‘Ik ga logeren’. Haar blijdschap klinkt door in deze woorden. ‘Samen met Bobbie’. Ze wijst naar het hondje naast haar.
‘Wat fijn’, zegt de conducteur, terwijl hij haar kaartje aanpakt. ‘Ik ging vroeger bij mijn oma logeren, dan mocht ik laat opblijven en kreeg ik extra snoep’. Ze lacht opgetogen. Hij knipoogt en loopt verder.
Ondertussen kijk ik uit het raam en zie de kleurige bomen voorbij schieten. Ik ben onderweg naar Zwolle. Voor een werkafspraak.
Na het gesprek trakteer ik mezelf op een rondje door de boekhandel. Het nuttige en het aangename komen zo mooi samen.
Bij de literatuurafdeling kijk ik bij de uitgestalde boeken. Wat een kleuren.
Toch valt mijn blik op een boek dat niet opvalt door een kleur: Late dagen van Bernard Dewulf.
Jaren geleden las ik van hem Kleine dagen, en ik vond het prachtig. De alledaagse dingen weet hij heel knap in woorden te vangen.
Lukraak open ik het boek en meteen ben ik geboeid. Ik vergeet even waar ik ben.
Ik lees, ergens halverwege een pagina:
“Een vraag die ons niet verlaat is als een stille koorts: wat loop jij hier te doen?
Bijna dagelijks gaat het even door mijn hoofd: gevaar lopen. Dat loop ik hier te doen. Dat loopt vooral, inderdaad, alles wat ik liefheb hier te doen. Dát is voor mij vijftig-geworden-zijn: de zegeningen schitteren aan dunne draadjes. De dauwdraad van de etmalen.
En het is nog net te vroeg om dat te accepteren en het is te laat om het nog te negeren, dat alles van waarde weerloos is en almaar weerlozer wordt.
Nooit heb ik me zo kwetsbaar gevoeld als nu.”
Hij verwoordt precies wat ik ook ervaar.
Ik sluit het boek en loop naar de kassa.
Deze foto op dinsdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.