddels herkent, en ‘fijne dag weer’, zegt.

Een ochtendgroet van een meneer die zijn hondje uitlaat, terwijl ik voorbij fiets.

Als ik het gebouw binnenstap glimlach ik.

Het wordt mooi vandaag.

Bij het zien van een ‘Hart op straat‘ denk ik trouwens altijd aan Karin Ramaker. Zij heeft een fotoproject met deze naam.

Deze foto op donderdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Thursday’, ook een initiatief van Karin Ramaker.

Grijs

Een gerimpelde hand

Twee blauwe ogen

staren

Laag vliegen ze

Voorbij

de ganzen

De lucht

stil en grauw

Een jonge stem

herhaalt

‘Kijk, een tulp!’

Deze foto op donderdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Thursday’, een initiatief van Karin Ramaker.

De schilder stopte met schilderen

‘Die man ligt op de grond. Waarom, mam? Waarom?!’
Een jongetje van een jaar of drie, schat ik, staat wat bedremmeld voor het grote schilderij. Zijn vingertje wijst naar de man die inderdaad languit voorover ligt.

Zijn moeder antwoord zachtjes, maar toch verstaanbaar: ‘Dat weet ik ook niet precies. Zullen we eens kijken wat er op de andere schilderijen staat?’ Langzaam lopen ze hand in hand naar een andere zaal.

Ik grinnik een beetje in mezelf als ik even later vanuit de verte weer zijn stemmetje hoor: ‘Waarom dan?’

De grote en soms overweldigende schilderijen roepen ook wel wat vragen op, bedenk ik me.

Niet veel later ben ik hem vergeten en sta ik vol aandacht te kijken naar een relatief klein schilderij. Op dit schilderij geen groots landschap van bergen of een schuimende zee in het maanlicht. Alleen een houten bruggetje met groen gras er rondom heen. Als kijker kan je er zo overheen lopen naar de overkant.

Het trekt me aan. Waarom vind ik moeilijk uit te leggen. Het is een rustig beeld, liefelijk, maar ook heel echt. Langzaam laat ik mijn ogen glijden naar de tekst die ernaast hangt. Ik lees dat het schilderij door de tijdgenoten van de schilder niet werd gewaardeerd, omdat het niet dramatisch genoeg was. De schilder stopte met schilderen.

‘De schilder stopte met schilderen.’

Het is dus van alle tijden, schiet het door me heen. Stoppen met wat je doet, als anderen het niet waarderen.

Ik doe dat zelf ook. Afgelopen jaar nog: ik had een leuk idee voor iets op mijn nieuwe site. Iets anders dan anders. Iets ook dat je niet ziet bij anderen. Ik was blij toen ik hoorde dat het ook gemaakt zou kunnen worden. Ik verheugde me er al op. Totdat iemand zei: ‘Maar dat past toch helemaal niet bij een loopbaancoach?’

Toen was het gezaaid: mijn twijfel. Misschien was het toch maar beter om het niet te doen. Iets anders zou toch ook prima kunnen? Iets wat beter bij mij als loopbaancoach zou passen.

Terwijl ik daar voor het schilderij sta, dringt het tot me door: ik ga het toch doen.

Als deze schilder (waar ik helaas de naam niet van heb onthouden)* dit schilderij niet had gemaakt, zou ik er, meer dan 150 jaar later, niet van genieten. Hij kreeg dan wel niet de waardering in zijn tijd, maar nu hangt zijn schilderij hier toch maar mooi aan de wand.

Jammer toch, dat hij niet meer schilderijen heeft gemaakt.

Ik doe niet aan goede voornemens, maar dit neem ik mee naar het nieuwe jaar: twijfelen is prima, maar blijf je eigen ideeën ook uitvoeren. Al was het alleen maar, omdat je er zelf zo van geniet.

Wil je dat bruggetje eens van dichtbij bekijken? Dat kan: nog t/m 6 mei 2018 is de tentoonstelling De Romantiek in het Noorden te bekijken in het Groninger museum.

Mocht er iemand zijn die de naam van de schilder wel kan noemen, laat het me weten, dan zet ik zijn naam in de tekst.

*En wat bijzonder dat iemand dan de moeite neemt om te laten weten wat de naam van de schilder is. Hij heet: Dankvart Dreyer. De titel van het schilderij is Brug over een beek in Assens, Funen, 1842.
Bedankt Jacqueline Fackeldey!

Een kwartiertje van je tijd

Vandaag werkte ik in Zwolle.

