Een doodnormale vraag, met een eenvoudig antwoord: ja of nee.
Een vraag die we allemaal weleens stellen of die ons wordt gevraagd.
Ook ik krijg deze vraag weleens.
Het leukst vond ik de manier waarop mijn oppaskind Paul, toen drie, het vroeg. Met zijn hoofd een beetje schuin en met stralend blauwe ogen zei hij: ‘Heb je thuis ook kindjes?’
Begin twintig was ik. Ik studeerde en had als bijbaan ‘oppassen’. Voor mij een logisch vervolg van mijn jaar als au pair.
Zowel ’s avonds (handig, met mijn studie) als overdag. Vele, vele uren bracht ik op die manier door in andermans huis en met andermans kinderen.
Kinderen in alle leeftijden: van baby tot puber.
Zelf had ik ze niet. Dus mijn antwoord was ‘nee’. Als driejarige geloofde hij dit natuurlijk niet meteen. Eerst zien. Toen hij bij mijn ouders thuis, waar ik toen nog woonde, zag dat er geen kinderen waren, was het waar.
Later toen ik als docente Nederlandse les aan anderstaligen gaf, werd die vraag me heel vaak gesteld. Bij iedere nieuwe kennismaking met een groep cursisten, was er wel iemand die deze vraag stelde. Ik vond dat ook heel normaal. Niet in alle culturen wordt het als gewoon beschouwd dat je als eind twintiger, op jezelf woont en nog geen kinderen hebt. Hoe vaak ik toen niet hoorde: ‘Dat komt vast snel’.
Maar de jaren gingen voorbij en het kwam niet snel.
Dat kwam ook, omdat de beroemde prins op het witte paard mijn pad niet snel kruiste.
Van één ding was ik zeker: ik wilde die kinderen alleen als ik die prins had gevonden. Niet als ik in mijn eentje was.
Toen ik die prins vond, was ik 36. Zevenendertig toen we gingen samenwonen en 39 toen we trouwden.
De kinderen kwamen niet.
Het stellen van de vraag ging door. Logisch, als je iemand leert kennen wil je dit natuurlijk ook duidelijk hebben.
Soms op een verrassende manier. Een collega vroeg eens: ‘Hoe is het met je kinderen?’
‘Huh?!’
Ik keek haar verbaasd aan. Had ik iets gemist? Maar mijn antwoord was simpel: ‘Ik heb geen kinderen.’
Haar reactie verraste me. Ontzet sloeg ze haar hand voor haar mond: ‘O, wat erg!’
Dat voelde raar. Was het erg dat ik geen kinderen had, of bedoelde ze iets anders?
Ze bedoelde het anders. Ze vond het erg dat ze het zo had gevraagd. We hadden er nooit over gesproken, maar ze had het gewoon aangenomen. ‘Jij bent echt zo iemand met kinderen.’
Ik vatte het maar op als een compliment.
Dan zijn er nog de momenten na het stellen van de vraag. Of beter gezegd, nadat ik de vraag heb beantwoord. Ik weet inmiddels dat er dan verschillende scenario’s zijn. Iemand zegt: ‘O.’ En vervolgens blijft het even stil. Of kijkt je aan, en begint dan snel over iets anders of er komt een vervolgvraag: ‘Waarom niet?’
Natuurlijk weet ik dat het onzin is, maar toch heb ik dan altijd even het gevoel dat ik het verkeerde antwoord heb gegeven of mezelf moet verdedigen.
Vorige week werd de vraag me weer gesteld. Deze keer maakte de reactie op mijn ‘nee’ me stil.
‘O, daarom is mijn hoofd zo vol, en het jouwe niet.’
Het spookte de afgelopen dagen door mijn hoofd. Een goed antwoord op deze reactie heb ik niet. Wat ik wel weet, is dat het pijn deed. Omdat er een oordeel in zit. Het ons in een wedstrijd plaatst.
Maar wel of geen kinderen hebben is geen wedstrijd. Het is zo.
Waarom wil iemand dit duidelijk hebben? Wat zit daar achter. Dat vraag ik me dan weer af….
Ja, dat is een goede vraag.
Denk dat het typisch zo’n standaard vraag is. Net als wat voor werk doe je? Vervolgens kun je in het voor de vrager bijpassende hokje weggezet worden.
Etiketje erop en klaar. Zo jammer!
Heb jij kinderen of ben jij nog alleen? Helaas is de hoeksteen van de samenleving nog steeds man + vrouw + kind(eren), want stel je voor we zouden uitsterven! Ik denk dat daarom de vraag gesteld wordt. Uiteraard niet bewust, het zit in onze genen…helaas
Je kiest voor het goede antwoord, mooi. Kan me voorstellen dat het spannend was om op te schrijven en dan ook nog eens te delen.
Het uiteindelijke schrijven ging eigenlijk heel snel. Maar het delen vond ik zeker spannend. Omdat verschillende mensen die mij kennen zeiden dat ik het zeker moest delen, heb ik het toch gedaan.
Haha, die driejarige die het niet gelooft… Het zit er al vroeg in he, Karin. Kinderen ‘hebben’, is toch de default setting. Vanuit biologisch perspectief wel logisch. 😉
Weet je wat ik nou af en toe als reactie krijg: “Oh, wat heerlijk, geen kinderen, dan heb je lekker alle vrijheid!”
Ondertussen vraag ik me na lezing van jouw blog af hoe vol m’n hoofd dan wel niet mét kinderen gezeten zou hebben… Pfoeh, dat wil ik me niet voorstellen… Jij?
Ha Sonja, nou Paul stelde toen overal wel vragen over. Ook over de kleur van mijn sokken. 😉 En ja, zo’n reactie als jij noemt herken ik ook. Iemand verzuchtte eens: ‘Dus jullie kunnen altijd uitslapen!’
