Maandelijks archief: juni 2017

‘Delight in the thing seen’

Jean reading, geschilderd door John Bratby in 1954

‘Delight in the thing seen’

Mooie woorden, die zonder dat ik nog nadenk over de betekenis, me raken.

Ze doen me verlangen naar iets groters.

Iets dat ik niet in woorden kan aangeven.

Een gevoel van vrijheid of het idee dat ik zomaar iets zou kunnen maken.

Ik zie de woorden dan ook meteen als we langs het museum lopen.

Het is een stralende dag, niet echt een dag om naar een museum te gaan, dus lopen we verder.

Het weer blijft mooi, maar de woorden trekken, dus op een andere zonnige ochtend gaan we toch.

De woorden zijn van de Engelse kunstschilderes Jean Cooke. In de Jerwood Gallery in Hastings is er een kleine expositie van haar schilderijen te zien.

Zonder de tekst te lezen die op de muur staat, loop ik langs de schilderijen. Ze spreken me aan: de frisse kleuren en de open gezichten die me vanaf het doek aankijken.

Voor een schilderij van een jonge man die voor een open raam zit en met heldere ogen naar me kijkt, blijf ik langer staan. Door het open raam achter hem zie ik een stukje van een tuin en op een tafeltje naast de jongen staat een bos bloemen.

‘Genieten van de dingen die je ziet’, het is terug te vinden in de schilderijen van Jean.

Later lees ik dat haar man, John Bratby, ook een schilder en schrijver, het maar moeilijk kon verkroppen dat zijn vrouw succes had met haar schilderijen. Hij schilderde over haar schilderijen heen, een enkele sloeg hij zelfs kapot als hij ze niet mooi vond.

Ik realiseer me weer eens heel goed dat ‘genieten van wat je ziet’, makkelijk is op een zonnige dag tijdens de vakantie, maar dat het juist van waarde is op de momenten dat je verdrietig bent of het even tegen zit in het leven.

In de museumwinkel ga ik op zoek naar een kaart van een schilderij van Jean.
Het verwondert me dat er op de kaarten die er verkocht worden alleen schilderijen staan van haar man.

Deze foto op dinsdag blog, die ik schreef op woensdag, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

 

 

 

Een lofzang op Helen

Na één voet over de hoge drempel te hebben gezet, weet ik het. Dit is precies een winkel voor mij.

Op lage tafels liggen de boekjes uitgestald. In allerlei kleuren en met verschillende motieven. Het ene nog mooier dan het andere. Het is een plezier om naar te kijken.

Sinds mijn eerste schriftje in de eerste klas van de lagere school, met extra lijnen om de letters nog preciezer te kunnen schrijven, ben ik er dol op. Op schriftjes met lijntjes.

Ik verzamel ze niet om ze op een stapel te leggen, maar gebruik ze. Dagelijks.

Alles schrijf ik erin op. Tips, ideeën, dingen die ik niet moet vergeten, de boeken die ik heb gelezen of nog wil lezen, aantekeningen tijdens presentaties of aantekeningen tijdens gesprekken met cliënten.

Voor iedere gelegenheid heb ik een ander schriftje.

Tijdens onze vakantie zie ik het dan ook meteen. Dat is een liefhebber van schriftjes.

We zitten in de pub. Het is er druk. Een paar meter van onze tafel zit een groep van ongeveer vijftien mensen. Ze zijn druk in gesprek.

In afwachting van onze bestelling, vragen we ons af waarvoor ze er zitten. Is er iemand jarig? Op tafel staan een paar cadeautjes. Zijn het collega’s of vrienden?

Een mevrouw staat op. ‘Speech’, roept iemand.
Terwijl de vrouw praat, zie ik dat een man verderop een beetje zenuwachtig door zijn haar wrijft.

‘Hij moet zeker ook speechen’, zeg ik tegen mijn lief.

We proberen te horen wat er wordt gezegd, maar juist dan brengt de ober ons eten.

De vrouw praat verder, en de man haalt een schriftje uit zijn tas. Nieuwsgierig blijf ik kijken. Hij ziet mij kijken en glimlacht. Ik glimlach terug.

Er klinkt applaus. De vrouw is klaar. De man staat op, pakt zijn schriftje, haalt zijn hand door zijn haar, richt zich tot een vrouw met kort haar en zegt ‘Dear Helen’.

Al gauw wordt duidelijk dat zij na vier jaar weggaat bij het bedrijf en dat ze haar erg zullen missen. Hij heeft een hymne, een lofzang, voor haar geschreven.

Het schriftje trilt een beetje als hij het voorleest.

Hoewel ik niet alles goed kan verstaan, hoor ik hem duidelijk zeggen ‘And it was always a delight working with you.’

Een luid applaus klinkt op bij zijn laatste woorden. Helen lacht en wordt gezoend.

