Categoriearchief: Algemeen

Een langzaam afscheid

Boom

Het is druk en warm in de recreatieruimte. Tussen al het gepraat door hoor ik het geluid van een koffiemachine en rinkelende kopjes.

Twee tafels verder klinkt er gelach. Mijn ogen glijden langs de lachende gezichten. Een aantal mannen en vrouwen van middelbare leeftijd lachen en kijken naar een chique dame in een paarse jurk.

Er is één persoon die niet lacht: een oudere dame zit met haar beide handen voor zich op tafel en kijkt onaangedaan in de verte. Ik volg haar blik, maar ik kan niet ontdekken waar ze naar kijkt.

Het gezelschap om haar heen lacht weer. Het lijkt niemand op te vallen dat zij niet mee lacht.

Ik kijk naar mijn schoonvader tegenover me. Ook hij kijkt naar iets in de verte. Mijn schoonmoeder praat tegen haar zoon.

Ik zeg iets tegen mijn schoonvader over een boom die aan de overkant van de straat staat. Hij richt zijn hoofd iets op en kijkt naar buiten. Maar niet naar de boom. Toch knikt hij instemmend. Langzaam glijdt zijn aandacht weer weg.

Wat zal ik nu eens vragen?

We vonden elkaar in boeken.

In een flits zie ik hem weer staan voor onze boekenkast. Verbaasd pakt hij een deel van Het Bureau van Voskuil. ‘Goh, hebben jullie dit ook?’ ‘Het is van Karin’, zegt zijn zoon.

Al snel zijn mijn schoonvader en ik in gesprek over de inhoud. Hij neemt het boek mee naar de bank en de rest van de middag ligt het op zijn been. Van tijd tot tijd bladert hij erin en leest een stukje. Jaren eerder las hij alle delen. De beschrijvingen over het reilen en zeilen op een kantoor, hij moest erom grinniken.

Nu leest hij niet meer.

Ik probeer iets anders. ‘Kijkt u nu veel tv?’
Hij kijkt me vragend aan. ‘Nee’, zegt hij langzaam.
‘Vindt u het niet leuk?’
‘Er is niets leuks’, zegt hij.
‘Wat zou u dan leuk vinden?’, vraag ik.

Ineens lichten zijn ogen iets op. ‘Als ik jou zou zien.’
We lachen. ‘Wat jammer, dat ik niet op tv ben’, zeg ik.

Mijn schoonmoeder vraagt: ‘Waarom lachen jullie?’
Mijn schoonvader begint te antwoorden, maar blijft steken bij ‘Omdat…’

Langzaam wrijft hij met zijn hand over zijn voorhoofd.
En mompelt ‘Ik weet het niet.’

Mijn schoonmoeder begint over iets anders.

Bij het weggaan zwaaien we.

Hij zwaait terug. Langzaam. Met een stuurloze arm.

Later sta ik peinzend voor onze boekenkast. Ik kijk naar de stapel die ik nog graag wil lezen. En ik realiseer me dat het gaat om nu. Niet over morgen.

*Op 7 juli 2016  is mijn schoonvader overleden.
Tijdens de uitvaart op 11 juli 2016 las ik deze tekst voor.

‘Jij bent toch altijd zo netjes?!’

Chaos en ordeHet tegenovergestelde van chaos is orde.

Dat ben ik. Ordelijk, netjes, bij mij is alles opgeruimd. Ik heb overzicht.
Of zoals een collega ooit zei: ‘Jij bent zo consciëntieus.’

Zelf vind ik dat heel gewoon. Mijn ouders zijn ook netjes. Ik denk dat ik het van ze heb geërfd. Ik heb er niets voor hoeven doen. Het gaat vanzelf.

Anderen herinneren mij er wel aan.

Medeleerlingen op school: ‘Ja, maar jij bent ook zo netjes!’ Of collega’s zeiden: ‘Jij bent het natuurlijk niet vergeten!’

Soms kan ik met een verlangende blik kijken naar de chaos bij anderen.

Dat ordelijke eens lekker loslaten. Lekker vrij en zonder voorbereiding aan iets beginnen.
Niet al die was netjes opvouwen en op overzichtelijke stapeltjes in de kast leggen.
Te laat komen en dat niet erg vinden.

