Tagarchief: kommaarop

Vind je eigen stijl

‘Even kijken of ik hier naar de wc kan’, zeg ik, terwijl ik de glazen deur openduw.

Binnen moeten mijn ogen even wennen na het felle zonlicht van buiten.

Het is begin juni, maar vandaag lijkt het al zomer.

Mijn wangen gloeien en ik voel zweetdruppeltjes op mijn neus als ik mijn bril een duwtje geef.

Al snel zie ik dat links achterin de toiletten zijn.

Het wandelen langs de kust bij Bexhill-on-Sea was heerlijk. Een strakke blauwe lucht, een nog blauwere zee en weinig mensen. Maar na de lekkere koffie op het terras moet ik nu toch echt nodig.

Als ik even later opgelucht terugkom, kijk ik zoekend om me heen. Waar is mijn lief gebleven?

Mijn blik gaat scannend langs de mensen die iets verderop staan te praten. Daarachter zie ik een open ruimte met lage witte tafels en rekken. Ergens in het midden zie ik mijn lief staan.

Zodra ik bij hem ben, wijst hij al: ‘Je moet zeker even daar kijken. Ze hebben leuke kaarten.’

Kijkend naar de kaarten en boeken realiseer ik me dat ik in de winkel van het kunstcentrum sta.

De kaarten zijn inderdaad leuk. Nadat ik er een paar heb uitgekozen drentel ik nog even langs de lage tafels met boeken. Het assortiment verrast me: er liggen prachtige boeken over kunst en design.

Ineens valt mijn oog op een wit boekje met gouden letters.

‘Mm’, denk ik kritisch, ‘zeker weer zo’n boekje dat je wil laten geloven dat je in drie stappen succesvol bent.’

Ik grinnik een beetje in mezelf als ik de eerste zin lees: ‘So, you want to be Instagram famous, eh?

Humor. Dat is een goed begin.

En ja, hoor dan volgen de eerste drie stappen die je moet nemen om ‘famous’ te worden.

Stap 1: Ga naar een café.
Stap 2: Bestel een koolsalade.
Stap 3: Ga op een stoel staan en neem een foto van de koolsalade. 
Plaats de foto op Instagram en…

‘Boom’ jij en je #koolsalade zullen miljoenen volgers genereren.

Helaas slaat het volgende woord dan al je hoop de bodem in: Wrong.

Dit begin zorgt er wel voor dat ik het boekje koop.

Ik heb geen Instagram account. Ik wil helemaal niet beroemd worden en goud is niet mijn lievelingskleur, maar ik ben wel nieuwsgierig.

‘Welke tips staan er in het boekje, en wat vinden mensen er zo leuk aan om op Instagram foto’s te laten zien?’, vraag ik me af.

Lezen in het boekje stelt me niet teleur.

Het staat vol met prachtige foto’s en persoonlijke tips van mensen die vaak al lange tijd gebruik maken van Instagram

Zo leer ik weer meer over het maken van aansprekende foto’s. Leuk om te weten, want foto’s maken met mijn telefoon doe ik graag.

Eén tip spreekt me direct aan.

‘Find your own style’

Dit geldt niet alleen op Instagram, maar voor alles wat je doet.

Natuurlijk weet ik dit allang, maar daardoor wordt het niet makkelijker, vind ik.

Door alle mensen en mogelijkheden om me heen, laat ik me afleiden en luister ik niet goed naar wat ik zelf wil, of op welke manier ik iets wil.

Maar… er is hoop.

Want op deze allerlaatste #kommaarop-vraag van Agnes, Tessa en Sonja: wat was er leuk en leerzaam aan het #kommaarop’en? kan ik nu eerlijk antwoorden: dat ik beter heb geleerd om dingen op mijn eigen manier te doen én dat ik mijn stijl van schrijven heb gevonden.

De allereerste keer dat ik meeschreef aan de #kommaarop vond ik mijn eigen tekst het stomst. Wat had ik het raar opgeschreven en wat was het een saai verhaal. Dat deden de anderen beter.

Maar gaandeweg lukte het me om wat ik wilde zeggen beter in woorden te vatten. De #kommaarop werkte als een goede stok achter de deur om iedere maand met letters te goochelen en mijn mening onder woorden te brengen.

Ik durfde meer en kreeg er zelfs plezier in.

Nu weet ik beter wat ik kan op schrijfgebied én zie ik ook dat deze manier van schrijven bij mij past. Ik heb mijn stijl gevonden.

