Categoriearchief: Persoonlijk

Hoe was jouw dag?

Zo’n dag waarop de korte broek die je draagt eigenlijk niet van jou is.

Zo’n dag waarop het ’s ochtends vroeg nog stil is in de stad.

Zo’n dag waarop je achterband van je fiets een piepend geluid maakt.

Zo’n dag waarop het even stil is als je allemaal een hap neemt van je taartje. (Dank je wel, Ineke!)

Zo’n dag waarop een goed gesprek veel waarde heeft.

Zo’n dag waarop je het boekje Read this if you want to be Instagram famous terugkrijgt en je weet dat het inmiddels als doorgeefboekje  bij vier anderen heeft gelogeerd.

Zo’n dag waarop je een tegenstribbelend slot van een OV-fiets weer in het gareel krijgt.

Zo’n dag waarop je samen in de zon fietst.

Zo’n dag waarop een pannenkoek als lunch een heel goed idee is.

Zo’n dag waarop je ervaringen over het werk deelt.

Zo’n dag waarop je je collega nog beter leert kennen.

Zo’n dag waarop je samen tot de conclusie komt dat de contacten via Twitter zo bijzonder zijn. (Toch, Marrie?)

Zo’n dag waarop je een rood hoofd krijgt als je te lang in de zon fietst.

Zo’n dag waarop de fietsenmaker met één beweging je fiets omdraait, er een blaadje op de grond valt en (O, wonder!) het piepende geluidje is verdwenen.

Zo’n dag waarop je salie uit de moestuin krijgt om thee mee te maken.

Zo’n dag waarop je thuis elkaar vertelt over je dag en samen een ijsje eet.

Zo’n dag waarop je een mailtje van een cliënt krijgt met goed nieuws: hij heeft een nieuwe baan!

Zo’n dag had ik. En het maakte me blij en dankbaar.

En hoe was jouw dag?

Deze foto op donderdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Thursday’,  een initiatief van Karin Ramaker.

Hoe haal je jezelf uit een neerslachtige bui?

We hebben allemaal weleens een neerslachtige bui.

Maar toch hebben we het daar niet (vaak) over.

Ik ook niet.

Want stel je voor dat een ander het niet begrijpt, en je daardoor als een zeur of loser zou zien.

Daarom vind ik het zo verfrissend dat een bekende Amerikaanse blogger Jason Kottke, hij blogt al sinds 1998, hier wél over schrijft.

Wat ik helemaal interessant vind, is dat hij hier een vraag over stelde op Twitter. Hij wilde graag weten wat anderen doen om zichzelf uit een neerslachtige bui te halen.

Hij kreeg heel veel reacties. Deze reacties deelde hij later op zijn blog.

En daar denk ik nu aan als ik me down voel.

Niet dat ik de hele lijst uit mijn hoofd heb geleerd. Nee, ik denk aan het feit dat hij zoveel reacties heeft gekregen, en er dus heel veel mensen weleens minder goed in hun vel zitten.

Die gedachte alleen al troost mij: we zijn allemaal weleens neerslachtig. Ik ben niet alleen.

Daaraan denken helpt mij weer vooruit.

Bij het lezen van zijn overzicht, realiseerde ik me dat ik dat er drie andere dingen zijn die mij ook uit een dip kunnen helpen.

Lief zijn voor mezelf

Mezelf toestaan om eerder mijn eerste koffie te nemen dan dat ik normaal doe bijvoorbeeld. Op dagen dat ik thuis werk drink ik rond 10.00 uur mijn eerste koffie van de dag. Daar kijk ik altijd naar uit, want de eerste koffie is het lekkerst. Gewoonlijk is 10.00 uur een prima tijd, omdat ik daar dan naartoe kan werken. Maar het doorbreken van die vaste regel geeft me juist dan een prettig gevoel.