Want je bureau opruimen aan het einde van de dag, op tijd komen of alle sokken netjes opvouwen, het vraagt wel tijd en aandacht. Het kost energie, die ik ook liever aan iets anders zou willen besteden. Het lezen van een boek bijvoorbeeld.

Heerlijk lijkt het me om ook eens te kunnen zeggen: ‘Nee, dat heb ik niet gedaan, want ik kon het verslag niet meer vinden.’

Toch lukt het me niet. Het opruimen, het netjes zijn is altijd sterker dan het losse.

Hoewel… één keer was ik dus echt te laat, en dat voelde helemaal niet ontspannen of lekker los. Ik weet nog steeds niet hoe het gebeurde, maar ik kwam te laat voor het eindexamen Nederlands.

Ik stond rustig mijn tanden te poetsen, toen mijn moeder rennend de trap op kwam, roepend dat ik te laat was en nu moest gaan.

Met de tandenborstel in mijn mond keek ik mijn moeder verbaasd aan. ‘Wat is er?’, was het eerste dat ik kon uitbrengen.

Mijn moeder was net gebeld door de school met de vraag of ze wist waar ik was, want ze gingen beginnen met het examen en ze misten me.

De tandenborstel vloog met een boog in de wasbak, en in vliegende vaart greep ik mijn tas, jas en fiets. Nog nooit had ik de 10 kilometer naar school zo snel afgelegd als toen.

Onderweg naar school had ik maar één gedachte: ‘O, als ik het nog maar haal!’

Het lukte me om nog net binnen de eerste 30 minuten van het examen op school te komen, dus langs de verbaasde blikken van mijn vriendinnen en medeleerlingen werd ik keurig naar mijn tafeltje begeleid en kon ik starten met het examen.

Ik vergeet nooit meer dat wanhopige gevoel dat ik had tijdens mijn fietstocht en het bonkende hart én hoofd toen ik daar achter dat tafeltje zat. Alsof ik net was ontsnapt aan een grote ramp.

Het duurde dus wel even voordat ik met concentratie de vragen van het examen kon lezen.

Nu koester ik mijn ordelijkheid, op tijd komen en netheid.

Ze horen bij mij.

In mijn werk is het erg handig.

Ik grijp niet mis als ik een oud dossier wil inzien en overzicht houden in een gesprek gaat me makkelijk af.

En wat is het fijn als één van mijn cliënten zegt: ‘Wat ben ik blij dat je me hebt geholpen bij het helder krijgen van de chaos in mijn hoofd’.

Hoe het afliep met dat examen? Dat heb ik gehaald.

Hoewel ik nog steeds niet snap hoe dat kon.

Dit blog is gemaakt als antwoord op de vraag van Agnes Swart en Tessa Wiegerinck in de Kom maar op van oktober.

Wat zou het ergste zijn dat je kan gebeuren?

Durven

Zo, ik ben er klaar voor. Schoenen aan, schrijfboekje en pen in mijn tas. Ik kan gaan.
Ik strek mijn hand uit naar de deurknop, dan aarzel ik.

Wat ga ik eigenlijk doen? Mensen vragen stellen op straat. Durf ik dat wel?
Stel dat er niemand wil meewerken? Of dat iedereen nee zegt, omdat ze denken dat ik iets zou willen verkopen. Sta ik daar voor gek.
Terwijl deze gedachten door mijn hoofd gaan, trek ik mijn hand weer terug.

Ik twijfel. Wel gaan, niet gaan?

Maar ja, hoe kom ik dan aan input voor mijn interviews? Aan het einde van de week is de deadline en ik heb ook tijd nodig om het te schrijven.

Dan flitst er door mijn hoofd: ‘En als iedereen nou nee zegt?!’

Langzaam schuif ik de tas van mijn schouder. Ik doe mijn schoenen uit. En loop terug de kamer in. Ik ga niet. Ik durf dit niet.

Dit is gewoon niets voor mij. Natuurlijk kan ik vragen stellen, maar niet zomaar op straat. Dat is raar. Hoe heb ik ooit ja kunnen zeggen tegen deze opdracht? Ik lijk wel gek.

In gedachten zie ik mezelf weer bij het overleg zitten. Enthousiast reageer ik op de vraag wie de interviewtjes op straat wil doen. Tuurlijk, ga ik de straat op. En ja hoor, ook foto’s maken met mijn telefoon. Leuk!