Dus dank jullie wel: Agnes en Tessa voor het ooit starten van de #kommaarop!
De tranen rollen niet over mijn wangen bij deze laatste keer, want ik weet dat ik jullie online of offline weer ga ontmoeten.

O ja, en beste lezer, ben je ook nieuwsgierig naar dit leuke boekje over Instagram?
Ik geef het graag door, dus stuur me een berichtje, dan stuur ik het naar je op.
Je kan reageren tot en met woensdag 11 oktober 2017.
Op donderdag 12 oktober heb ik de winnares bekend gemaakt.
Iedereen die meedeed aan deze win-actie heeft inmiddels bericht gehad.

Waarom ik wel schreeuw, maar niet van de toren

Wat wil jij van de toren schreeuwen?

Op grote hoogte staan.

Dat is niets voor mij.

Ooit stapte ik met bibberende knieën en klotsende oksels in een kabelbaantje om ergens ‘op een berg’ met mijn au pair gezin te gaan lunchen.

Het ging. Natuurlijk.
Maar als ik mag kiezen blijf ik liever op de begane grond.

Zo bleef ik koffiedrinken onder een kerktoren in Oxford, terwijl mijn lief de 120 en nog wat treden beklom om van het uitzicht te genieten.

Dus iets van een kerktoren gaan staan schreeuwen, dat is niets voor mij.

Schreeuwen? Nee, daar ben ik niet van. Laat mij maar rustig praten.
Dat past bij me.

Die kerktoren en dat schreeuwen stonden me dan ook behoorlijk in de weg om de vragen van de Kommaarop van deze maand te beantwoorden.

Hoewel de vragen ‘Wat zou jij van de kerktoren willen schreeuwen?’
‘Waar luid jij de noodklok voor?’ en ‘Waar hang jij de vlag voor uit?’ wel door mijn hoofd bleven spelen.

Want stel dat ik daar toch zou staan, daar bovenop die kerktoren, wat zou ik dan te zeggen hebben?

Iets dat me echt, echt aan mijn hart gaat.

Vorig week donderdag bij het wakker worden wist ik het ineens.

Wat ik van de kerktoren zou willen schreeuwen is: ‘Laten we aardig zijn voor onszelf’.

Je denkt nu vast ‘ja, ja, weer zo’n softe coach die iets roept over aardig zijn’.

Makkelijk zeg. Een echte open deur.

En ja, dat ben ik met je eens. Het is een open deur.

Maar hee, doe jij die deur vaak open?

Ben jij echt aardig voor jezelf? Net zo aardig als je, voor je vriendin, partner, moeder of wie dan ook, bent?

Geef jij jezelf weleens een compliment? Of echt vrije tijd? Tijd, die je mag besteden zoals jij wil? Sta jij het jezelf toe om fouten te mogen maken, of moet alles in één keer goed?

Aardig zijn voor onszelf zorgt voor lichtheid. Minder zwaarte of zorgen. En dat gun ik onszelf van harte.

De noodklok luid ik voor het feit dat nog steeds 2,5 miljoen mensen in Nederland niet goed kunnen lezen, schrijven of rekenen. 2,5 miljoen! Ik vind het nogal wat.

Tegenwoordig hebben we voor alles wel een dag: vandaag is het Wereld Alfabetiseringsdag. Landelijk is dit de week van de Alfabetisering. Ik juich het toe dat er op deze manier aandacht voor wordt gevraagd.

En ik juich niet alleen. Ik doe er zelf ook iets aan. Een dag in de week geef ik een taaltraining aan medewerkers in een ziekenhuis, zodat zij hun taalniveau kunnen verbeteren, waardoor ze met meer gemak en plezier kunnen leven en werken.

En last but not least hang ik de vlag uit voor iedereen die belangeloos iets doet voor een ander.

Zoals je buren of je familie die voor je post of planten zorgen, terwijl je op vakantie bent.

Maar er zijn natuurlijk legio situaties te noemen waarbij het heel fijn is dat een ander je helpt. Kijk maar eens om je heen.

En hoe klonk dit vanaf de begane grond?

Dit blog is geschreven in het kader van Kommaarop. Een idee van Agnes Swart en Tessa Wiegerinck.

Het geheim dat mijn oma met mij deelde

Oma en opa

Praten.

Mijn opa en oma vonden dat lastig.

Dus veel gepraat werd er niet.

Of eigenlijk werd er heel wat afgepraat, maar niet over hoe je je voelde of wat je dacht.

Het is dan ook best bijzonder dat één van mijn fijnste herinneringen aan mijn oma over een goed gesprek gaat.

Een gesprek tussen haar en mij. Op een zomerse zondagmiddag op het bankje voor hun huis.

