Als meisje van een jaar of tien had ik er één: een dagboek.
Een bruin boekje met witte blaadjes en goudkleurige randen. Op de voorkant stond Holly Hobby en het had een slotje. Handig, zo kon niemand stiekem meelezen.
In het boek Het dameskoor van Chilbury van schrijfster Jennifer Ryan is het juist wel de bedoeling dat je als lezer meeleest in de dagboeken van de verschillende hoofdpersonages in het boek.
Het advies voor het schrijven in een dagboek komt via de radio.
‘Op de radio zeiden ze dat het goed is om een dagboek bij te houden in deze moeilijke tijd, omdat het helpt de moed erin te houden.’
Op deze manier leer je als lezer niet alleen het dertienjarige meisje Kitty Winthrop en de weduwe Mrs Tilling, beide lid van het dameskoor, beter kennen, maar deze korte dagboekfragmenten geven het verhaal ook meer vaart.
De dagboekpassages worden afgewisseld met brieven van drie andere mensen uit het dorp Chilbury. Het verhaal speelt zich af in 1940 en de Tweede wereldoorlog is al uitgebroken, dus het schrijven van brieven past bij die tijd.
Ik vond deze afwisseling wel slim gekozen, want al deze fragmenten en brieven zorgen ervoor dat je als lezer begrijpt wat er speelt én, heel handig, je kijkt door de ogen van meerdere personen. Soms weet je hierdoor meer dan de personages, waardoor je gespannen blijft volgen wat er gaat gebeuren.
Van tevoren had ik gedacht dat er veel over het dameskoor zou worden geschreven, maar eigenlijk gaat het boek over het reilen en zeilen van een dorpsgemeenschap in Zuid-Engeland aan het begin van een oorlog. Juist doordat het oorlog is kan het koor niet heel veel optreden en later houden de repetities tijdelijk op, omdat er een bom op het dorp valt.
Voor het verhaal is dat niet erg. Ik was al zo verbonden met alle personages dat ik alleen maar wilde weten hoe het verder zou gaan.
Hoewel het oorlogstijd is, gaat het leven van alle dag ook door. Er worden baby’s geboren en er bloeien nieuwe liefdes op. Het is geen somber boek, er valt regelmatig wat te lachen.
Het dameskoor zorgt voor verbinding. Ook met mensen die niet zo aardig zijn. Daarbij is het bijzonder, want in die tijd was er nog geen koor van alleen vrouwen.
De schrijfster schrijft in haar dankbetuiging dat ze wilde laten zien dat het thuisfront ook van belang was in oorlogstijd. Dat de vrouwen hard werkten en hun best deden om de moed erin te houden.
Het is mooi om te lezen dat het koor voor ontspanning en saamhorigheid zorgt, niet alleen bij degenen die naar het koor komen luisteren, maar zeker ook bij de mensen die erin zingen.
De dertienjarige Kitty beschrijft dit heel treffend: ‘En het koor, een hechte groep van vriendinnen en buren die elkaar door dik en dun steunden, voelde net zo vertrouwd als familie. Ik sta er niet alleen voor, dacht ik. Wij laten elkaar nooit in de steek.’
Het leukst aan het boek vond ik dat de personages niet statisch zijn. Ze ontwikkelen zichzelf.
Zo verandert de bescheiden weduwe Mrs Tilling, die aanvankelijk verdrietig achterblijft als haar zoon het leger in moet, gedurende het verhaal in een sterke vrouw die haar mening durft te geven en waar anderen op kunnen leunen.
Dat zij later de dirigente van het koor is, is dan ook geen toeval.
Via Twitter kwam ik erachter dat Lalagè op hetzelfde moment als ik in dit boek las. Zij las de Engelse versie en schrijft er dit over.