Maar nu zit ik er maar mooi mee!

Om mezelf op te monteren zet ik koffie, eerst eens bedenken wat ik nu ga doen.

Terwijl ik koffie drink, realiseer ik me dat het nu niet goed voelt om naar buiten te gaan en mensen vragen te gaan stellen. En als het zo voelt, moet ik het dus niet gaan doen.

Wat zou nou het ergste zijn dat me kan overkomen als ik een onbekende op straat een vraag stel? Na even denken kom ik erachter dat ik het niet leuk zou vinden als iemand nee zegt. Maar, bedenk ik me vervolgens, wat is daar erg aan?

Eigenlijk niets.

Het is niet leuk, maar het is niet erg!

Is dit jou weleens overkomen? Je bent heel enthousiast over wat je gaat doen:

Netwerken.
Een presentatie geven.
Naar een lezing of bijeenkomst.
Een slecht nieuwsgesprek houden.
Naar een feestje.

Maar als het moment daar is, dan durf je niet.

Wat kan je helpen, zodat je het toch gaat doen?

Vraag jezelf af: ‘Wat zou het ergste zijn wat er kan gebeuren?’ Als je het antwoord weet, kan je kijken of je er iets aan kan doen.
Je relativeert hiermee je gedachten.

Zo vertelde een cliënt mij dat hij weet dat netwerken hem kan helpen om aan een andere baan te komen, maar dat hij het nog nooit heeft gedaan, omdat hij het veel te spannend vindt.

Toen ik hem vroeg ‘Wat zou dan het ergste zijn wat je kan gebeuren?’, zei hij: ‘Dat ik niet weet wat ik moet zeggen.’

Begrijpelijk, want volgens mij vinden veel mensen dit spannend.

Door je af te vragen, wat je dan kan helpen, zorg je ervoor dat je weer in oplossingen gaat denken. Zo krijg je de regie over dat waar je tegenop ziet.

Dus bij mijn cliënt werd de vraag: Wat heb je nodig om het gesprek te beginnen?

Door samen met mij te bedenken wat hij dan zou kunnen zeggen, en het te oefenen, voelde hij zich zekerder, waardoor hij het aandurfde om een oud-collega te mailen en uit te nodigen voor een gesprek.

Na het gesprek liet hij me weten, dat hij niet begreep waarom hij dit nooit had gedaan. Het was zo’n leuk gesprek geweest.

Voor mij werkte het goed om te bedenken wat ik zou antwoorden als mensen nee zouden zeggen op mijn verzoek voor een interview. De volgende ochtend ging ik meteen op pad. Nog geen anderhalf uur later had ik zes personen gesproken, die het hartstikke leuk vonden om mee te werken aan een interview. En ja, ze wilden ook graag op de foto.

Drie mensen zeiden nee. En dat was prima.

Inmiddels is het magazine waar ik de interviews voor deed uitgekomen. Het heet ‘Hallo! Lunetten’ en op de foto zie je (een deel) van mijn bijdrage.

IMG_1013

Fietsen met inzicht

De Donk in de Alblasserwaard

Deze zomer werk ik gewoon door. Helemaal niet erg, want onze vakantie begint zodra iedereen weer terug is. Een fijn vooruitzicht.

Ondertussen is er genoeg tijd voor leuke dingen in de avond: uit eten, een fietstochtje of even een terrasje.

En als we willen kunnen we zo een weekendje weg.

Vorige week hadden we daar ineens veel zin in. Alleen bleek het hotel waar we wilden overnachten geen kamers meer vrij te hebben in het weekend.

Tja, wat nu? Een ander hotel?

Ach nee, laten we dan twee dagen eerder gaan. Dan hebben we daarna nog lekker weekend. ‘Ja’, denk ik, ‘goed idee, dan doe ik in het weekend het werk dat in die twee dagen is blijven liggen.’

We genieten van het fijne hotel, het lekkere eten en overdag fietsen we.

Boeket in Villa Augustus

Op de tweede dag fietsten we door het gebied waar ik als kind ben opgegroeid: de Alblasserwaard. Het landschap bestaat uit weiland, water en hier een daar een boom.

Terwijl we daar zo fietsen realiseer ik me ineens hoe fijn het is om even niets te moeten. Alleen maar te genieten van het mooie weer, te fietsen en te kijken naar alles om me heen.