Een langere pauze nemen dan op andere dagen, of juist eerder stoppen met werk, zodat ik een uurtje mag doen waar ik zin in heb (even naar de bieb), is ook heel fijn. Een vervelend klusje naar de volgende dag verschuiven, helpt ook. Eigenlijk alles waardoor er weer ruimte in mijn hoofd ontstaat om een beetje tevreden te zijn.

Praten met mijn partner of familie en vrienden

Even vertellen aan iemand die me goed kent over hoe ik me voel, zorgt voor een opgelucht gevoel. Vaak vertelt de ander dan ook hoe het gaat en door me daarop te focussen, vergeet ik mijn eigen gevoel. Via de telefoon of bij een kopje thee, dat maakt niet uit.

Lezen of naar een film kijken

Gewoon lezen waar ik zin in heb, een boek of tijdschrift, zorgt dat ik even niet meer denk aan mijn eigen gevoel en daardoor doorbreek ik de vicieuze cirkel van gedachten waar ik in zit. Ook het kijken van een leuke film of juist een spannende politieserie leiden mijn gedachten af en daarmee doorbreek ik het gevoel waarin ik anders zou blijven hangen.

Natuurlijk kan dit niet altijd tijdens een werkdag, maar dan zorg ik ervoor dat ik ’s avonds tijd heb om dit te doen. Dan heb ik gedurende dag al iets om me op te verheugen.

Het hoeft voor mij niet iets heel groots te zijn om me in beweging te krijgen.

Het overzicht dat Jason geeft bestaat uit alle reacties die hij heeft gekregen, hierdoor weet je dat ze werken. Wie weet inspireert het jou ook als je last hebt van een neerslachtige bui.

Nog geen maand later las ik trouwens een hele mooie aanvulling op dit onderwerp op de site van Gwenda Schlundt Bodien. Zij schrijft dat je down voelen ook kan komen, omdat je lichaam behoefte heeft aan eten of drinken. Zo simpel kan het dus ook zijn.
Hier lees je haar uitleg.

Hartjes

Met rode wangen van het fietsen zet ik mijn ov-fiets in het rek.

Door de ruit van het gebouw zie ik een schoonmaakster in slowmotion haar stofzuiger bewegen. Ergens achter mij hoor ik een merel fluiten. Verder is er niemand. Het is nog vroeg.

Met mijn tas in mijn hand loop ik naar de ingang van het gebouw. En dan zie ik het.

Er ligt een hartje op straat.

Een papieren hartje. Linksboven is het een beetje vochtig geworden, maar verder is het nog helemaal intact.

Terwijl ik verder loop bedenk ik me dat er eigenlijk best veel hartjes op ‘straat’ te vinden zijn, als je maar kijkt.

Zoals het meisje dat naast mij in de coupé gaat zitten en vrolijk ‘Hoi!’ zegt.

De mevrouw van de fietsenstalling, die me inmiddels herkent, en ‘fijne dag weer’, zegt.

Een ochtendgroet van een meneer die zijn hondje uitlaat, terwijl ik voorbij fiets.

Als ik het gebouw binnenstap glimlach ik.

Het wordt mooi vandaag.

Bij het zien van een ‘Hart op straat‘ denk ik trouwens altijd aan Karin Ramaker. Zij heeft een fotoproject met deze naam.

Deze foto op donderdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Thursday’, ook een initiatief van Karin Ramaker.

De schilder stopte met schilderen

‘Die man ligt op de grond. Waarom, mam? Waarom?!’
Een jongetje van een jaar of drie, schat ik, staat wat bedremmeld voor het grote schilderij. Zijn vingertje wijst naar de man die inderdaad languit voorover ligt.

Zijn moeder antwoord zachtjes, maar toch verstaanbaar: ‘Dat weet ik ook niet precies. Zullen we eens kijken wat er op de andere schilderijen staat?’ Langzaam lopen ze hand in hand naar een andere zaal.

Ik grinnik een beetje in mezelf als ik even later vanuit de verte weer zijn stemmetje hoor: ‘Waarom dan?’

De grote en soms overweldigende schilderijen roepen ook wel wat vragen op, bedenk ik me.