Ik was vijfentwintig, studeerde en dacht veel na over mijn toekomst.

Terwijl ik peinzend naar een hommel keek die om de leeuwenbekjes zoemde, vroeg ik haar ‘Bent u tevreden met uw leven?’

Ik zie nog haar verbaasde ogen en hoor haar zeggen: ‘Och kind, wat een vraag.’

Mijn oma zei altijd ‘kind’ tegen je. Ik vond dat fijn. Het voelde vertrouwd.

Ik kende dit al. Je kreeg een antwoord, maar niet echt. Dus hield ik aan. ‘Ja, best een vraag hè. Maar wat is uw antwoord. Bent u tevreden met uw leven?’

Of ze aan me kon zien dat het belangrijk voor me was, of dat ze gewoon in een open bui was, ik zal het nooit weten. Maar ze antwoordde.

‘Ik ben best tevreden, maar soms vind ik het jammer dat ik dingen niet heb kunnen doen.’

Enigszins verrast door haar antwoord, vroeg ik ‘O ja? Wat dan?’

‘Ik had ook wel willen studeren bijvoorbeeld.’

‘O ja! En wat?’

‘Dat weet ik niet precies. Maar leren vond ik altijd fijn. En met wat je leert kan je weer anderen helpen. Maar bij mij liep het anders.’

In mijn hoofd zag ik meteen voor me hoe anders dat het liep. Ze trouwde, kreeg zes kinderen en zorgde voor haar gezin. Ze ging trouw naar de kerk, hield van handwerken, haar planten en haar tuin. Ze deed dingen op vaste dagen. Op maandag was het wasdag en op vrijdag bezocht ze bekenden in het bejaardenthuis. Op zaterdag kwamen de kinderen en kleinkinderen en op zondag was het een rustdag. Dat was haar wereld.

Ondertussen praatte ze verder: ‘Ach, weet je kind, toen ik zo oud was als jij gingen meisjes niet studeren. Je hielp thuis of had een dienstje en je trouwde. Het was een andere tijd. Het is fijn dat meisjes van nu die kans wel hebben.

Het is belangrijk dat je een kans krijgt en die benut. Het maakt niet uit wat je doet in je leven, als je er zelf maar iets van maakt.’

Nu ik dit schrijf zie ik ons daar weer zitten. Ik heb lange tijd niet aan dit gesprek gedacht, maar bij het nadenken over de Kommaarop vraag: ‘Waardoor laat jij je leiden in je ondernemersleven?’ dacht ik eraan terug en realiseerde ik me dat dit het is wat mij drijft in het leven en dus ook in mijn werk.

Anderen verder helpen, zodat ze de kansen zien die er voor ze zijn en ze in staat zijn om ze goed te benutten. Niet alleen nu, nu ik mijn eigen bedrijf heb, maar ook toen ik in dienst was bij een organisatie.

In het laatste jaar dat ik studeerde werd mijn oma ziek. Ze overleed voordat ik mijn bul kreeg uitgereikt. Maar ik wist zeker dat ze op die dag naar mij keek daar vanuit de hemel.

Dit blog is geschreven in het kader van Kommaarop, een idee van Agnes Swart en Tessa Wiegerinck.

Lekker lezen! Of… hoe werkt dat nou zo’n uitdaging?

Verzameling meisjesboeken
Mezelf meer tijd gunnen om te lezen, dat wil ik al een tijdje. Het is iets dat ik heel graag doe, maar door druk zijn en drukte in mijn hoofd, schoof ik het maar steeds door naar een volgende dag of een ander moment.

Dat schoot dus niet op.

De #kommaarop van de maand april kwam dan ook als geroepen. Een maand lang bezig zijn met een zelfgekozen uitdaging.

Mijn uitdaging werd: iedere dag een half uur lezen.
Niet met als doel om meer boeken te lezen. Nee, vooral om weer te genieten van het lezen.

Collega-ondernemer Sonja van Vuren schreef als reactie bij mijn uitdaging:
‘Maar een half uurtje per dag? Eitje…’

Nou, dat was toch niet helemaal waar. Er zat nog best een hard stukje in dat eitje.

De eerste week van april ging ik voortvarend van start.
Het was fijn dat de start in het weekend viel, zo had ik rustig de tijd om te lezen.
Iets langer dan een half uur lukte dan ook prima.
Ook de rest van de week ging het soepel. Een enkele keer las ik pas ’s avonds in bed. Maar dat gaf niet een half uur lukte dan toch.

