Tagarchief: ondernemen

En heeft u er iets bij?

Niet eerder zag ik haar met een jas. Toch herken ik haar meteen. Haar hoofd gebogen over iets in haar hand. Haar telefoon?

Ineens kijkt ze op. Haar blik gaat zoekend rond. Dan kruisen onze blikken elkaar. Ze lacht. Ik zwaai.

Niet veel later vraagt een serveerster wat we willen drinken. We nemen allebei koffie. ‘En heeft u er iets bij?’, vraagt ze. ‘Appeltaart en…’  We nemen allebei appeltaart.

De serveerster legt uit dat de appeltaart nogal groot is. ‘Dan kunnen we wel delen’, zegt ze.

Niet veel later eten we eensgezind uit hetzelfde schaaltje van de warme appel-crumble.

We praten. Over het leven. Over het ondernemen. Over twijfels. Over leuke momenten. Over wat lastig is. Over wat we nog willen. We lachen veel. Soms zijn we stil, en luisteren we.

Ondertussen smullen we van de warme appelstukjes.

Later in de trein glimlach ik als ik me bedenk: dat was fijn taart eten met Karin Winters!

PS Eén keer eerder hebben we elkaar in het ‘echt’ gesproken. Dat was op twee dagen na, precies één jaar en twee maanden terug. Toen was het hartje zomer en ontmoetten we elkaar bij de #kommaaroplive. Toch voelde het vandaag alsof ik Karin gisteren nog sprak. Sommige mensen sluit je in je hart en ze gaan er niet meer uit.

Deze foto op dinsdag blog, werd geïnspireerd door #PHOT ‘photo on Tuesday’, een initiatief van Karin Ramaker.

Vind je eigen stijl

‘Even kijken of ik hier naar de wc kan’, zeg ik, terwijl ik de glazen deur openduw.

Binnen moeten mijn ogen even wennen na het felle zonlicht van buiten.

Het is begin juni, maar vandaag lijkt het al zomer.

Mijn wangen gloeien en ik voel zweetdruppeltjes op mijn neus als ik mijn bril een duwtje geef.

Al snel zie ik dat links achterin de toiletten zijn.

Het wandelen langs de kust bij Bexhill-on-Sea was heerlijk. Een strakke blauwe lucht, een nog blauwere zee en weinig mensen. Maar na de lekkere koffie op het terras moet ik nu toch echt nodig.

Als ik even later opgelucht terugkom, kijk ik zoekend om me heen. Waar is mijn lief gebleven?

Mijn blik gaat scannend langs de mensen die iets verderop staan te praten. Daarachter zie ik een open ruimte met lage witte tafels en rekken. Ergens in het midden zie ik mijn lief staan.

Zodra ik bij hem ben, wijst hij al: ‘Je moet zeker even daar kijken. Ze hebben leuke kaarten.’

Kijkend naar de kaarten en boeken realiseer ik me dat ik in de winkel van het kunstcentrum sta.

De kaarten zijn inderdaad leuk. Nadat ik er een paar heb uitgekozen drentel ik nog even langs de lage tafels met boeken. Het assortiment verrast me: er liggen prachtige boeken over kunst en design.

Ineens valt mijn oog op een wit boekje met gouden letters.

‘Mm’, denk ik kritisch, ‘zeker weer zo’n boekje dat je wil laten geloven dat je in drie stappen succesvol bent.’

Ik grinnik een beetje in mezelf als ik de eerste zin lees: ‘So, you want to be Instagram famous, eh?

Humor. Dat is een goed begin.

En ja, hoor dan volgen de eerste drie stappen die je moet nemen om ‘famous’ te worden.

Stap 1: Ga naar een café.
Stap 2: Bestel een koolsalade.
Stap 3: Ga op een stoel staan en neem een foto van de koolsalade. 
Plaats de foto op Instagram en…

‘Boom’ jij en je #koolsalade zullen miljoenen volgers genereren.