Het voelt als vakantie.

Mijn werk is naar de achtergrond verdwenen en dat voelt goed.

Door even afstand te nemen is er meer ruimte.

Natuurlijk weet ik wel dat het zo werkt, maar door zo bezig te zijn met mijn werk was ik het vergeten. Het is fijn om het opnieuw te ontdekken.

Ik word er rustiger van. Ik geniet van de vrijheid en er borrelen nieuwe ideeën op. Waar ik nog niets mee moet. Maar het is goed dat ze er zijn.

Als we op zaterdag thuiskomen, de tas is uitgepakt, ga ik niet achter de computer zitten, maar pakken we opnieuw de fiets. Dat werk komt maandag wel.

Waar wil jij naartoe deze zomer? Hier zijn 12 tips!

LuchtbellenZomer!

Dan denk ik aan een stralend blauwe lucht, fietstochtjes na het avondeten, aardbeien eten, blote voeten, op een terrasje zitten, met een kleed in het park én aan leuke activiteiten of uitjes.

Vaak is er zoveel te doen dat ik soms niet meer weet wat ik zal kiezen. Keuzestress!

Om de keuze makkelijker te maken heb ik de rollen eens omgedraaid en mijn (oud)cliënten om advies gevraagd. Wat raden zij mij aan om te gaan doen deze zomer?

Ik kreeg veel leuke tips, die ik graag met je deel. Hieronder vind je het hele overzicht.

Enjoy!

Het is je vast niet ontgaan dat de Tour de France in Utrecht start dit komende weekend.

Rondom de Tour zijn er ook heel veel activiteiten. Ingrid Hooijmans van Hooi in de Burgemeester Reigerstraat liet weten dat er op 4 juli een leuke Venue (markt) in de straat zal zijn. Ook de Nachtegaalstraat doet mee.

Dichtbij Hooi in het Wilhelminapark is er op 30 augustus een Oververs lunch. Met eten dat anders zou worden weggegooid en restjes wordt er dan door een chefkok een lunch bereid. T.z.t. kan je de info lezen via de Facebookpagina van Hooi.

Op zondag 5 juli is er een speciale Re-cycle editie van Le Bazarre. Een markt waar je terecht kunt voor leuke vintage, design, tweedehands, vinyl, boeken, grafisch werk en streekproducten. Van 12.00 – 18.00 uur in de Werkspoorkathedraal.

IMG_0585

De organisator van Le Bazarre, Rinke Vreeke, vertelde me enthousiast over twee openlucht bioscopen in augustus. Op 1 augustus is er een openlucht editie van Brommerbios. Lekker buiten naar films kijken bij Molen de Ster in Lombok, Utrecht.

Vanaf 26 augustus is er vier avonden lang Pluk de Nacht, een open air Film festival. Dit festival komt eerder in augustus ook in Amsterdam en Arnhem, dus check de website voor alle details.

Laura Stassen organiseert iedere eerste maandag van de maand het Schrijfcafé Fiësta bij Hooi. The place to be om onder het genot van lekkere koffie of thee aan je schrijfskills te werken. Op maandagochtend 6 juli verbindt het Schrijfcafé de Tour met vakantieverhalen met de veelbelovende titel ‘Tour de Schrijf’.

Zelf heb ik een flink aantal keren mogen genieten van het Schrijfcafé. Naast het schrijven is het ook een fijne plek voor gesprekken en leuke ontmoetingen. Zo leerde ik Cecile Wilbers kennen. Zij is literatuurcoach, en geeft je graag een persoonlijk leesadvies. Tevens verzorgt ze leesretraites. Zo tof!

Vanuit Rotterdam is Laura Schön samen met Judith en Rogier aan het crowdfunden voor een vaste locatie voor hun Geef Café. Afgelopen jaar hebben ze hun concept uitgebreid kunnen testen in een Pop Up Geef Café, en dat beviel zo goed dat ze dit graag willen omzetten in een eigen plek.

Geef Café staat voor eten, drinken en delen. Er staan geen prijzen op de menukaart, maar je kan zelf bepalen hoeveel je wilt betalen voor wat je eet. Betaal je wat meer dan kan iemand anders die niet zoveel geld heeft ook een maaltijd eten. Een hele mooie gedachte, vind ik.

Tot en met 16 juli zijn ze nog bezig met het inzamelen van geld. Hoe je ze daar bij kan helpen, lees je hier.

