Het feest is geweest

‘Het feest is geweest.’

Dat dacht ik meteen toen ik deze muts vanochtend vroeg zag liggen.

Een stilleven op een muurtje naast een bejaardentehuis in Utrecht Zuid, ver van de plek in het centrum waar gisteren de Nederlandse voetbaldames werden gehuldigd na het behalen van het Europees kampioenschap.

De zin is niet van mij, maar komt uit het liedje 5 uur* gezongen door Ramses Shaffy.

*Later ook uitgebracht door De Dijk.

Deze foto op dinsdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

Het Onderwijsmuseum, wat kan je daar nou zien?

‘Ja, zo ging dat bij mij ook. De juf knipte in je breiwerk en dan moest jij het gat met mazen weer dicht krijgen’, vertelt mijn moeder als we voor één van de doeken in het museum staan.

Dat maakt de tentoonstelling ‘Van het naadje en de kous‘ extra leuk: je kan jezelf herkennen in de persoonlijke verhalen die er tussen alle handwerkjes hangen. Of je erover verbazen, zoals ik deed bij dit verhaal.

Van het naadje en de kous‘ geeft een overzicht door de jaren heen over handwerken in de klas. Vanaf de leeftijd van 7 jaar t/m 20 jaar. Bij iedere leeftijd wordt er kort iets verteld en hangen er veel voorbeelden van allerlei soorten handwerk.

Merklappen zoals op de foto hierboven kende ik wel. Ik heb er zelf eentje van mijn oma ingelijst aan de muur hangen als een mooie herinnering aan haar.

Maar van pronkrollen had ik nog nooit gehoord: dit zijn lappen waarop verschillende borduurtechnieken werden geoefend. Uiteindelijk werden die lappen aan elkaar genaaid en kon je ermee ‘pronken’.

Krijg je door al het kijken zelf ook zin om aan de slag te gaan? Dat kan: er staat een grote werktafel in het midden van de ruimte waar allerlei materiaal ligt om direct te starten. Punniken,  borduren, haken, breien (sokken of gewoon lekker rechttoe rechtaan op naalden 5) het is er allemaal. Zo breide mijn moeder nog even verder aan een blauwe sjaal.

Bij het weer naar boven lopen op de trap vielen de strakke en ronde lijnen van de trap me op.

Ook het museumcafé probeerden we uit. Wij vonden het een gezellige plek met goede koffie en lekkere taartjes.
Zoals mijn moeder opmerkte: ‘Gebak van Van der Sterre dat is altijd goed.’

De zon scheen, dus wij hadden geen garderobe of kluisje nodig, maar ik vond de schooltassen aan de kapstok een grappig detail.

Toen we weer buiten stonden waren mijn moeder en ik het roerend eens: het Onderwijsmuseum is een bezoek meer dan waard!

Guilty pleasure

‘Hier, daar ben jij toch zo gek op!’

Er vliegt een zakje mijn richting uit. Als ik het opvang, zie ik wat het is.

Een zak met Chokotoffs.

Raar, hoe dat gaat, voordat ik hier kwam kende ik ze niet en nu ineens zijn ze mijn favoriet.

‘Hier’ is het au pair gezin waar ik na mijn middelbare schooltijd een jaar werkte. In Brussel. Marc en Rita, ‘mijn bazen’, waren de eigenaars van een traiteur.

Eten was hun leven. Ook thuis.

Later heb ik nooit meer zulke lekkere salades gegeten als die zij maakten.

Nog nooit heb ik zoveel gesnoept als daar.

Eclairs, zure matten en Chocotoffs, ik had er nog nooit van gehoord, maar ik leerde snel.

Die Chocotoffs koop ik nu nooit meer.

Behalve… één keer per jaar. Dan kan ik me niet bedwingen. Zoals vandaag.

Ik koop een zakje, eet er heel veel achterelkaar op en dan is het weer klaar.

Terwijl ik kauw denk ik terug aan toen. Het eten ervan opent een luikje in mijn hoofd naar het verleden.