Helaas slaat het volgende woord dan al je hoop de bodem in: Wrong.

Dit begin zorgt er wel voor dat ik het boekje koop.

Ik heb geen Instagram account. Ik wil helemaal niet beroemd worden en goud is niet mijn lievelingskleur, maar ik ben wel nieuwsgierig.

‘Welke tips staan er in het boekje, en wat vinden mensen er zo leuk aan om op Instagram foto’s te laten zien?’, vraag ik me af.

Lezen in het boekje stelt me niet teleur.

Het staat vol met prachtige foto’s en persoonlijke tips van mensen die vaak al lange tijd gebruik maken van Instagram

Zo leer ik weer meer over het maken van aansprekende foto’s. Leuk om te weten, want foto’s maken met mijn telefoon doe ik graag.

Eén tip spreekt me direct aan.

‘Find your own style’

Dit geldt niet alleen op Instagram, maar voor alles wat je doet.

Natuurlijk weet ik dit allang, maar daardoor wordt het niet makkelijker, vind ik.

Door alle mensen en mogelijkheden om me heen, laat ik me afleiden en luister ik niet goed naar wat ik zelf wil, of op welke manier ik iets wil.

Maar… er is hoop.

Want op deze allerlaatste #kommaarop-vraag van Agnes, Tessa en Sonja: wat was er leuk en leerzaam aan het #kommaarop’en? kan ik nu eerlijk antwoorden: dat ik beter heb geleerd om dingen op mijn eigen manier te doen én dat ik mijn stijl van schrijven heb gevonden.

De allereerste keer dat ik meeschreef aan de #kommaarop vond ik mijn eigen tekst het stomst. Wat had ik het raar opgeschreven en wat was het een saai verhaal. Dat deden de anderen beter.

Maar gaandeweg lukte het me om wat ik wilde zeggen beter in woorden te vatten. De #kommaarop werkte als een goede stok achter de deur om iedere maand met letters te goochelen en mijn mening onder woorden te brengen.

Ik durfde meer en kreeg er zelfs plezier in.

Nu weet ik beter wat ik kan op schrijfgebied én zie ik ook dat deze manier van schrijven bij mij past. Ik heb mijn stijl gevonden.

Dus dank jullie wel: Agnes en Tessa voor het ooit starten van de #kommaarop!
De tranen rollen niet over mijn wangen bij deze laatste keer, want ik weet dat ik jullie online of offline weer ga ontmoeten.

O ja, en beste lezer, ben je ook nieuwsgierig naar dit leuke boekje over Instagram?
Ik geef het graag door, dus stuur me een berichtje, dan stuur ik het naar je op.
Je kan reageren tot en met woensdag 11 oktober 2017.
Op donderdag 12 oktober heb ik de winnares bekend gemaakt.
Iedereen die meedeed aan deze win-actie heeft inmiddels bericht gehad.

Het geheim dat mijn oma met mij deelde

Oma en opa

Praten.

Mijn opa en oma vonden dat lastig.

Dus veel gepraat werd er niet.

Of eigenlijk werd er heel wat afgepraat, maar niet over hoe je je voelde of wat je dacht.

Het is dan ook best bijzonder dat één van mijn fijnste herinneringen aan mijn oma over een goed gesprek gaat.

Een gesprek tussen haar en mij. Op een zomerse zondagmiddag op het bankje voor hun huis.

Ik was vijfentwintig, studeerde en dacht veel na over mijn toekomst.

Terwijl ik peinzend naar een hommel keek die om de leeuwenbekjes zoemde, vroeg ik haar ‘Bent u tevreden met uw leven?’

Ik zie nog haar verbaasde ogen en hoor haar zeggen: ‘Och kind, wat een vraag.’

Mijn oma zei altijd ‘kind’ tegen je. Ik vond dat fijn. Het voelde vertrouwd.

