Plan
Ken je dat? Je hebt verschillende opdrachten op je planning staan, maar je begint er maar niet aan. Ik was daar twee weken terug heel goed in: uitstellen. Het plan was een vakboek te lezen om er een stukje over te schrijven in mijn nieuwsbrief. Maar het kwam er maar niet van..
Rommelen
Maandagmorgen had ik mijn planning gemaakt, mail beantwoord, en dus stond niets me meer in de weg om eraan te beginnen. Toch deed ik het niet. Ik bleef eerst een beetje hangen op Twitter, daarna moest ik beslist iets opzoeken op LinkedIn, en toen hoorde ik dat de wasmachine klaar was. Kortom: ik deed van alles, maar niet lezen.
Uiteindelijk heb ik die hele dag het boek niet geopend. Ik rommelde maar wat aan en dacht aan al die mensen die nu lekker op vakantie van het zonnetje konden genieten. De zon scheen ook heel verleidelijk die dag.
Ontevreden
Het vervelende was wel dat ik ’s avonds, toen ik zelf ook vrij was en dus kon genieten van mijn vrije zomeravond, ik dat niet deed. Ik was ontevreden over mezelf en vroeg me af waarom ik niet gewoon in het boek begonnen was. Op een goed moment dacht ik zelfs: “Zal ik nu nog even…”
Wat nu?
De volgende ochtend besloot ik het anders aan te pakken. Zo’n rommel-maar-aan-dag had me geen voldoening gegeven, terwijl ik mijn werk juist zo leuk vind.
“Wat doe ik op andere dagen dat het me wel lukt om aan de slag te gaan?”, vroeg ik me af. Gewoon beginnen werkt voor mij het beste. Of met mezelf afspreken dat ik vijf minuten aan iets werk. In theorie kan ik na vijf minuten even pauze nemen, maar dat is vaak niet nodig. Dan zit ik er al zo in dat ik ermee verder ga.
Focus op vooruitgang
Ineens moest ik denken aan het experiment dat Gwenda Schlundt Bodien beschrijft in haar boek ‘Progressie door zelfcoaching’.
Het werkt als volgt: Kies een doel dat belangrijk voor je is, en besteed daar een half uur per dag aan. Doe dit een week lang. Heb je na 30 minuten nog tijd over, dan kan je langer doorgaan. Neem aan het einde van iedere dag een paar minuten de tijd om op een rij te zetten wat dat halfuur je heeft gebracht. Schrijf dit ook op. Bijvoorbeeld in je agenda, dan kan je het de volgende dag weer terug lezen. De volgende vragen kunnen je daarbij helpen:
- Wat heb je al bereikt met dit halfuur?
- En hoe wil je morgen verder gaan?
En?
Uiteindelijk was voor mij het eerste halfuur het meest lastig. Ik keek wel vier keer op de klok of het half uur al voorbij was. Op die momenten was ik mijn focus dus kwijt. Later in de week had ik hier geen last meer van. Integendeel: ik had het gevoel dat de tijd voorbij vloog. Bij mij hielp het enorm dat ik las in een rustige omgeving waar ik niet werd gestoord, dus niet in de buurt van mijn computer (!) en ook met iets dat ik leuk vind: het drinken van koffie.
Voldoening
Mijn boek heb ik uitgelezen, dus mijn doel is bereikt. Maar voor mij was het die week het belangrijkste dat ik iedere dag voldoening voelde over wat ik had gedaan. Ook al werkte ik dagelijks slechts een half uur aan mijn opdracht, ik had het gevoel dat ik er verder mee kwam, genoot van het lezen én mijn koffie. En ’s avonds genoot ik volop van de heerlijke zomeravonden.