Ik zie ze weer voor me. De kinderen, de honden en de hamsters. Ik hoor het gelach en het drukke gepraat.

De zomer aan zee in Knokke.

De tranen bij het afscheid.

En ook het gevoel van vrijheid dat ik voelde, want mij wachtte een nieuw avontuur: studeren.

Disclaimer: ik heb geen aandelen in deze toffee-fabriek.

Deze foto op dinsdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

 

 

 

 

Welk boek springt eruit? #50books

‘Er wordt geen afwas overgeslagen in dit boek’, zei mijn lief toen hij het boek las dat er voor mij uitspringt.

Dit klinkt misschien als een saai boek.

Maar dat is het totaal niet. Althans dat vind ik (en hij ook). Het zegt wel iets over het boek, want spannende acties of avonturen staan er niet in.

Toch kon ik niet meer stoppen toen ik in dit boek begon.

Ik las het in de zomer van 2004. Vaak met de balkondeur open, waardoor in de ochtend nog de frisse geur van de zomer naar binnen dreef. Deze geur is voor mij dan ook onlosmakelijk verbonden met dit boek. Ik zie me zo weer zitten. Nog snel een paar pagina’s lezend voordat de werkzaamheden van de dag zouden beginnen.

Op vraag 29 van Martha Pelkman in de serie #50books: ‘Ga eens voor je boekenkast staan en laat je ogen over de boeken glijden. Welk boek springt eruit en waarom?‘, is mijn antwoord het boek Strikt van Minke Douwesz.

Het is het debuut van deze schrijfster, dus ik had geen idee wat ik kon verwachten. Het boeide mij van de eerste tot de laatste pagina. In totaal zijn het 837 pagina’s, dus dat is best knap.

Ik vind het fijn om te lezen hoe iemand anders leeft, denkt en dingen doet. En dat is wat er in dit boek gebeurt: als lezer bekijk je de wereld door de ogen van de hoofdpersoon van het boek, Idske Wolters.

Ze is 34, psychiater, woont in een dijkhuis bij de Waal, houdt van poezen, lezen, films en wordt verliefd op een andere vrouw. Een vrouw die zelf op mannen valt.

Hoe dat allemaal gaat met deze liefde is de rode draad in het boek. Je vraagt je voortdurend af of het wel goed gaat komen, en dat maakt het spannend.

Zelf vond ik het ook heel interessant om te lezen hoe de opleiding van de hoofdpersoon tot psychoanalytica verloopt.

Zo leerde ik dat ze hiervoor iedere werkdag op een sofa bij een andere analyticus ligt om te praten over haar innerlijk leven.

Na het lezen van dit boek wachtte ik met smart op de volgende.

In 2009 heeft Douwesz nog een boek uitgebracht, maar daarna is het stil geworden.

Ze is de enige schrijfster van wie ik de naam van tijd tot tijd intik in de hoop op een goed bericht. Maar tot nu toe kom ik iedere keer weer uit bij deze zinnen op haar website: ‘De laatste jaren werkt zij aan promotieonderzoek. Een idee voor een volgende roman is er al wel’.

‘Rustig de natuur zijn werk laten doen’

‘Hee kijk, nu heeft ie toch knopjes gekregen!’, zei ik vanochtend toen ik het rolgordijn in de kamer omhoog trok.

Iedere ochtend keek ik de afgelopen weken hoopvol naar deze mini-petunia aan de rand van ons balkon. Gebeurt er al iets?

Maar wekenlang gebeurde er niets.

Dat was wel anders toen ik hem kocht.

Ik had hem juist gekozen, omdat hij zowel bloemetjes als knopjes had. Een goede keuze, dacht ik, dan kan hij lang in bloei staan.

Helaas verdwenen de bloemetjes in no time, toen ik hem in het hangpotje had geplant. Na een aantal stevige regenbuien waren ook de knopjes verdwenen.

Een miskoop, jammer.

Zal ik ‘m vervangen?, dacht ik een paar keer. Want juist aan de rand van het balkon vind ik een bloeiend plantje zo leuk.