Ik kende dit al. Je kreeg een antwoord, maar niet echt. Dus hield ik aan. ‘Ja, best een vraag hè. Maar wat is uw antwoord. Bent u tevreden met uw leven?’

Of ze aan me kon zien dat het belangrijk voor me was, of dat ze gewoon in een open bui was, ik zal het nooit weten. Maar ze antwoordde.

‘Ik ben best tevreden, maar soms vind ik het jammer dat ik dingen niet heb kunnen doen.’

Enigszins verrast door haar antwoord, vroeg ik ‘O ja? Wat dan?’

‘Ik had ook wel willen studeren bijvoorbeeld.’

‘O ja! En wat?’

‘Dat weet ik niet precies. Maar leren vond ik altijd fijn. En met wat je leert kan je weer anderen helpen. Maar bij mij liep het anders.’

In mijn hoofd zag ik meteen voor me hoe anders dat het liep. Ze trouwde, kreeg zes kinderen en zorgde voor haar gezin. Ze ging trouw naar de kerk, hield van handwerken, haar planten en haar tuin. Ze deed dingen op vaste dagen. Op maandag was het wasdag en op vrijdag bezocht ze bekenden in het bejaardenthuis. Op zaterdag kwamen de kinderen en kleinkinderen en op zondag was het een rustdag. Dat was haar wereld.

Ondertussen praatte ze verder: ‘Ach, weet je kind, toen ik zo oud was als jij gingen meisjes niet studeren. Je hielp thuis of had een dienstje en je trouwde. Het was een andere tijd. Het is fijn dat meisjes van nu die kans wel hebben.

Het is belangrijk dat je een kans krijgt en die benut. Het maakt niet uit wat je doet in je leven, als je er zelf maar iets van maakt.’

Nu ik dit schrijf zie ik ons daar weer zitten. Ik heb lange tijd niet aan dit gesprek gedacht, maar bij het nadenken over de Kommaarop vraag: ‘Waardoor laat jij je leiden in je ondernemersleven?’ dacht ik eraan terug en realiseerde ik me dat dit het is wat mij drijft in het leven en dus ook in mijn werk.

Anderen verder helpen, zodat ze de kansen zien die er voor ze zijn en ze in staat zijn om ze goed te benutten. Niet alleen nu, nu ik mijn eigen bedrijf heb, maar ook toen ik in dienst was bij een organisatie.

In het laatste jaar dat ik studeerde werd mijn oma ziek. Ze overleed voordat ik mijn bul kreeg uitgereikt. Maar ik wist zeker dat ze op die dag naar mij keek daar vanuit de hemel.

Dit blog is geschreven in het kader van Kommaarop, een idee van Agnes Swart en Tessa Wiegerinck.

Over hoge verwachtingen, en hoe die succes juist in de weg staan

Krullen

Zestien was ik. En ik keek met rode wangen van spanning in de spiegel van de kapper.

Met een laatste keurende blik vroeg de kapster ‘Hoe vind je het zo?’

Fantastisch, vond ik het. Eindelijk, eindelijk had ik echte krullen!

Nou ja, nep natuurlijk, maar voor mij was het helemaal echt.

Maanden had ik bij mijn ouders gezeurd om deze krullen. Mijn beste vriendin had ze en het leek me het einde. Of het nou regende of stormde haar haar zat altijd goed. Ze hoefde er niet veel aan te doen. Even met haar hand er door en het zat weer in model. Ideaal!

En dat die leuke jongen van 3B met haar kletste, kwam natuurlijk ook door haar mooie krullen.

Met een hoofd vol verwachtingen liep ik bij de kapper de deur uit.

De volgende ochtend waren mijn verwachtingen flink gedaald. Door het slapen waren mijn krullen in de war geraakt. En wat zat het plat!

Met mijn hand er doorheen hielp niet. Kammen ook niet. Het werd er raar pluizig van.
Met wat gel verbeterde het iets, maar het kwam niet in de buurt van de dag ervoor.