Als de man weer zit en de gesprekken worden hervat, stopt hij zorgvuldig het schriftje in zijn tas. Als hij opkijkt, vangt hij mijn blik. We lachen naar elkaar.

In de Hare and Hawthorn Bindery and Bookshop kies ik uiteindelijk het boekje met blauwe golfjes, gebaseerd op een Japans behang uit de 19de eeuw.

Deze foto op dinsdag blog werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

Smile!

Lopend door een stad die ik niet goed ken, valt het mij op dat ik veel lachende gezichten zie.

Bij de bushalte, op straat, op een muurtje overal kom ik ze tegen.

Het zijn geen echte mensen die ik zo zie lachen, maar stickers met lachende gezichten. Smileys.

Verderop zie ik ineens een groene deur volgeplakt met de lachebekjes.

Twee mannen, allebei met een blikje bier in hun hand, doen een stapje opzij als ze zien dat ik er een foto van wil maken.

Terwijl ik check of ik de deur goed in beeld heb, zegt één van de mannen: ‘Daar boven hebben ze echte oogjes, mevrouw.’ Hij wijst het aan.

‘Ja, ik zie het’, zeg ik, ‘maar deze vind ik het leukst.’

‘O’, even blijft hij stil, dan zegt hij, en klinkt als de verkoper van de stickers, ‘een goede keuze mevrouw, een goede keuze.’

Hij lacht, en voordat ik de foto maak, zie ik hoe hij zijn mond vertrekt in een grimas en er één tand zichtbaar is.

Ik lach terug en denk ‘dat is pas een smiley’.

Deze foto op dinsdag blog, die ik schreef op woensdag, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

 

 

Wat je niet ziet als je naar deze foto kijkt

Wat valt  jou als eerste op als je naar deze foto kijkt?

Je antwoord is vast: ‘De gele theepot.’

Tegen de zwarte achtergrond komt hij ook extra goed uit.

Mijn vader lacht altijd een beetje als hij mij een foto ziet maken van iets dat we eten of drinken.

Ik snap wel waarom. In mijn baby-fotoboek (de tijd dat mijn vader fanatiek aan het fotograferen was) is er geen foto te vinden van alleen maar eten. Wel van etende mensen. Tijdens een feestje bijvoorbeeld.

De foto’s zijn vooral van speciale gelegenheden: een verjaardag, een feestje of een vakantie. Er is niet echt een foto van het gewone dagelijkse leven, dat kwam pas later.

Het leuke aan een foto maken van wat je eet of drinkt, vind ik het maken van de compositie. Alles zo neerzetten dat het een mooi overzichtelijk plaatje wordt. Het is leuk om ermee te spelen.

Voor de foto hierboven heb ik zelf niet veel hoeven doen. De medewerker van het café zette het allemaal voor ons op tafel. Alleen het linker kopje heb ik iets meer naar rechts geschoven, zodat het ook in beeld kwam.

Maar het leukste is toch wel, dat ik door deze foto’s niet alleen kan onthouden wat we dronken of aten, maar dat ik me meteen weer herinner welk verhaal er bij deze foto hoort.

Bij de eerste hap van mijn bananenbrood voel ik een duwtje tegen mijn rechterbeen. Ik schrik een beetje als ik een grote herdershond naast me zie.

Onze buren hadden vroeger een grote herder als waakhond bij hun garage, en alleen al door zijn harde blaf, liep ik met een flinke boog langs hun hek.

Maar deze hond kijkt me vriendelijk aan en daardoor durf ik hem wel te aaien.

De vrouw, eind vijftig schat ik, die zijn riem vasthoudt begint zich direct te verontschuldigen, en dat is het begin van een leuk gesprek.

Over reizen, werk en vakanties. Ze vertelt dat ze blij is dat haar ouders tijdens de vakanties ook naar het buitenland gingen. Weliswaar vond ze het als kind niet altijd fijn om met twee broers de achterbank te delen, maar dat ze hierdoor zag hoe anderen leefden en dat de wereld veel groter was, dan zij had gedacht, vindt ze nog steeds waardevol. Voor haar werk reist ze ook nu nog veel.

‘Het lijkt wel alsof je dat nog meer waardeert als je zelf ouder wordt’, zeg ik.

‘Ja, dat is zo waar’. We knikken elkaar begrijpend toe.

Terwijl ze antwoordt op een vraag van haar vader die aan de overkant van de tafel zit, duwt de hond opnieuw tegen mijn been. Hij wil geaaid worden.

‘Hij vindt je aardig. Hij merkt dat je rustig bent en dan wil hij graag contact.’ De vrouw lacht. ‘Hij kiest zijn vrienden met zorg’.

En zo blijft deze gele theepot voor mij voor altijd verbonden aan een hond genaamd Sue.

Deze foto op dinsdag blog, die ik schreef op maandag, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.