Woon of ben je deze zomer in de buurt van Groningen? Dan heb ik  twee leuke tips voor je! Goudje Haadsma woont in Groningen en tipte me over twee festivals.

Het festival Noorderzon is van 20 t/m 30 augustus. Volgens Goudje een fantastisch festival met kunst, theater, muziek, eten en alles wat daar bij hoort. Leuk voor jong en oud! Het is in Groningen in het Noorderplantsoen.

De afsluiter van het festival seizoen is Kadepop, op 4 en 5 september. Een kleinschalig festival met eten en vooral veel muziek, en de ambitie om groot te worden. In en om een oude fabriek aan de Eemskanaal Noordzijde. Bij het bekijken van het programma zag ik dat Typhoon ook optreedt. Mmm!

Babette Zijlstra uit Amsterdam stuurt ons over de grens. Houd je van brocante en vlooienmarkten dan raadt zij Brussel aan. Naast veel leuke markten, die bij Waterloo is haar favoriet!, zijn er ook winkeltjes met verborgen schatten. Op haar blog vertelt ze er meer over. Ze geeft ook tips over waar je kan eten en slapen. Handig!

IMG_0581

Tenslotte nog een tip van mij. Heb je helemaal geen zin om erop uit te trekken, maar wil je lekker in je stoel of hangmat liggen en lezen? Lees dan ‘Lang zal ze leven! Van 20 tot 40-‘ van Barbara Stok. Een stripboek over haar eigen belevenissen. Over liefde, werk, spelen in een band en concerten. Grappig en leerzaam.

Wat je ook gaat doen deze zomer, ik wens je heel veel plezier. Geniet ervan!

O ja, en ben je niet op zoek maar wil je wel vinden deze zomer? Dan kan je op 17 juli meedoen met de speciale summerschool editie van mijn workshop Loopbaan-in-zicht.

Zelf nog een leuke tip? Laat het me weten, of zet ‘m hieronder bij de reacties!

Uit je comfortzone? Hoezo?

Ineens sta ik met het boekje ‘Uit je comfortzone. In 10 eenvoudige stappen in mijn handen.

Huh? Daar hou ik toch helemaal niet van! Veel te populistisch. Alsof je alles kan oplossen door uit je comfortzone te gaan. Te pas en te onpas wordt het gebruikt.

‘Vind je netwerken spannend? Stap uit je comfortzone en doe het gewoon.’

‘Al een tijdje ontevreden over je werk? Waarom blijven hangen in iets dat je niet inspireert? Verlaat je comfortzone en zeg je baan op.’

Alsof uit je comfortzone stappen een bezweringsformule is, waardoor alles goed komt.

Terwijl ik denk: leg terug, blader ik er toch even door heen, en raak geboeid door wat ik zie. Voordat ik het weet heb ik het boekje afgerekend en loop ik de boekhandel uit.

Op de fiets naar huis denk ik aan een moment dat ik zelf uit mijn comfortzone werd geduwd: door het gespetter tijdens de zwemles.

Ik vond het spannend om in het water te liggen en te leren zwemmen. Ik vond het ook leuk, want straks kon ik echt zwemmen. Ik was wel de meest voorzichtige van alle kinderen. Zwemmen vond ik leuk, maar al dat gespetter niet.

Dat was duidelijk te zien. Dus mocht ik aan het einde van de les van de juf het bloemetje zijn dat water kreeg. De andere kinderen gaven mij water door flink met water te gooien en te spetteren. Waarbij de badjuf vrolijk riep: “Toe maar, het bloemetje heeft ontzettende dorst, geef het maar water.”

Ik stond met gebogen hoofd en beide handen stevig voor mijn ogen. En hoopte dat het snel voorbij zou zijn. Toen het gespetter maar niet ophield en ik het gevoel had dat ik verdronk, huilde ik. Uiteindelijk gilde ik zo hard, dat mijn moeder die in een andere ruimte zat, mij kon horen.

Toen ze naast het bad stond, hield het eindelijk op. Ik werd uit het water gehaald, waarbij de badjuf tegen mijn moeder zei: “Ik dacht dat ze het leuk vond.”

Volgens mij is er een groot verschil tussen uit je comfortzone moeten of het zelf willen.