Niet veel later ben ik hem vergeten en sta ik vol aandacht te kijken naar een relatief klein schilderij. Op dit schilderij geen groots landschap van bergen of een schuimende zee in het maanlicht. Alleen een houten bruggetje met groen gras er rondom heen. Als kijker kan je er zo overheen lopen naar de overkant.

Het trekt me aan. Waarom vind ik moeilijk uit te leggen. Het is een rustig beeld, liefelijk, maar ook heel echt. Langzaam laat ik mijn ogen glijden naar de tekst die ernaast hangt. Ik lees dat het schilderij door de tijdgenoten van de schilder niet werd gewaardeerd, omdat het niet dramatisch genoeg was. De schilder stopte met schilderen.

‘De schilder stopte met schilderen.’

Het is dus van alle tijden, schiet het door me heen. Stoppen met wat je doet, als anderen het niet waarderen.

Ik doe dat zelf ook. Afgelopen jaar nog: ik had een leuk idee voor iets op mijn nieuwe site. Iets anders dan anders. Iets ook dat je niet ziet bij anderen. Ik was blij toen ik hoorde dat het ook gemaakt zou kunnen worden. Ik verheugde me er al op. Totdat iemand zei: ‘Maar dat past toch helemaal niet bij een loopbaancoach?’

Toen was het gezaaid: mijn twijfel. Misschien was het toch maar beter om het niet te doen. Iets anders zou toch ook prima kunnen? Iets wat beter bij mij als loopbaancoach zou passen.

Terwijl ik daar voor het schilderij sta, dringt het tot me door: ik ga het toch doen.

Als deze schilder (waar ik helaas de naam niet van heb onthouden)* dit schilderij niet had gemaakt, zou ik er, meer dan 150 jaar later, niet van genieten. Hij kreeg dan wel niet de waardering in zijn tijd, maar nu hangt zijn schilderij hier toch maar mooi aan de wand.

Jammer toch, dat hij niet meer schilderijen heeft gemaakt.

Ik doe niet aan goede voornemens, maar dit neem ik mee naar het nieuwe jaar: twijfelen is prima, maar blijf je eigen ideeën ook uitvoeren. Al was het alleen maar, omdat je er zelf zo van geniet.

Wil je dat bruggetje eens van dichtbij bekijken? Dat kan: nog t/m 6 mei 2018 is de tentoonstelling De Romantiek in het Noorden te bekijken in het Groninger museum.

Mocht er iemand zijn die de naam van de schilder wel kan noemen, laat het me weten, dan zet ik zijn naam in de tekst.

*En wat bijzonder dat iemand dan de moeite neemt om te laten weten wat de naam van de schilder is. Hij heet: Dankvart Dreyer. De titel van het schilderij is Brug over een beek in Assens, Funen, 1842.
Bedankt Jacqueline Fackeldey!

Wat loop jij hier te doen?

‘Ik ga logeren’. Haar blijdschap klinkt door in deze woorden. ‘Samen met Bobbie’. Ze wijst naar het hondje naast haar.

‘Wat fijn’, zegt de conducteur, terwijl hij haar kaartje aanpakt. ‘Ik ging vroeger bij mijn oma logeren, dan mocht ik laat opblijven en kreeg ik extra snoep’. Ze lacht opgetogen. Hij knipoogt en loopt verder.

Ondertussen kijk ik uit het raam en zie de kleurige bomen voorbij schieten. Ik ben onderweg naar Zwolle. Voor een werkafspraak.

Na het gesprek trakteer ik mezelf op een rondje door de boekhandel. Het nuttige en het aangename komen zo mooi samen.

Bij de literatuurafdeling kijk ik bij de uitgestalde boeken. Wat een kleuren.

Toch valt mijn blik op een boek dat niet opvalt door een kleur: Late dagen van Bernard Dewulf.

Jaren geleden las ik van hem Kleine dagen, en ik vond het prachtig. De alledaagse dingen weet hij heel knap in woorden te vangen.

