Tagarchief: collegas

Lol maken in het ondernemen: is daar een recept voor?

Roze ballon

‘Het leven is een feest, maar je moet wel zelf de slingers ophangen’

Deze quote stond vorig jaar op de uitnodiging voor mijn verjaardagsfeestje. Gewoon, omdat ik toen weer eens echt zin had in een feestje.

Er was geen speciale reden, alleen maar de behoefte om met iedereen bij te praten, het gezellig te hebben en de gasten te verwennen met lekkere taartjes, hapjes en drank.

Denkend over ondernemen en lol maken, komt deze quote meteen in mijn hoofd op. Of je nou onderneemt of werkt voor een baas: zelf zorg je voor de lol in je werk.

Die lol zal er vast voor iedereen anders uitzien. Voor mij zit het vooral in het plezier dat ik heb terwijl ik werk. In gesprekken met cliënten, het schrijven van een blog, of het uitdenken van een workshop.

Offline, maar zeker ook online.

Het coachen van mensen, vind ik het lolligste om te doen.

“O ja”, hoor ik je denken: “hoe zit dat dan? Jij voert toch gesprekken.”

Ik begrijp dat dit heel saai klinkt, maar tijdens deze gesprekken wordt er heel wat lol gemaakt. Ik kan je verzekeren dat menig persoon aan de andere kant van de tafel blij lacht als duidelijk is welke richting hij of zij op wil in het werk.

Om nog maar te zwijgen van degenen die breed lachend komen vertellen of mailen dat het gelukt is om de baan te krijgen die ze op het oog hadden.

Typerend vind ik de uitspraak van een cliënte vorige week: “En we hebben gelachen.” Terwijl haar situatie niet zo makkelijk is.

En nee, we lachen niet alleen bij goed nieuws. Ook als het lastig is, kunnen we ineens lol hebben met elkaar. Door te praten over je vragen kan je ineens zien hoe moeilijk je het jezelf kan maken. Daar samen om lachen helpt al om het minder zwaar te laten zijn.

Ook als we niet lachen, kan ik heel blij worden van mijn werk. Als er iets heel moois wordt gedeeld in een gesprek. Of ik zie aan de ogen van de ander dat mijn vragen hem aan het denken zetten. Bij het lezen van een enthousiaste mail, waarin een cliënte mij bedankt voor het inzicht dat zij opdeed bij mijn workshop. Waardoor zij over een paar weken op het vliegtuig stapt naar Curaçao om daar haar droom waar te gaan maken.

De lol zit voor mij in deze momenten van voldoening.

Alleen? Nee, echt niet!

Regelmatig zeggen mensen tegen me: “Dat ondernemen in je eentje lijkt me geen lol aan, want dan zou ik mijn collega’s missen.”

Als ik vertel dat ik ook collega’s heb, kijken ze verbaasd. Natuurlijk heb ik die collega’s niet de hele dag om me heen. De uitvoering van mijn werk doe ik helemaal zelf.

Eigenlijk niet anders dan toen ik nog voor de klas stond of de begeleiding deed van inburgeraars. Ook toen stonden mijn collega’s niet naast me in het lokaal of in de spreekkamer.

Ik heb collega’s die hetzelfde vak uitoefenen, maar ook collega-ondernemers die een ander vak hebben. Ik ontmoet deze mensen via netwerken en door lid te zijn van de beroepsvereniging van loopbaancoaches en van de ondernemersgroep hier in Utrecht Zuid. En kan ik kiezen.

Dat ik mijn collega’s zelf kan kiezen en met ze kan afspreken wanneer ik wil, vind ik juist een groot voordeel van het ondernemen. Dat vergroot mijn lol.

Op een warme dag in augustus in de tuin van mijn vormgeefster het ontwerp van de kerstkaarten bespreken is werk combineren met heel veel plezier, waarbij we veel lachen én een mooie kaart samenstellen.

Ook online heb ik collega’s. Bijvoorbeeld via Twitter. Het zijn mijn collega’s, omdat we tips uitwisselen, lachen en even bijkletsen. Gewoon via internet.

Een tweet ontvangen, waarin iemand vraagt hoe mijn dag was, zorgt voor extra kleur.

Bij een ‘live’ borrel in Utrecht voelde het kennismaken dan ook niet onbekend maar gewoon goed. We lachten en praatten: we hadden het leuk met elkaar. 

Juist al deze kleine momenten maken het ondernemen voor mij zo lollig!

Als er een recept zou bestaan, dan zouden dit voor mij de ingrediënten zijn.

En wat doe jij om lol te maken in je werk? Wat is jouw recept?
Ik ben heel benieuwd, dus leuk als je het hieronder laat weten.

Dit blog is gemaakt als antwoord op de vraag van ‘Kom maar op’.