‘Ja, zo ging dat bij mij ook. De juf knipte in je breiwerk en dan moest jij het gat met mazen weer dicht krijgen’, vertelt mijn moeder als we voor één van de doeken in het museum staan.
Dat maakt de tentoonstelling ‘Van het naadje en de kous‘ extra leuk: je kan jezelf herkennen in de persoonlijke verhalen die er tussen alle handwerkjes hangen. Of je erover verbazen, zoals ik deed bij dit verhaal.
‘Van het naadje en de kous‘ geeft een overzicht door de jaren heen over handwerken in de klas. Vanaf de leeftijd van 7 jaar t/m 20 jaar. Bij iedere leeftijd wordt er kort iets verteld en hangen er veel voorbeelden van allerlei soorten handwerk.
Merklappen zoals op de foto hierboven kende ik wel. Ik heb er zelf eentje van mijn oma ingelijst aan de muur hangen als een mooie herinnering aan haar.
Maar van pronkrollen had ik nog nooit gehoord: dit zijn lappen waarop verschillende borduurtechnieken werden geoefend. Uiteindelijk werden die lappen aan elkaar genaaid en kon je ermee ‘pronken’.
Krijg je door al het kijken zelf ook zin om aan de slag te gaan? Dat kan: er staat een grote werktafel in het midden van de ruimte waar allerlei materiaal ligt om direct te starten. Punniken, borduren, haken, breien (sokken of gewoon lekker rechttoe rechtaan op naalden 5) het is er allemaal. Zo breide mijn moeder nog even verder aan een blauwe sjaal.
Bij het weer naar boven lopen op de trap vielen de strakke en ronde lijnen van de trap me op.
Ook het museumcafé probeerden we uit. Wij vonden het een gezellige plek met goede koffie en lekkere taartjes.
Zoals mijn moeder opmerkte: ‘Gebak van Van der Sterre dat is altijd goed.’
De zon scheen, dus wij hadden geen garderobe of kluisje nodig, maar ik vond de schooltassen aan de kapstok een grappig detail.
Toen we weer buiten stonden waren mijn moeder en ik het roerend eens: het Onderwijsmuseum is een bezoek meer dan waard!