Nooit eerder had ik een bureau voor het raam.
Het raam zit bij mij aan de zijkant.
Ook bij de 4 bureaus die ik eerder in mijn leven had zat het raam altijd aan de zijkant.
Misschien ook wel beter, dan word ik niet afgeleid.
Aan al die bureaus heb ik heel wat gelezen, geschreven en geleerd. En lessen voorbereid, dat ook.
Het tweede bureau dat ik ooit bezat werd op maat voor me gemaakt. Mijn vader ontwierp het en timmerde het ook zelf in elkaar. Aan de linkerkant van het bureau maakte hij een hoge kast met planken voor mijn boeken en aan de onderkant waren deurtjes, zodat ik daar de spullen die ik uit het zicht wilde houden kon zetten. Aan de rechterkant zaten vier lades.
Alles was wit, behalve de handgrepen van het bureau, die waren rood. Afgestemd op de rest van de kamer, die wit was met rode accenten.
Het bureau staat er nog steeds. Alleen wordt het nu gebruikt door mijn moeder die er zit te schrijven of te knutselen.
De rode accenten zijn verdwenen en vervangen door blauwe.
Ik vind een bureau fijn. Je kan er je eigen wereld van maken. Het indelen zoals je wil én je kan er spullen laten liggen, waardoor je er op een ander moment weer zo mee verder kan.
Zoals je kan zien, heb ik dit bureau ook ingedeeld. Links een stapel boeken, daarnaast een paar rolletjes tape. Recht voor me mijn vis-etui en rechts een paar schrijfboekjes, enveloppen en stickers.
Terwijl ik dit typ hoor ik de vogels vlak onder het raam fluiten.
Als ik voor me kijk zie ik een paar hoge struiken en een dennenboom bewegen in de wind. Een stukje groen gras en daarachter is de zee.
Dat bevalt me wel. Ik denk dat ik dit bureau maar hou.
Deze foto op dinsdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.