Tussen de gesprekken door vind ik het fijn om even mijn hoofd te resetten.

Een wandeling helpt dan altijd goed. Maar het regende, dus een tijdje door de regen sjouwen trok me niet zo aan.

Daarom ging ik, na een tip, even naar de bibliotheek.

De bibliotheek in Zwolle heet geen bibliotheek maar Stadkamer.

Een mooie naam, vind ik.

Als je er binnen bent, voelt het ook als een kamer.

Een kamer vol boeken en tijdschriften, lekker licht, met lange tafels en mooie stoelen.

In het kwartiertje dat ik er rondliep, ontdekte ik dat het uitzicht uit de kamer ook prachtig is.

De verbinding met buiten geeft je binnen een gevoel van ruimte.

Al kijkend naar de boeken deed ik ook nog inspiratie op.

Zielsveel‘ Een mooi woord.

Zo’n titel maakt me direct nieuwsgierig.

Verder lopend lees ik ineens een tip. Het is niet nieuw, maar toch blijf ik het lastig vinden.

Toch wel leerzaam zo’n rondje door de bieb, denk ik op weg naar de uitgang.

Buiten wacht me een verrassing.

Een blauwe fiets met bloemen. Hoe romantisch.

‘De Zeven Alleetjes’. Ik zeg het even hardop. Dat klinkt goed. In zo’n straat zou ik wel willen wonen, mijmer ik.

Met een opgefrist hoofd loop ik door de regen terug. Ik ben klaar voor het volgende gesprek.

Deze foto op dinsdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

En heeft u er iets bij?

Niet eerder zag ik haar met een jas. Toch herken ik haar meteen. Haar hoofd gebogen over iets in haar hand. Haar telefoon?

Ineens kijkt ze op. Haar blik gaat zoekend rond. Dan kruisen onze blikken elkaar. Ze lacht. Ik zwaai.

Niet veel later vraagt een serveerster wat we willen drinken. We nemen allebei koffie. ‘En heeft u er iets bij?’, vraagt ze. ‘Appeltaart en…’  We nemen allebei appeltaart.

De serveerster legt uit dat de appeltaart nogal groot is. ‘Dan kunnen we wel delen’, zegt ze.

Niet veel later eten we eensgezind uit hetzelfde schaaltje van de warme appel-crumble.

We praten. Over het leven. Over het ondernemen. Over twijfels. Over leuke momenten. Over wat lastig is. Over wat we nog willen. We lachen veel. Soms zijn we stil, en luisteren we.

Ondertussen smullen we van de warme appelstukjes.

Later in de trein glimlach ik als ik me bedenk: dat was fijn taart eten met Karin Winters!

PS Eén keer eerder hebben we elkaar in het ‘echt’ gesproken. Dat was op twee dagen na, precies één jaar en twee maanden terug. Toen was het hartje zomer en ontmoetten we elkaar bij de #kommaaroplive. Toch voelde het vandaag alsof ik Karin gisteren nog sprak. Sommige mensen sluit je in je hart en ze gaan er niet meer uit.

Deze foto op dinsdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

Een herfst-lijstje met boeken die je verder helpen

De blaadjes vallen van de bomen, én waar blijven de lijstjes, vraag ik me af.

Het fijne aan de zomer vind ik, buiten het feit dat het dan (vaak) mooi weer is en je vakantie hebt, dat er zoveel lijstjes te vinden zijn over welke boeken je kan lezen.

In de herfst zijn die lijstjes er veel minder. Of let ik niet goed op?
Terwijl het juist in deze tijd zo fijn is om met een dekentje op de bank, een beker thee in je hand en de regen tegen de ramen een interessant boek te lezen.

Daarom lijkt het mij een goed moment om mijn herfst-lijstje met je te delen.
Een lijstje met boeken die je misschien een stapje verder kunnen helpen of je aan het denken zetten. Een lijstje met van alles wat eigenlijk.

Loswerken. Jan Wolter Bijleveld & Ingeborg Deana  ♥♥♥♥♡

Het fijne aan dit boek vind ik dat het je niet in zes stappen wil veranderen. Het boek wil je wel aanmoedigen en aan het denken zetten. Waardoor je uiteindelijk misschien toch iets wil veranderen, maar dat is aan jou. En dat maakt het tot prettig leesvoer.