Lukraak open ik het boek en meteen ben ik geboeid. Ik vergeet even waar ik ben.

Ik lees, ergens halverwege een pagina:
Een vraag die ons niet verlaat is als een stille koorts: wat loop jij hier te doen?
 Bijna dagelijks gaat het even door mijn hoofd: gevaar lopen. Dat loop ik hier te doen. Dat loopt vooral, inderdaad, alles wat ik liefheb hier te doen. Dát is voor mij vijftig-geworden-zijn: de zegeningen schitteren aan dunne draadjes. De dauwdraad van de etmalen. 
 En het is nog net te vroeg om dat te accepteren en het is te laat om het nog te negeren, dat alles van waarde weerloos is en almaar weerlozer wordt.
 Nooit heb ik me zo kwetsbaar gevoeld als nu.”

Hij verwoordt precies wat ik ook ervaar.

Ik sluit het boek en loop naar de kassa.

Deze foto op dinsdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

Verlangen

‘O, kijk eens wat een mooie bank, laten we hier even gaan zitten’, zeg ik enthousiast.

We zitten en kijken naar de zee.

Het water lijkt wel azuurblauw.

Het waait. Achter ons klappert een vlag.

Een meeuw krijst terwijl hij over ons hoofd scheert.

In de verte valt het zonlicht op het zeil van een bootje.

Met mijn hand wrijf ik over het hout van de bank.

Het is glad en stevig.

We zwijgen en kijken.

Mijn jurk deint zachtjes in de wind.

Ik proef het zout van de zee op mijn lippen en voel de warmte van de zon op mijn armen.

De witte huizen aan de kust lijken ver weg.

Ik knijp mijn ogen iets dicht tegen de felle zon.

In de verte klinkt de stem van een kind.

Na een tijdje vraag jij: ‘Zullen we daar verderop iets gaan drinken?’

‘Is goed’, zeg ik.

Terwijl ik dit schrijf, zit ik achter mijn bureau.

Het is een frisse ochtend in september.

Kijkend uit het raam zie ik huizen en mist, en geen zee.

Maar in mijn hoofd was ik daar. Toen. Met jou. Daar bij de zee.

Ga je mee?

Deze foto op dinsdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

Lily’s: een leuke winkel in Wageningen

‘Dat is toch Karin’, hoor ik achter me.

Het leuke van Twitter.

Ik heb het al vaker meegemaakt en nu dus weer.

Ik sta in de winkel Lily’s in Wageningen en voordat ik nog maar goed en wel binnen ben, heeft Ria, de eigenaresse van de winkel, me herkend.

We kletsen en maken kennis met haar dochter Sanne, de andere eigenaresse van de winkel.

Natuurlijk ben ik heel benieuwd naar de winkel, dus daarna kijken we rond. En wat is er veel leuks te zien.

Van kasten, tafels en stoelen tot alles voor het leuk aankleden van je tafel.

Die blauwe servetten. <3

Overal zijn leuke hoekjes ingericht: met oude tafels en krukjes, waarop je notebooks, planten en kleine hebbedingetjes vindt.

De combinatie van oude met nieuwe dingen spreekt mij heel erg aan. Het leukst vind ik dat je ideeën op kan doen voor je eigen huis, maar ook dat ik hier allemaal dingen zie die ik nog niet eerder heb gezien. Als kaartenfreak kom ik in winkels vaak dezelfde kaarten tegen, maar dat is hier niet het geval.

Als je de winkel binnenkomt valt dit kastje je meteen op. Sanne vertelt dat het is ontworpen door een kunstenaar die daarvoor gebruik maakt van al bestaande materialen. Kan jij raden waar de voorkant van dit kastje vandaan komt?

Ik raadde het niet. 😉

Je vindt Lily’s in de Bergstraat in Wageningen. Het kan eigenlijk niet missen: het is schuin tegenover het historische hotel De Wereld. Als je goed kijkt, zie je het hotel in de weerkaatsing van de winkelruit.

Welke tijdschriften lees jij?