Bij mijn zwemles werkte het niet, omdat ik iets moest doen waarbij een ander dacht dat het goed voor me was. Het was me niet gevraagd. Iets doen waar je zelf niet achter kan staan, gaat niet het juiste effect opleveren. Dat geeft juist stress.

Ik kreeg alleen maar meer tegenzin om te zwemmen. Terwijl het spelletje eigenlijk niets met leren zwemmen te maken had.

Toen ik later met mijn vader op zondagochtend mee mocht naar het vrij zwemmen, en ik op mijn eigen manier en eigen tempo mocht rondspartelen, leerde ik sneller dat ik niet bang hoefde te zijn in het water, dan bij de zwemles.

Als je vanuit jezelf (= intrinsiek) gemotiveerd bent om iets te doen, dan levert dit meer resultaat op dan dat je dit doet omdat een ander vindt dat je iets moet.

Met iets aan de slag gaan, omdat het je interesseert brengt je verder, omdat je dan zelf bepaalt hoe groot of hoe klein de stappen zijn die je wilt nemen. Je kan je eigen tempo kiezen. Omdat het je interesse heeft, houd je het ook langer vol om je doel te bereiken.

Het boekje ‘Uit je comfortzone’ van Jessica Hagy kan je daarbij inspireren. In het Engels heet het trouwens ‘How to be interesting’ Een titel die ik zelf beter vind passen.

Foto Uit je comfortzone

Het is geen zelfhulp-boekje waarbij je na het lezen van de 10 stappen precies weet hoe je het wilt aanpakken. Het kan je wel op ideeën brengen.

De kracht zit ‘m in de combinatie van eenvoudige tekeningetjes met korte teksten. De schrijfster weet hierdoor ook iets ingewikkelds om te zetten in iets verbluffend simpels.
Dit was ook de reden dat ik het kocht.

Jessica geeft geen echt nieuwe inzichten, de meeste dingen zal je zeker al weten. Maar door de manier van presenteren en haar humor blijft de inhoud in je hoofd hangen en zet ze je aan het denken.

Het is een boekje om regelmatig in te kijken, bijvoorbeeld op een moment dat je iets spannends gaat doen. Of dit nu binnen of buiten je comfortzone is.

Lol maken in het ondernemen: is daar een recept voor?

Roze ballon

‘Het leven is een feest, maar je moet wel zelf de slingers ophangen’

Deze quote stond vorig jaar op de uitnodiging voor mijn verjaardagsfeestje. Gewoon, omdat ik toen weer eens echt zin had in een feestje.

Er was geen speciale reden, alleen maar de behoefte om met iedereen bij te praten, het gezellig te hebben en de gasten te verwennen met lekkere taartjes, hapjes en drank.

Denkend over ondernemen en lol maken, komt deze quote meteen in mijn hoofd op. Of je nou onderneemt of werkt voor een baas: zelf zorg je voor de lol in je werk.

Die lol zal er vast voor iedereen anders uitzien. Voor mij zit het vooral in het plezier dat ik heb terwijl ik werk. In gesprekken met cliënten, het schrijven van een blog, of het uitdenken van een workshop.

Offline, maar zeker ook online.

Het coachen van mensen, vind ik het lolligste om te doen.

“O ja”, hoor ik je denken: “hoe zit dat dan? Jij voert toch gesprekken.”

Ik begrijp dat dit heel saai klinkt, maar tijdens deze gesprekken wordt er heel wat lol gemaakt. Ik kan je verzekeren dat menig persoon aan de andere kant van de tafel blij lacht als duidelijk is welke richting hij of zij op wil in het werk.

Om nog maar te zwijgen van degenen die breed lachend komen vertellen of mailen dat het gelukt is om de baan te krijgen die ze op het oog hadden.

Typerend vind ik de uitspraak van een cliënte vorige week: “En we hebben gelachen.” Terwijl haar situatie niet zo makkelijk is.

En nee, we lachen niet alleen bij goed nieuws. Ook als het lastig is, kunnen we ineens lol hebben met elkaar. Door te praten over je vragen kan je ineens zien hoe moeilijk je het jezelf kan maken. Daar samen om lachen helpt al om het minder zwaar te laten zijn.

