Tagarchief: zzp

Het geheim dat mijn oma met mij deelde

Oma en opa

Praten.

Mijn opa en oma vonden dat lastig.

Dus veel gepraat werd er niet.

Of eigenlijk werd er heel wat afgepraat, maar niet over hoe je je voelde of wat je dacht.

Het is dan ook best bijzonder dat één van mijn fijnste herinneringen aan mijn oma over een goed gesprek gaat.

Een gesprek tussen haar en mij. Op een zomerse zondagmiddag op het bankje voor hun huis.

Ik was vijfentwintig, studeerde en dacht veel na over mijn toekomst.

Terwijl ik peinzend naar een hommel keek die om de leeuwenbekjes zoemde, vroeg ik haar ‘Bent u tevreden met uw leven?’

Ik zie nog haar verbaasde ogen en hoor haar zeggen: ‘Och kind, wat een vraag.’

Mijn oma zei altijd ‘kind’ tegen je. Ik vond dat fijn. Het voelde vertrouwd.

Ik kende dit al. Je kreeg een antwoord, maar niet echt. Dus hield ik aan. ‘Ja, best een vraag hè. Maar wat is uw antwoord. Bent u tevreden met uw leven?’

Of ze aan me kon zien dat het belangrijk voor me was, of dat ze gewoon in een open bui was, ik zal het nooit weten. Maar ze antwoordde.

‘Ik ben best tevreden, maar soms vind ik het jammer dat ik dingen niet heb kunnen doen.’

Enigszins verrast door haar antwoord, vroeg ik ‘O ja? Wat dan?’

‘Ik had ook wel willen studeren bijvoorbeeld.’

‘O ja! En wat?’

‘Dat weet ik niet precies. Maar leren vond ik altijd fijn. En met wat je leert kan je weer anderen helpen. Maar bij mij liep het anders.’

In mijn hoofd zag ik meteen voor me hoe anders dat het liep. Ze trouwde, kreeg zes kinderen en zorgde voor haar gezin. Ze ging trouw naar de kerk, hield van handwerken, haar planten en haar tuin. Ze deed dingen op vaste dagen. Op maandag was het wasdag en op vrijdag bezocht ze bekenden in het bejaardenthuis. Op zaterdag kwamen de kinderen en kleinkinderen en op zondag was het een rustdag. Dat was haar wereld.

Ondertussen praatte ze verder: ‘Ach, weet je kind, toen ik zo oud was als jij gingen meisjes niet studeren. Je hielp thuis of had een dienstje en je trouwde. Het was een andere tijd. Het is fijn dat meisjes van nu die kans wel hebben.

Het is belangrijk dat je een kans krijgt en die benut. Het maakt niet uit wat je doet in je leven, als je er zelf maar iets van maakt.’

Nu ik dit schrijf zie ik ons daar weer zitten. Ik heb lange tijd niet aan dit gesprek gedacht, maar bij het nadenken over de Kommaarop vraag: ‘Waardoor laat jij je leiden in je ondernemersleven?’ dacht ik eraan terug en realiseerde ik me dat dit het is wat mij drijft in het leven en dus ook in mijn werk.

Anderen verder helpen, zodat ze de kansen zien die er voor ze zijn en ze in staat zijn om ze goed te benutten. Niet alleen nu, nu ik mijn eigen bedrijf heb, maar ook toen ik in dienst was bij een organisatie.

In het laatste jaar dat ik studeerde werd mijn oma ziek. Ze overleed voordat ik mijn bul kreeg uitgereikt. Maar ik wist zeker dat ze op die dag naar mij keek daar vanuit de hemel.

Dit blog is geschreven in het kader van Kommaarop, een idee van Agnes Swart en Tessa Wiegerinck.

‘Jij bent toch altijd zo netjes?!’

Chaos en ordeHet tegenovergestelde van chaos is orde.

Dat ben ik. Ordelijk, netjes, bij mij is alles opgeruimd. Ik heb overzicht.
Of zoals een collega ooit zei: ‘Jij bent zo consciëntieus.’

Zelf vind ik dat heel gewoon. Mijn ouders zijn ook netjes. Ik denk dat ik het van ze heb geërfd. Ik heb er niets voor hoeven doen. Het gaat vanzelf.

Anderen herinneren mij er wel aan.

Medeleerlingen op school: ‘Ja, maar jij bent ook zo netjes!’ Of collega’s zeiden: ‘Jij bent het natuurlijk niet vergeten!’

Soms kan ik met een verlangende blik kijken naar de chaos bij anderen.

Dat ordelijke eens lekker loslaten. Lekker vrij en zonder voorbereiding aan iets beginnen.
Niet al die was netjes opvouwen en op overzichtelijke stapeltjes in de kast leggen.
Te laat komen en dat niet erg vinden.

Want je bureau opruimen aan het einde van de dag, op tijd komen of alle sokken netjes opvouwen, het vraagt wel tijd en aandacht. Het kost energie, die ik ook liever aan iets anders zou willen besteden. Het lezen van een boek bijvoorbeeld.