Maar dat kon ik toch niet over mijn hart verkrijgen. Dus gaf ik ‘m trouw water op warme dagen en sprak ik ‘m zo nu en dan eens toe.

En zie daar, na een paar uur zon vandaag zijn de knopjes zelfs al open gegaan.

Klopt het toch wat mijn vader vroeger tegen mij zei: ‘Rustig de natuur zijn werk laten doen, Karin’.

Deze foto op dinsdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

 

Wat staat daar in de etalage?

Zo’n doos kan ik nooit voorbij lopen zonder er even in te kijken.

Niet omdat ik verwacht dat ik er iets superleuks ga vinden, maar gewoon omdat ik nieuwsgierig ben en het leuk vind om even te kijken wat er allemaal in zit.

Onverwachts kan er dan best iets interessants bij zitten. Een retro kopje uit de jaren 60 bijvoorbeeld.

Deze keer is dat niet zo.

Maar valt me wel iets anders op.

Die doos heeft mijn naam.

Daardoor bekijk ik hem met andere ogen.

Hij wordt een beetje mens voor mij.

Wat stop je in een kartonnen doos met Karin erop?

Wat is de waarde ervan?

Door de woorden van mijn cliënt, pardon oud-cliënt, want hij heeft zijn baan gevonden, denk ik weer aan deze doos.

Aan het einde van het evaluatiegesprek zegt hij: ‘Ik ben niet alleen heel blij dat ik deze baan heb, maar jij hebt me ook laten zien dat ik meer kan dan ik dacht. Dat ik meer mogelijkheden heb.’

Ik sputter een beetje, maar voordat ik iets kan zeggen, zegt hij: ‘Nee, daar hoef je echt niet bescheiden over te doen. Je hebt mij veel over mezelf geleerd en dat heeft voor mij gewerkt, dat mag je echt wel meer noemen en laten zien.’

In eerste instantie denk ik ‘Goh, wat aardig dat hij dat zegt’.

Maar als ik na het gesprek mijn spullen opruim, realiseer ik me dat hij gelijk heeft.

Een beetje minder bescheiden zijn mag best.

Dus hop, als deze doos nu de etalage is, dan zet ik deze woorden erbij: ‘Ik heb hem weer verder geholpen.’

Kijk ze glimmen daar in die doos.

Deze foto op dinsdag blog, die ik schreef op woensdag, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

 

 

 

‘Delight in the thing seen’

Jean reading, geschilderd door John Bratby in 1954

‘Delight in the thing seen’

Mooie woorden, die zonder dat ik nog nadenk over de betekenis, me raken.

Ze doen me verlangen naar iets groters.

Iets dat ik niet in woorden kan aangeven.

Een gevoel van vrijheid of het idee dat ik zomaar iets zou kunnen maken.

Ik zie de woorden dan ook meteen als we langs het museum lopen.

Het is een stralende dag, niet echt een dag om naar een museum te gaan, dus lopen we verder.

Het weer blijft mooi, maar de woorden trekken, dus op een andere zonnige ochtend gaan we toch.

De woorden zijn van de Engelse kunstschilderes Jean Cooke. In de Jerwood Gallery in Hastings is er een kleine expositie van haar schilderijen te zien.

Zonder de tekst te lezen die op de muur staat, loop ik langs de schilderijen. Ze spreken me aan: de frisse kleuren en de open gezichten die me vanaf het doek aankijken.

Voor een schilderij van een jonge man die voor een open raam zit en met heldere ogen naar me kijkt, blijf ik langer staan. Door het open raam achter hem zie ik een stukje van een tuin en op een tafeltje naast de jongen staat een bos bloemen.

‘Genieten van de dingen die je ziet’, het is terug te vinden in de schilderijen van Jean.

Later lees ik dat haar man, John Bratby, ook een schilder en schrijver, het maar moeilijk kon verkroppen dat zijn vrouw succes had met haar schilderijen. Hij schilderde over haar schilderijen heen, een enkele sloeg hij zelfs kapot als hij ze niet mooi vond.