Ook als we niet lachen, kan ik heel blij worden van mijn werk. Als er iets heel moois wordt gedeeld in een gesprek. Of ik zie aan de ogen van de ander dat mijn vragen hem aan het denken zetten. Bij het lezen van een enthousiaste mail, waarin een cliënte mij bedankt voor het inzicht dat zij opdeed bij mijn workshop. Waardoor zij over een paar weken op het vliegtuig stapt naar Curaçao om daar haar droom waar te gaan maken.

De lol zit voor mij in deze momenten van voldoening.

Alleen? Nee, echt niet!

Regelmatig zeggen mensen tegen me: “Dat ondernemen in je eentje lijkt me geen lol aan, want dan zou ik mijn collega’s missen.”

Als ik vertel dat ik ook collega’s heb, kijken ze verbaasd. Natuurlijk heb ik die collega’s niet de hele dag om me heen. De uitvoering van mijn werk doe ik helemaal zelf.

Eigenlijk niet anders dan toen ik nog voor de klas stond of de begeleiding deed van inburgeraars. Ook toen stonden mijn collega’s niet naast me in het lokaal of in de spreekkamer.

Ik heb collega’s die hetzelfde vak uitoefenen, maar ook collega-ondernemers die een ander vak hebben. Ik ontmoet deze mensen via netwerken en door lid te zijn van de beroepsvereniging van loopbaancoaches en van de ondernemersgroep hier in Utrecht Zuid. En kan ik kiezen.

Dat ik mijn collega’s zelf kan kiezen en met ze kan afspreken wanneer ik wil, vind ik juist een groot voordeel van het ondernemen. Dat vergroot mijn lol.

Op een warme dag in augustus in de tuin van mijn vormgeefster het ontwerp van de kerstkaarten bespreken is werk combineren met heel veel plezier, waarbij we veel lachen én een mooie kaart samenstellen.

Ook online heb ik collega’s. Bijvoorbeeld via Twitter. Het zijn mijn collega’s, omdat we tips uitwisselen, lachen en even bijkletsen. Gewoon via internet.

Een tweet ontvangen, waarin iemand vraagt hoe mijn dag was, zorgt voor extra kleur.

Bij een ‘live’ borrel in Utrecht voelde het kennismaken dan ook niet onbekend maar gewoon goed. We lachten en praatten: we hadden het leuk met elkaar. 

Juist al deze kleine momenten maken het ondernemen voor mij zo lollig!

Als er een recept zou bestaan, dan zouden dit voor mij de ingrediënten zijn.

En wat doe jij om lol te maken in je werk? Wat is jouw recept?
Ik ben heel benieuwd, dus leuk als je het hieronder laat weten.

Dit blog is gemaakt als antwoord op de vraag van ‘Kom maar op’.

Meekijken bij mijn workshop tijdens Geluksroute 16 mei 2015

Poster Geluksroute op de deur bij HOOIDe poster van de Geluksroute op de deur bij lunchroom HOOI in Utrecht. Een warm welkom.

De workshop 'Hoe groen is jouw gras?' voorbereidenDruk bezig om de tafel zo uitnodigend mogelijk te maken. De groene tafel matcht met het thema van de workshop: ‘Hoe groen is jouw gras?’

De inspirerende opdrachten nodigen uit tot nadenken.Leuk om te zien dat de deelnemers met enthousiasme aan de opdrachten werken.

Titel van de workshop: Hoe groen is jouw gras?Ook zin gekregen om te onderzoeken hoe groen jouw gras is?
Stuur een mail!

Meer informatie over de Geluksroute 030 vind je hier.

 

 

 

 

Een feestje met kaarten

driejaaractie

Vandaag bestaat Karin Verheij Loopbaancoaching 3 jaar!
Dus tijd voor een feestje! Yeah!
Graag deel ik mijn plezier hierover met jou!
Door… jou een kaartje te sturen. Gewoon omdat ik het zelf zo leuk vind om kaarten te versturen.
Dus kan je wel wat inspiratie gebruiken vandaag?!
Mail me je adresgegevens, en ik stuur je een kaartje vol inspiratie.
Liever een online kaartje? Dat kan ook.
Laat me via Twitter of Facebook weten dat je een kaartje wilt, dan stuur ik je een foto toe.
Je kan meedoen tot vanmiddag (1 mei) 16.30 uur. Dan zorg ik dat je kaart op tijd wordt gepost.
Reageer snel, want op = op!