En nee, dat wil ik me ook niet voorstellen. Hoewel ik inmiddels wel weet dat mijn hoofd niet snel vol raakt als ik iets met liefde doe.
Heel herkenbaar, ik weet ook nooit zo goed wat ik moet zeggen als mensen me vragen waarom ik geen kinderen heb (ik heb echt niets met kinderen). Zeg er altijd maar bij dat ik geen kinderen wil, maar voel me dan wel verplicht te zeggen dat ik wel gek ben op mijn nichtjes en neefjes. Anders ga je meteen weer de boeken in als kinderhater.
Misschien moet ik zeggen: “Omdat ik ook geen verzorgpony heb, dat heeft me ook nooit getrokken.”
Altijd dat verdedigen, dat zou eigenlijk niet nodig hoeven zijn. Hoewel ik je antwoord over de verzorgpony heel origineel vind. 😉
Goed stuk. Ik heb ook altijd het gevoel dat je je moet verantwoorden als je geen kinderen hebt. Het wordt maar gewoon aangenomen dat iedereen kinderen heeft of wil. Maar zo werkt het niet voor iedereen. Ik moest me zelfs een paar keer verantwoorden over waarom ik geen relatie had. Beetje gek vind ik het allemaal. En de mensen die wél kinderen hebben, hoeven zich nooit te verantwoorden. Misschien moeten we, als we de kindervraag van iemand krijgen, gewoon maar terugvragen waarom zij wél kinderen hebben.
Dank je! En ja, toen ik mijn prins nog niet had ontmoet, moest ik me ook regelmatig verantwoorden over het feit dat ik geen relatie had. En dat voelde raar. En over dat terugvragen heb ik ook weleens gedacht.
In onze maatschappij en ook ver buiten onze landsgrenzen zijn inderdaad standaarden. Ik wilde graag kinderen, maar dat ging zeker niet makkelijk. Ik ben hier altijd open over geweest omdat ook ik ‘de’ vraag vaak kreeg of opmerkingen dat de klok tikte of dat een baby op kraamvisite me zo goed stond! Omdat mijn wens groot was, wilde ik open zijn en niet de pijn verstoppen en de soms onbeholpen vraagsteller iets leren 😉 Wij hebben nu 1 zoon, maar 1 kind is ook weer niet goed. 1 is geen en vooral toen hij kleiner was kwam de vraag of er nog een broertje of zusje kwam, tot ver in Azie. Die hadden we graag verwelkomd maar kwamen niet. De standaard is kinderen en minimaal 2, als het anders is ‘moet’ je je uitleggen of men gaat ervan uit dat je ervoor kiest. Zo zeggen ze tegen mij, ha lekker geen ruzie in huis of hij isverwendt omdat hij alleen is. Kortom iedereen heeft een mening. Ik hoop dat je deze van je af kan laten glijden. En ze hadden gelijk hoor, goede blog, moeite waardt om te delen 🙂
Dank je wel, Tarita voor jouw verhaal en je compliment. En ja, die meningen hè. Op deze blog heb ik heel veel reacties gehad. Ook persoonlijke reacties via de mail. En wat jij schrijft over reacties op het feit dat jullie één kind hebben, die las ik daar ook. Ik blijf het apart vinden dat mensen daar iets over zeggen. Wel of geen kinderen, 1 of meer het zou toch niet uit hoeven maken.
Prachtigr blog, Karin. Ik ging gelijk bij mezelf te raden, of ik bij onze ontmoeting ook ergens van uit ben gegaan, of dat ik er sowieso een gedachte aan heb gewijd. Ik weet het werkelijk niet meer. Wel voel ik nog steeds, dat ik aan onze een ontmoeting een hele warme en blijde herinnering heb overgehouden.
Lieve groeten, Nicole
Dank je wel voor je compliment, Nicole. En wat fijn om te horen dat je nog steeds met plezier aan onze ontmoeting denkt. Dat doe ik ook, hoor!
Hoi Karin, heel goed geschreven, vooral de laatste twee alinea’s. Ik vraag het nooit aan andere vrouwen of ze kinderen hebben, juist omdat ik niemand wil kwetsen of het gevoel wil geven dat ze zich moeten verantwoorden. Het leven loopt zoals het loopt…
Dank je wel voor je reactie én je compliment, Lonneke.
Wat mooi geschreven. Ik vrees dat ik me soms ook schuldig maak door het denken in ‘hokjes’. Weer wat geleerd vandaag, dank je wel.
Wat leuk dat je reageert, Esther! En dank voor je compliment.
Dankjewel voor het opengooien van dit heikele onderwerp. Ik kreeg vrij laat kinderen (36+) en heb voor die tijd ook wel van zulke vragen gehad. Vooral de vraag / discussie / oordelen over of je gewenst of ongewenst kinderloos bent vond ik – met een enkele uitzondering voor een goed gesprek erover – meestal naar en respectloos.
Aan de andere kant: van kennissen had ik gehoord hoe vervelend zij het vonden als anderen het over hun kinderen hadden. Toen ik zelf kinderen had gekregen, maakte me dat onzeker: mijn kinderen bepaalden ineens een heel groot deel van mijn mijn leven, moest ik daar dan stiekem over doen om de ander niet te kwetsen? Soms zou een rechtstreekse vraag simpeler zijn om helder te krijgen welke gespreksonderwerpen wel en niet gewenst zijn. Maar gelukkig merk je dat ook wel door een beetje voorzichtig af te tasten.
Naar mijn indruk krijgen en stellen mannen die vragen zelden. Dat vind ik wel raar.