Ik realiseer me weer eens heel goed dat ‘genieten van wat je ziet’, makkelijk is op een zonnige dag tijdens de vakantie, maar dat het juist van waarde is op de momenten dat je verdrietig bent of het even tegen zit in het leven.

In de museumwinkel ga ik op zoek naar een kaart van een schilderij van Jean.
Het verwondert me dat er op de kaarten die er verkocht worden alleen schilderijen staan van haar man.

Deze foto op dinsdag blog, die ik schreef op woensdag, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

 

 

 

Een lofzang op Helen

Na één voet over de hoge drempel te hebben gezet, weet ik het. Dit is precies een winkel voor mij.

Op lage tafels liggen de boekjes uitgestald. In allerlei kleuren en met verschillende motieven. Het ene nog mooier dan het andere. Het is een plezier om naar te kijken.

Sinds mijn eerste schriftje in de eerste klas van de lagere school, met extra lijnen om de letters nog preciezer te kunnen schrijven, ben ik er dol op. Op schriftjes met lijntjes.

Ik verzamel ze niet om ze op een stapel te leggen, maar gebruik ze. Dagelijks.

Alles schrijf ik erin op. Tips, ideeën, dingen die ik niet moet vergeten, de boeken die ik heb gelezen of nog wil lezen, aantekeningen tijdens presentaties of aantekeningen tijdens gesprekken met cliënten.

Voor iedere gelegenheid heb ik een ander schriftje.

Tijdens onze vakantie zie ik het dan ook meteen. Dat is een liefhebber van schriftjes.

We zitten in de pub. Het is er druk. Een paar meter van onze tafel zit een groep van ongeveer vijftien mensen. Ze zijn druk in gesprek.

In afwachting van onze bestelling, vragen we ons af waarvoor ze er zitten. Is er iemand jarig? Op tafel staan een paar cadeautjes. Zijn het collega’s of vrienden?

Een mevrouw staat op. ‘Speech’, roept iemand.
Terwijl de vrouw praat, zie ik dat een man verderop een beetje zenuwachtig door zijn haar wrijft.

‘Hij moet zeker ook speechen’, zeg ik tegen mijn lief.

We proberen te horen wat er wordt gezegd, maar juist dan brengt de ober ons eten.

De vrouw praat verder, en de man haalt een schriftje uit zijn tas. Nieuwsgierig blijf ik kijken. Hij ziet mij kijken en glimlacht. Ik glimlach terug.

Er klinkt applaus. De vrouw is klaar. De man staat op, pakt zijn schriftje, haalt zijn hand door zijn haar, richt zich tot een vrouw met kort haar en zegt ‘Dear Helen’.

Al gauw wordt duidelijk dat zij na vier jaar weggaat bij het bedrijf en dat ze haar erg zullen missen. Hij heeft een hymne, een lofzang, voor haar geschreven.

Het schriftje trilt een beetje als hij het voorleest.

Hoewel ik niet alles goed kan verstaan, hoor ik hem duidelijk zeggen ‘And it was always a delight working with you.’

Een luid applaus klinkt op bij zijn laatste woorden. Helen lacht en wordt gezoend.

Als de man weer zit en de gesprekken worden hervat, stopt hij zorgvuldig het schriftje in zijn tas. Als hij opkijkt, vangt hij mijn blik. We lachen naar elkaar.

In de Hare and Hawthorn Bindery and Bookshop kies ik uiteindelijk het boekje met blauwe golfjes, gebaseerd op een Japans behang uit de 19de eeuw.

Deze foto op dinsdag blog werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

Smile!

Lopend door een stad die ik niet goed ken, valt het mij op dat ik veel lachende gezichten zie.

Bij de bushalte, op straat, op een muurtje overal kom ik ze tegen.

Het zijn geen echte mensen die ik zo zie lachen, maar stickers met lachende gezichten. Smileys.

Verderop zie ik ineens een groene deur volgeplakt met de lachebekjes.