Heerlijk lijkt het me om ook eens te kunnen zeggen: ‘Nee, dat heb ik niet gedaan, want ik kon het verslag niet meer vinden.’

Toch lukt het me niet. Het opruimen, het netjes zijn is altijd sterker dan het losse.

Hoewel… één keer was ik dus echt te laat, en dat voelde helemaal niet ontspannen of lekker los. Ik weet nog steeds niet hoe het gebeurde, maar ik kwam te laat voor het eindexamen Nederlands.

Ik stond rustig mijn tanden te poetsen, toen mijn moeder rennend de trap op kwam, roepend dat ik te laat was en nu moest gaan.

Met de tandenborstel in mijn mond keek ik mijn moeder verbaasd aan. ‘Wat is er?’, was het eerste dat ik kon uitbrengen.

Mijn moeder was net gebeld door de school met de vraag of ze wist waar ik was, want ze gingen beginnen met het examen en ze misten me.

De tandenborstel vloog met een boog in de wasbak, en in vliegende vaart greep ik mijn tas, jas en fiets. Nog nooit had ik de 10 kilometer naar school zo snel afgelegd als toen.

Onderweg naar school had ik maar één gedachte: ‘O, als ik het nog maar haal!’

Het lukte me om nog net binnen de eerste 30 minuten van het examen op school te komen, dus langs de verbaasde blikken van mijn vriendinnen en medeleerlingen werd ik keurig naar mijn tafeltje begeleid en kon ik starten met het examen.

Ik vergeet nooit meer dat wanhopige gevoel dat ik had tijdens mijn fietstocht en het bonkende hart én hoofd toen ik daar achter dat tafeltje zat. Alsof ik net was ontsnapt aan een grote ramp.

Het duurde dus wel even voordat ik met concentratie de vragen van het examen kon lezen.

Nu koester ik mijn ordelijkheid, op tijd komen en netheid.

Ze horen bij mij.

In mijn werk is het erg handig.

Ik grijp niet mis als ik een oud dossier wil inzien en overzicht houden in een gesprek gaat me makkelijk af.

En wat is het fijn als één van mijn cliënten zegt: ‘Wat ben ik blij dat je me hebt geholpen bij het helder krijgen van de chaos in mijn hoofd’.

Hoe het afliep met dat examen? Dat heb ik gehaald.

Hoewel ik nog steeds niet snap hoe dat kon.

Dit blog is gemaakt als antwoord op de vraag van Agnes Swart en Tessa Wiegerinck in de Kom maar op van oktober.

Mijn advies? Mijn idee!

Dit blog is gemaakt als antwoord op de vraag van ‘Kom maar op’.
De andere bijdragen vind je hier.

De vraag van deze keer is: ‘Wat is hét advies dat ik iemand zou geven die er verlangend naar uitkijkt om het loonslaaf zijn vaarwel te zeggen?’

Hét advies bestaat volgens mij niet. Ook al vind je zelf dat het een prima advies is, dan hoeft een ander dat niet te vinden. En dat is ook prima. Iedereen moet de kans krijgen om zijn eigen keuzes te maken, of succes en tegenslag te ondervinden. Daar leer je toch het meest van.

Paaltje met richtingaanwijzers

Daarom noem ik het geen advies, maar mijn idee.
Als je ernaar verlangt om voor jezelf te beginnen, is het naar mijn idee heel belangrijk om eerst te onderzoeken waarom je dit zo graag wilt.

Welke reden heb je dat je niet meer voor een baas wilt werken? Vind je dat alle dagen op elkaar lijken? Of zit er geen uitdaging meer in je werk? Heb je het idee dat je een nummer bent in de organisatie waar je werkt? Of heb je wellicht regelmatig conflicten met collega’s of je leidinggevende? Is de werkdruk te hoog geworden?

Als één van de bovenstaande situaties de reden is waarom je voor jezelf zou willen beginnen, dan moet je er volgens mij niet aan beginnen. Want hoe lastig dit nu ook voor je is, al deze situaties zijn te veranderen. Bijvoorbeeld door een goed gesprek met je leidinggevende.

Wellicht kom je tot de conclusie dat je een andere invulling aan je werk wil geven, of bij een andere organisatie zou willen werken, maar het hoeft nog geen reden te zijn om als zzp’er aan de slag te gaan.

Speelt dit alles bij jou helemaal niet? Dan staan alle seinen op groen om te onderzoeken of werken voor jezelf iets voor jou is. Ja, je leest het goed: niet meteen in het diepe springen en je eigen baas worden!

Neem de tijd om te onderzoeken hoe het is om als zzp’er te werken. Ga op zoek naar iemand die het vak uitoefent dat jij ook zou willen doen. Vraag hem of haar het hemd van het lijf, én vraag of je een dagje mee mag lopen. Zo krijg je in ieder geval een beeld van hoe een zelfstandige werkt, en kan je voor jezelf checken of het iets voor je is.

Is je verlangen dan nog steeds even groot?
Loop dan die duikplank af, en spring in het diepe.
Alleen door het te doen, kan je ervaren of het echt iets voor je is!