Ongevraagd advies: waarom niemand daarop zit te wachten

stoom afblazen

Met een bonzend hart leg ik de telefoon neer.

Mijn collega, die achter me zit, draait zich meteen om en zegt: “Nou, dat was niet mis. Die man was goed boos.”

“Ja”, zeg ik, “en het vervelende is dat ik niet precies weet waarom hij zo boos is. Hij is niet tevreden over een maatregel van de gemeente, maar waarom hij die heeft gekregen, weet ik niet.”

Van de zenuwen grinnik ik een beetje en zeg: “Pfff, dit was de eerste keer dat ik werd uitgescholden. Ik schrik ervan.”

“O, maar dat zal nog wel vaker voorkomen. Sommige mensen reageren nu eenmaal zo. Wat je trouwens niet meer moet doen is zo’n man zoveel ruimte geven om je uit te schelden. Je kan beter…”

Terwijl ze begint uit te leggen hoe ik het had moeten doen, en wat bij haar altijd zo goed werkt, luister ik gedwee naar haar adviezen. Al luisterend dwalen mijn gedachten af naar het gesprek en vraag ik me af hoe het toch komt dat iemand zo boos is, en meer nog: hoe ga ik dit nu verder aanpakken?

Ondertussen hoor ik mijn collega zeggen: “Met al mijn ervaring kan ik je zeggen dat dit het beste werkt: kort en duidelijk zeggen wat je vindt, en meteen een gesprek afkappen als er wordt gescholden!”

“Bedankt”, mompel ik en ik sta snel op. In een flits pak ik mijn mok om onder het mom van even thee halen, de kamer uit te kunnen. Luisterend naar haar laatste woorden is er ineens een gevoel van onkunde over me heen gekomen.

Dit is mijn eerste werkweek in deze nieuwe functie en het is wel duidelijk dat ik dit helemaal niet kan. Mijn collega heeft het net gezegd. Zo moet je het niet aanpakken.

Terwijl ik thee inschenk, komt er een andere collega naast me staan. “Hè, hè, ik was wel even toe aan een bakkie”, zegt ze. Ze kijkt me lachend aan, maar als ze mijn gezicht ziet, vraagt ze: “Wat kijk je raar. Is er iets?” Ik kan alleen maar knikken. “Kom, dan lopen we even naar buiten. Vertel eens, is er iets gebeurd?”

Pas als ik ’s avonds thuis mijn verhaal vertel, realiseer ik me dat ik was geschrokken van het schelden, maar dat ik me vooral vervelend begon te voelen door de adviezen van mijn collega. Niet omdat ze verkeerde adviezen gaf, of omdat die niet zouden werken, maar omdat ze ze gaf, terwijl ik er niet om had gevraagd.

Ik was er niet mee bezig.

Mijn aandacht zat nog bij het gesprek. Er was nog geen ruimte om te bedenken wat mijn rol was geweest en of ik die goed had uitgevoerd. Laat staan dat ik al aan het bedenken was of ik het anders had moeten doen.

Deze week dacht ik hieraan terug, toen een cliënte een vergelijkbaar verhaal aan mij vertelde.

Na het gesprek verwonderde ik me er voor de zoveelste keer over: hoe komt het toch dat als er iets gebeurt, of je een verhaal vertelt, dat wij dan heel gauw geneigd zijn om een advies te geven. “Nee joh, dat moet je niet zo aanpakken. Je kan veel beter…”

Of: “Weet je wat jij moet doen…”

Het geven van een advies is eigenlijk een blijk van medeleven. We helpen je met een advies. Daar heb je iets aan. Het is ondersteunend.

Maar tegelijkertijd heeft het ook iets kleinerends: je vertelt iets, en uit je verhaal blijkt dat het niet goed ging. Dat kan je dus niet, of nog niet, dus daar zal je wel hulp bij nodig hebben. Mooi, hier ben ik, met mijn advies.

We vergeten dan helemaal dat die ander misschien alleen zijn verhaal kwijt wil, of zijn beleving wil delen. Gewoon een luisterend oor nodig heeft. En nee, geen advies.

We willen allemaal de ruimte krijgen om onze eigen fouten te maken of ervaringen op te doen. Laten we elkaar die ruimte dan ook geven.

Als de ander advies nodig heeft, dan kan hij of zij er echt wel zelf om vragen.
Laten we daar rustig op wachten.