Maandelijks archief: januari 2016

Een langzaam afscheid

Boom

Het is druk en warm in de recreatieruimte. Tussen al het gepraat door hoor ik het geluid van een koffiemachine en rinkelende kopjes.

Twee tafels verder klinkt er gelach. Mijn ogen glijden langs de lachende gezichten. Een aantal mannen en vrouwen van middelbare leeftijd lachen en kijken naar een chique dame in een paarse jurk.

Er is één persoon die niet lacht: een oudere dame zit met haar beide handen voor zich op tafel en kijkt onaangedaan in de verte. Ik volg haar blik, maar ik kan niet ontdekken waar ze naar kijkt.

Het gezelschap om haar heen lacht weer. Het lijkt niemand op te vallen dat zij niet mee lacht.

Ik kijk naar mijn schoonvader tegenover me. Ook hij kijkt naar iets in de verte. Mijn schoonmoeder praat tegen haar zoon.

Ik zeg iets tegen mijn schoonvader over een boom die aan de overkant van de straat staat. Hij richt zijn hoofd iets op en kijkt naar buiten. Maar niet naar de boom. Toch knikt hij instemmend. Langzaam glijdt zijn aandacht weer weg.

Wat zal ik nu eens vragen?

We vonden elkaar in boeken.

In een flits zie ik hem weer staan voor onze boekenkast. Verbaasd pakt hij een deel van Het Bureau van Voskuil. ‘Goh, hebben jullie dit ook?’ ‘Het is van Karin’, zegt zijn zoon.

Al snel zijn mijn schoonvader en ik in gesprek over de inhoud. Hij neemt het boek mee naar de bank en de rest van de middag ligt het op zijn been. Van tijd tot tijd bladert hij erin en leest een stukje. Jaren eerder las hij alle delen. De beschrijvingen over het reilen en zeilen op een kantoor, hij moest erom grinniken.

Nu leest hij niet meer.

Ik probeer iets anders. ‘Kijkt u nu veel tv?’
Hij kijkt me vragend aan. ‘Nee’, zegt hij langzaam.
‘Vindt u het niet leuk?’
‘Er is niets leuks’, zegt hij.
‘Wat zou u dan leuk vinden?’, vraag ik.

Ineens lichten zijn ogen iets op. ‘Als ik jou zou zien.’
We lachen. ‘Wat jammer, dat ik niet op tv ben’, zeg ik.

Mijn schoonmoeder vraagt: ‘Waarom lachen jullie?’
Mijn schoonvader begint te antwoorden, maar blijft steken bij ‘Omdat…’

Langzaam wrijft hij met zijn hand over zijn voorhoofd.
En mompelt ‘Ik weet het niet.’

Mijn schoonmoeder begint over iets anders.

Bij het weggaan zwaaien we.

Hij zwaait terug. Langzaam. Met een stuurloze arm.

Later sta ik peinzend voor onze boekenkast. Ik kijk naar de stapel die ik nog graag wil lezen. En ik realiseer me dat het gaat om nu. Niet over morgen.

*Op 7 juli 2016  is mijn schoonvader overleden.
Tijdens de uitvaart op 11 juli 2016 las ik deze tekst voor.