Twee mannen, allebei met een blikje bier in hun hand, doen een stapje opzij als ze zien dat ik er een foto van wil maken.

Terwijl ik check of ik de deur goed in beeld heb, zegt één van de mannen: ‘Daar boven hebben ze echte oogjes, mevrouw.’ Hij wijst het aan.

‘Ja, ik zie het’, zeg ik, ‘maar deze vind ik het leukst.’

‘O’, even blijft hij stil, dan zegt hij, en klinkt als de verkoper van de stickers, ‘een goede keuze mevrouw, een goede keuze.’

Hij lacht, en voordat ik de foto maak, zie ik hoe hij zijn mond vertrekt in een grimas en er één tand zichtbaar is.

Ik lach terug en denk ‘dat is pas een smiley’.

Deze foto op dinsdag blog, die ik schreef op woensdag, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

 

 

Wat je niet ziet als je naar deze foto kijkt

Wat valt  jou als eerste op als je naar deze foto kijkt?

Je antwoord is vast: ‘De gele theepot.’

Tegen de zwarte achtergrond komt hij ook extra goed uit.

Mijn vader lacht altijd een beetje als hij mij een foto ziet maken van iets dat we eten of drinken.

Ik snap wel waarom. In mijn baby-fotoboek (de tijd dat mijn vader fanatiek aan het fotograferen was) is er geen foto te vinden van alleen maar eten. Wel van etende mensen. Tijdens een feestje bijvoorbeeld.

De foto’s zijn vooral van speciale gelegenheden: een verjaardag, een feestje of een vakantie. Er is niet echt een foto van het gewone dagelijkse leven, dat kwam pas later.

Het leuke aan een foto maken van wat je eet of drinkt, vind ik het maken van de compositie. Alles zo neerzetten dat het een mooi overzichtelijk plaatje wordt. Het is leuk om ermee te spelen.

Voor de foto hierboven heb ik zelf niet veel hoeven doen. De medewerker van het café zette het allemaal voor ons op tafel. Alleen het linker kopje heb ik iets meer naar rechts geschoven, zodat het ook in beeld kwam.

Maar het leukste is toch wel, dat ik door deze foto’s niet alleen kan onthouden wat we dronken of aten, maar dat ik me meteen weer herinner welk verhaal er bij deze foto hoort.

Bij de eerste hap van mijn bananenbrood voel ik een duwtje tegen mijn rechterbeen. Ik schrik een beetje als ik een grote herdershond naast me zie.

Onze buren hadden vroeger een grote herder als waakhond bij hun garage, en alleen al door zijn harde blaf, liep ik met een flinke boog langs hun hek.

Maar deze hond kijkt me vriendelijk aan en daardoor durf ik hem wel te aaien.

De vrouw, eind vijftig schat ik, die zijn riem vasthoudt begint zich direct te verontschuldigen, en dat is het begin van een leuk gesprek.

Over reizen, werk en vakanties. Ze vertelt dat ze blij is dat haar ouders tijdens de vakanties ook naar het buitenland gingen. Weliswaar vond ze het als kind niet altijd fijn om met twee broers de achterbank te delen, maar dat ze hierdoor zag hoe anderen leefden en dat de wereld veel groter was, dan zij had gedacht, vindt ze nog steeds waardevol. Voor haar werk reist ze ook nu nog veel.

‘Het lijkt wel alsof je dat nog meer waardeert als je zelf ouder wordt’, zeg ik.

‘Ja, dat is zo waar’. We knikken elkaar begrijpend toe.

Terwijl ze antwoordt op een vraag van haar vader die aan de overkant van de tafel zit, duwt de hond opnieuw tegen mijn been. Hij wil geaaid worden.

‘Hij vindt je aardig. Hij merkt dat je rustig bent en dan wil hij graag contact.’ De vrouw lacht. ‘Hij kiest zijn vrienden met zorg’.

En zo blijft deze gele theepot voor mij voor altijd verbonden aan een hond genaamd Sue.

Deze foto op dinsdag blog, die ik schreef op maandag, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.