Met tegenzin ging ik naar school.

Toen ik daar na 10 kilometer fietsen in de spiegel keek, dacht ik: waarom zit het bij mij nou niet meteen goed?!

Vierenveertig was ik, en beginnend ondernemer. Met rode wangen van inspanning schreef ik een tekst voor een advertentie.

Tijdens een netwerkontbijt had een collega ondernemer gevraagd of ik belangstelling had voor een advertentie in een wijkmagazine.

Dat leek me wel wat. Via een advertentie zou ik wel honderden mensen tegelijk kunnen bereiken. Ideaal!

Met een hoofd vol verwachtingen stuurde ik mijn tekst en foto op.

Het magazine kwam uit tijdens mijn vakantie. Dat ik geen berichten of telefoontjes kreeg, drong nog niet zo tot me door.

Ook na de vakantie gebeurde er niets.

Twee weken later dacht ik teleurgesteld: waarom reageert er nou helemaal niemand?!

Nu weet ik dat vooral mijn verwachtingen maken dat ik teleurgesteld raak over iets dat ik uitprobeer.

Door mijn verwachtingen vul ik al in hoe het resultaat moet zijn. Net zulke krullen als mijn vriendin. Of nieuwe cliënten door een advertentie. Maar zo werkt het niet. Succes kan je niet afdwingen.

Zonder al mijn verwachtingen, kijk ik er anders naar. Dan zie ik: een advertentie plaatsen in dat magazine werkt dus niet voor mij. Prima, ook weer geleerd. Op naar het volgende om te proberen.

Dezelfde krullen als mijn vriendin, dat is natuurlijk een illusie. Mijn haar is niet haar haar, dus hoe kan het resultaat dan hetzelfde zijn? Vergelijken is niet slim.

Die krullen heb ik wel jaren gehad. Het ongemak van het steeds opnieuw in model brengen, nam ik voor lief.
Omdat ik de jongen, waar ik stiekem verliefd op was, eens hoorde zeggen dat hij ‘krullen zo stoer vond’.

Dit blog is gemaakt als bijdrage aan de Kommaarop van Agnes Swart en Tessa Wiegerinck van februari 2016.

Lol maken in het ondernemen: is daar een recept voor?

Roze ballon

‘Het leven is een feest, maar je moet wel zelf de slingers ophangen’

Deze quote stond vorig jaar op de uitnodiging voor mijn verjaardagsfeestje. Gewoon, omdat ik toen weer eens echt zin had in een feestje.

Er was geen speciale reden, alleen maar de behoefte om met iedereen bij te praten, het gezellig te hebben en de gasten te verwennen met lekkere taartjes, hapjes en drank.

Denkend over ondernemen en lol maken, komt deze quote meteen in mijn hoofd op. Of je nou onderneemt of werkt voor een baas: zelf zorg je voor de lol in je werk.

Die lol zal er vast voor iedereen anders uitzien. Voor mij zit het vooral in het plezier dat ik heb terwijl ik werk. In gesprekken met cliënten, het schrijven van een blog, of het uitdenken van een workshop.

Offline, maar zeker ook online.

Het coachen van mensen, vind ik het lolligste om te doen.

“O ja”, hoor ik je denken: “hoe zit dat dan? Jij voert toch gesprekken.”

Ik begrijp dat dit heel saai klinkt, maar tijdens deze gesprekken wordt er heel wat lol gemaakt. Ik kan je verzekeren dat menig persoon aan de andere kant van de tafel blij lacht als duidelijk is welke richting hij of zij op wil in het werk.

Om nog maar te zwijgen van degenen die breed lachend komen vertellen of mailen dat het gelukt is om de baan te krijgen die ze op het oog hadden.

Typerend vind ik de uitspraak van een cliënte vorige week: “En we hebben gelachen.” Terwijl haar situatie niet zo makkelijk is.