‘Snikken en Grimlachjes’

Ik roep het direct als iemand me ’s nachts wakker maakt en de naam ‘Piet Paaltjens’ noemt.

De titel van het boek van deze dichter is zo’n feitje dat mijn hoofd niet meer verlaat. Ooit geleerd tijdens mijn studie Nederlands en voor altijd in mijn hoofd verankerd.

Daarom lees ik graag in ‘Boekenpost‘ een tijdschrift over boeken, waarin veel aandacht is voor oude boeken, antiquariaten, maar ook stripboeken en illustraties.

Het lezen over deze dichter uit de negentiende eeuw roept een gevoel van herkenning én nostalgie op.

Ik zit weer in de universiteitsbibliotheek aan de Drift in Utrecht met als enige doel om een goede analyse van een tekst te maken, waarbij de lunch met studievriendinnen en een kaassoufflé het hoogtepunt van de dag is.

Ooit werd dit tijdschrift me aangeraden door een enthousiaste docent Nederlands, die in de bibliotheek van Ridderkerk met een groepje belangstellenden, waaronder ik, praatte over boeken die we hadden gelezen.

Hij vertelde  zulke sappige verhalen over antiquariaten, dat ik er graag meer over wilde lezen en een abonnement nam.

Ook ‘Livre‘ gaat over boeken, maar daarin gaat het juist meer over recente boeken. Een mooie aanvulling op de Boekenpost.

Toch ga ik mijn abonnement opzeggen, omdat ik het las voor meer achtergrondinformatie over schrijvers voor de boekenclub waar ik lid van was. Nu ik daar geen lid meer van ben, vind ik het magazine niet zoveel toevoegen aan de recensies of interviews die ik in de krant lees.

Voor mijn werk lees ik ook tijdschriften. Om als coach op de hoogte te blijven lees ik het Coachlinkmagazine. Ik lees op dit vakgebied nog andere tijdschriften, maar dit is mijn favoriet.

De afwisseling tussen persoonlijke verhalen, ‘welke boeken liggen er op jouw nachtkastje?’, en kennis van methodieken of werkwijzen, spreekt me aan.

Als docent geef ik taaltrainingen bij bedrijven. Daarvoor lees ik Les. Dit tijdschrift gaat over NT2 en taal in het onderwijs.

Les en ik hebben al een lange verbinding met elkaar: vanaf het moment dat ik in het taalonderwijs kwam, in 1991, lees ik het al.

Het is informatief en ook hierin geniet ik van de persoonlijke verhalen van docenten of deelnemers. Ik lees het vaak in de trein: het weegt niet veel en zo heb ik toch altijd iets te lezen bij me.

De Flow vond ik jaren geleden echt een ontdekking. Met onderwerpen waar ik graag over lees met daarbij toffe illustraties en foto’s en verhalen over hoe dit wordt gemaakt.

Jaren terug leerde ik via de Flow de Etsy shops kennen en las ik  meer over social media. Nu vind ik de onderwerpen niet meer zo vernieuwend, en mag er van mij meer aandacht besteed worden aan Nederlandse illustratoren.

Toch lees ik het nog graag. ‘De zinnetjes van Aaf’, lees ik altijd als eerste, omdat ze zo leuk over uitspraken schrijft.

Ik heb zelfs een heel uniek exemplaar van dit tijdschrift. Bij mijn afscheid van mijn werk in 2011 kreeg ik van mijn collega’s Karin’s Flow.

Een heel leuk aandenken, waar ik van tijd tot tijd nog eens in lees.

Op het Psychologie magazine heb ik geen abonnement, dat lees ik zo nu en dan. Meestal tijdens vakanties, dat past een beetje bij de traditie dat ik als kind een tijdschrift mocht uitkiezen voor de vakantie. Het verschil is alleen dat ik het nu mezelf cadeau doe.