Het is opgebouwd uit korte hoofdstukken, waarin iedere keer een vraag wordt gesteld, en telkens begint de vraag met ‘Moet ik…?’ Er worden wel veertig vragen gesteld, dus er is vast wel een onderwerp bij waar jij iets over wil weten. Bijvoorbeeld over je volle agenda, hoe je beter om kunt gaan met je mail, maar ook grotere vragen zoals moet je doen zoals iedereen doet, moet je direct naar de top of vind je het belangrijker om gewaardeerd te worden?

Het leukste vind ik dat de onderwerpen in een breder perspectief worden gezet en dat je op die manier ook meer te weten komt over het onderwerp dan je dacht. Over ‘druk zijn’ bijvoorbeeld. Ik wist niet dat Goethe hierover al in 1825 heeft geschreven. Het blijkt dus een vraagstuk van alle tijden te zijn.

Ik las dit boek via de bieb. Inmiddels is het boek herzien en heet het Losser werken.

Waar heb ik nou eigenlijk voor gestudeerd? Nina Janssens ♥♥♥♥♥

De titel van dit boek viel me direct op toen ik er in 2015 via Twitter iets over las.
Omdat het me aanspreekt dat een starter op de arbeidsmarkt zelf op zoek gaat naar de verhalen van andere starters, heb ik het boek meteen besteld bij de schrijfster, Nina.

Ik heb het toen ook direct gelezen en mocht er Nina zelfs een aantal vragen over stellen. Door persoonlijke omstandigheden is het er niet van gekomen om dit verder uit te werken in een blogpost, maar het is een inspirerend boek, dus nu breng ik het graag onder je aandacht.

In het boek komen 28 starters aan het woord. In leeftijd variëren ze van 23 t/m 33 jaar. Iedereen deelt zijn of haar verhaal in drie pagina’s en geeft aan het einde tips. Het zijn niet alleen maar ‘groot succes’ verhalen, wel delen de geïnterviewden wat ze hebben gedaan, waar ze nu staan en wat ze ervan hebben geleerd. Gewoon zoals het in ieders leven gaat.

En dat vind ik ook zo prettig aan dit boek: het is een realistische weergave van hoe je het zoeken naar werk kan aanpakken. Het klinkt toch anders als iemand van je eigen leeftijd die ook heeft geploeterd tegen je zegt: ‘Geef niet te snel op’, dan dat je vader dat zegt. Het staat boordevol goede tips en actieplannen voor als je zelf ook op zoek bent naar werk of een andere baan.

Wie weet kan ik er jou ook mee inspireren! Stuur me een berichtje dan verloot ik het boek onder degenen die reageren. Je mag een reactie sturen t/m vrijdag 27 oktober 2017.
Op zaterdag 28 oktober heeft de winnaar bericht ontvangen.

Dankboek. Ernst-Jan Pfauth ♥♥♥♥♡

Het Dankboek is een boek om zelf in te schrijven. Het heeft een prachtige donkergroene stoffen buitenkant en een rood-oranje lint.

Zoals Ernst-Jan, schrijver en mede-oprichter van De Correspondent, zelf zegt: ‘Het is een dagboek voor een tevredener leven.’ Op de eerste vijftig pagina’s legt hij uit waarom hij het boek maakte. Hij wilde zichzelf graag verder ontwikkelen in zijn werk. Zo leerde hij om steeds efficiënter en beter te werken, maar uiteindelijk leek dit een doel op zich en werd hij er heel moe van.

Hij realiseerde zich dat als we met z’n allen zo blijven doorrennen in onze prestatiemaatschappij, dat we er niet ‘beter’ van worden, maar wel uitgeput van raken. Het streven naar beloningen als succes en rijkdom maakt op de lange duur niet gelukkig. Het streven naar ‘dagelijkse voldoening’ wel.

Door op te schrijven waar je iedere dag dankbaar voor bent, en dus vaker te denken aan  wat er al is, voel je je tevredener. Ik vind het verhelderend zoals hij dit heeft opgeschreven. Op zich is het niet nieuw wat hij beschrijft, maar het blijft wel nodig om ons dit te realiseren. Zijn duidelijke tips geven het boek meerwaarde.

Ik vind het prettig dat hij eerlijk is: dat het geen trucje is dat je iedere dag even doet. Soms val je terug in oude gewoontes en ren je weer net zo hard mee als iedereen. Maar door het op te schrijven, sta je even stil en kom je bij datgene wat je écht belangrijk vindt. En dat is winst.

Heb jij onlangs een boek gelezen dat je verder helpt? Laat het me weten, ik hoor ook graag jouw tips.