En nee, we lachen niet alleen bij goed nieuws. Ook als het lastig is, kunnen we ineens lol hebben met elkaar. Door te praten over je vragen kan je ineens zien hoe moeilijk je het jezelf kan maken. Daar samen om lachen helpt al om het minder zwaar te laten zijn.

Ook als we niet lachen, kan ik heel blij worden van mijn werk. Als er iets heel moois wordt gedeeld in een gesprek. Of ik zie aan de ogen van de ander dat mijn vragen hem aan het denken zetten. Bij het lezen van een enthousiaste mail, waarin een cliënte mij bedankt voor het inzicht dat zij opdeed bij mijn workshop. Waardoor zij over een paar weken op het vliegtuig stapt naar Curaçao om daar haar droom waar te gaan maken.

De lol zit voor mij in deze momenten van voldoening.

Alleen? Nee, echt niet!

Regelmatig zeggen mensen tegen me: “Dat ondernemen in je eentje lijkt me geen lol aan, want dan zou ik mijn collega’s missen.”

Als ik vertel dat ik ook collega’s heb, kijken ze verbaasd. Natuurlijk heb ik die collega’s niet de hele dag om me heen. De uitvoering van mijn werk doe ik helemaal zelf.

Eigenlijk niet anders dan toen ik nog voor de klas stond of de begeleiding deed van inburgeraars. Ook toen stonden mijn collega’s niet naast me in het lokaal of in de spreekkamer.

Ik heb collega’s die hetzelfde vak uitoefenen, maar ook collega-ondernemers die een ander vak hebben. Ik ontmoet deze mensen via netwerken en door lid te zijn van de beroepsvereniging van loopbaancoaches en van de ondernemersgroep hier in Utrecht Zuid. En kan ik kiezen.

Dat ik mijn collega’s zelf kan kiezen en met ze kan afspreken wanneer ik wil, vind ik juist een groot voordeel van het ondernemen. Dat vergroot mijn lol.

Op een warme dag in augustus in de tuin van mijn vormgeefster het ontwerp van de kerstkaarten bespreken is werk combineren met heel veel plezier, waarbij we veel lachen én een mooie kaart samenstellen.

Ook online heb ik collega’s. Bijvoorbeeld via Twitter. Het zijn mijn collega’s, omdat we tips uitwisselen, lachen en even bijkletsen. Gewoon via internet.

Een tweet ontvangen, waarin iemand vraagt hoe mijn dag was, zorgt voor extra kleur.

Bij een ‘live’ borrel in Utrecht voelde het kennismaken dan ook niet onbekend maar gewoon goed. We lachten en praatten: we hadden het leuk met elkaar. 

Juist al deze kleine momenten maken het ondernemen voor mij zo lollig!

Als er een recept zou bestaan, dan zouden dit voor mij de ingrediënten zijn.

En wat doe jij om lol te maken in je werk? Wat is jouw recept?
Ik ben heel benieuwd, dus leuk als je het hieronder laat weten.

Dit blog is gemaakt als antwoord op de vraag van ‘Kom maar op’.

Superpowerrr!

Na het bekijken van het filmpje van Tina Roth Eisenberg ‘5 Rules for making an impact’, de aanleiding voor de #Kommaarop van deze maand, had ik nog geen idee wat nu mijn allerbeste eigenschap bij het ondernemen is.
Toen ik vanmiddag bij de lunch in mijn krentenbol beet, wist ik het ineens. Ik dacht terug aan wat mijn moeder vroeger weleens zei: ‘Jij doet de dingen met heel je hart.’
En ja, dat is nog steeds zo. Ik onderneem met heel mijn hart. Met veel liefde en aandacht.

De krentenbol zette me niet alleen aan het denken, maar inspireerde me ook tot het maken van deze foto.
Natuurlijk ben ik geen fotograaf, dus is er vast van alles op aan te merken, maar het is wel met veel liefde gemaakt!

Superpower