Het wijkmagazine Hallo! Lunetten lees ik niet alleen, maar daar schrijf ik ook voor. Ieder kwartaal vul ik de rubriek ‘Hee, wat doe jij hier?’ Hiervoor interview ik mensen op straat in mijn wijk Lunetten. Ook de foto’s maak ik zelf. Gewoon met mijn telefoon.

Dat is leuk én spannend tegelijkertijd, omdat ik me iedere keer weer afvraag of het gaat lukken om mensen te vinden die willen meewerken.

Soms verbaast het me wat mensen allemaal vertellen in de korte gesprekken op straat. Het ontroert me dat ze het mij toevertrouwen.

Nu ik zelf schrijf voor een magazine, kijk ik met andere ogen naar de tijdschriften die ik lees. Hoeveel tijd zal het maken van dit artikel wel niet gekost hebben?, denk ik dan.

Dit blog schreef ik als antwoord op de vraag: ‘Welke tijdschriften lees jij en waarom?’, vraag 34 van #50books die dit jaar wordt gesteld door Martha Pelkman.

Guilty pleasure

‘Hier, daar ben jij toch zo gek op!’

Er vliegt een zakje mijn richting uit. Als ik het opvang, zie ik wat het is.

Een zak met Chokotoffs.

Raar, hoe dat gaat, voordat ik hier kwam kende ik ze niet en nu ineens zijn ze mijn favoriet.

‘Hier’ is het au pair gezin waar ik na mijn middelbare schooltijd een jaar werkte. In Brussel. Marc en Rita, ‘mijn bazen’, waren de eigenaars van een traiteur.

Eten was hun leven. Ook thuis.

Later heb ik nooit meer zulke lekkere salades gegeten als die zij maakten.

Nog nooit heb ik zoveel gesnoept als daar.

Eclairs, zure matten en Chocotoffs, ik had er nog nooit van gehoord, maar ik leerde snel.

Die Chocotoffs koop ik nu nooit meer.

Behalve… één keer per jaar. Dan kan ik me niet bedwingen. Zoals vandaag.

Ik koop een zakje, eet er heel veel achterelkaar op en dan is het weer klaar.

Terwijl ik kauw denk ik terug aan toen. Het eten ervan opent een luikje in mijn hoofd naar het verleden.

Ik zie ze weer voor me. De kinderen, de honden en de hamsters. Ik hoor het gelach en het drukke gepraat.

De zomer aan zee in Knokke.

De tranen bij het afscheid.

En ook het gevoel van vrijheid dat ik voelde, want mij wachtte een nieuw avontuur: studeren.

Disclaimer: ik heb geen aandelen in deze toffee-fabriek.

Deze foto op dinsdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

 

 

 

 

‘Rustig de natuur zijn werk laten doen’

‘Hee kijk, nu heeft ie toch knopjes gekregen!’, zei ik vanochtend toen ik het rolgordijn in de kamer omhoog trok.

Iedere ochtend keek ik de afgelopen weken hoopvol naar deze mini-petunia aan de rand van ons balkon. Gebeurt er al iets?

Maar wekenlang gebeurde er niets.

Dat was wel anders toen ik hem kocht.

Ik had hem juist gekozen, omdat hij zowel bloemetjes als knopjes had. Een goede keuze, dacht ik, dan kan hij lang in bloei staan.

Helaas verdwenen de bloemetjes in no time, toen ik hem in het hangpotje had geplant. Na een aantal stevige regenbuien waren ook de knopjes verdwenen.

Een miskoop, jammer.

Zal ik ‘m vervangen?, dacht ik een paar keer. Want juist aan de rand van het balkon vind ik een bloeiend plantje zo leuk.

Maar dat kon ik toch niet over mijn hart verkrijgen. Dus gaf ik ‘m trouw water op warme dagen en sprak ik ‘m zo nu en dan eens toe.

En zie daar, na een paar uur zon vandaag zijn de knopjes zelfs al open gegaan.

Klopt het toch wat mijn vader vroeger tegen mij zei: ‘Rustig de natuur zijn werk laten doen, Karin’.

Deze foto op dinsdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.