Wat nog niet helemaal lukte, was om er ook echt van te genieten. Het voelde als een verplicht nummer. Tijdens het lezen keek ik regelmatig op de klok om te zien of het half uur al voorbij was.

Dat was toch niet helemaal wat ik wilde. Wat kon ik daar eens aan doen?

Eerlijk gezegd wist ik dat niet meteen.

De tweede week ging het finaal mis. Ik was druk met werk en toen ik dinsdagavond naar bed ging, viel ik in slaap, zonder me te realiseren dat ik die dag niet in mijn boek had gelezen.

Pas de volgende ochtend bij het opstaan viel mijn oog op het boek en bedacht ik me dat ik niet had gelezen. In eerste instantie kon ik me daar niet zo druk over maken. Er waren andere zaken die mijn aandacht vroegen. Maar toen ik later die dag van een opdracht naar huis fietste, baalde ik ervan.

Ik wilde dit toch zo graag. Waarom maakte ik er dan geen tijd voor?

Tot ik me realiseerde dat ik er teveel een ‘moeten’ van maakte.

Stiekem had ik gedacht dat ik deze maand even een flink deel van mijn stapel boeken zou ‘weglezen’. En dat was meteen het ‘probleem’. Ik deed het niet om lekker te lezen. Ik wilde gewoon mijn to-do lijstje op leesgebied korter maken. Ik deed het voor het resultaat en niet om te genieten. Toen ik dat had geconstateerd, realiseerde ik me dat ik die ‘verplichte’ stapel boeken even opzij moest schuiven.

En ik vroeg mezelf af: wat wil ik nu echt lezen?

Het werd een boek uit mijn verzameling oude meisjesboeken.

Ja, écht, het werd een meisjesboek!

Daar had ik gewoon het meeste zin in.

Mijn voorliefde voor retro betreft ook boeken. Mijn quilty pleasure is mijn verzameling oude meisjesboeken, die ik als puber ook las.

Denk aan schrijfsters als Nel van der Zee, Cissy van Marxveldt, Fenna Feenstra, Leni Saris of (mijn favoriet) Sanne van Havelte.

En daarmee was het hek van de dam. Ik las zodra ik ook maar een momentje tijd had. Ik hoefde niet meer op de klok te kijken, want ik verdween in de boeken. Ik leefde zo mee met de hoofdpersonen dat ik gewoon de tijd vergat.

Heerlijk! Precies zoals ik vroeger in een verhaal verdiept was.

Meisjesboeken van weleer, Kristine Groenhart

Toen ik op de laatste dag van de uitdaging in de Volkskrant een artikel van Sylvia Witteman las, met als titel ‘Deugnieten met een olijke lach’, waarin ze schrijft over haar voorliefde voor oude meisjesboeken, dacht ik meteen ‘dit kan toch geen toeval zijn!’

Door het artikel kwam ik erachter dat ook schrijfster Kristine Groenhart een fan is van meisjesboeken. Op 26 april, jawel precies in de maand van de uitdaging, kwam haar boek ‘Meisjesboeken van weleer’ uit.

Je begrijpt dat ik het boek meteen heb gekocht. Niet alleen omdat ik nieuwsgierig ben naar de inhoud, maar ook om mezelf te herinneren aan het feit dat lezen voor het resultaat niet werkt.

Nu niet, ik ben bezig met mijn uitdaging!

Boeken

‘Til je voet even op!’

Mijn moeder zegt het iets harder om boven het geluid van de stofzuiger uit te komen.

Ik reageer niet.

Met de stang geeft mijn moeder een duwtje tegen mijn voet. Dan pas kijk ik op en trek mijn voet in de stoel.

Ik lees.

Het geluid van de stofzuiger of iemand die tegen me praatte. Ik hoorde het niet. Zo ging ik op in het lezen van mijn boek.

Ik was zo’n meisje dat het liefst iedere dag naar de bibliotheek ging om nieuwe boeken te halen. Na een aantal jaar had ik dan ook alle jeugdboeken gelezen. Ik keek verlangend naar de boeken van de volwassenen. Die mocht je pas lenen als je twaalf was.

Gelukkig begreep mijn moeder mijn leeshonger en mocht ik boeken lenen met haar biebpas.

Nog steeds lees ik graag.

Alleen niet meer zo vaak als vroeger.

Logisch, want ik heb minder tijd om aan lezen te besteden dan toen ik een kind was.

Toch is dat het niet alleen.

Het gaat ook om gunnen.

Heel vaak gun ik mezelf de tijd niet.

Dan vind ik andere dingen belangrijker. Zoals een schone badkamer of nog iets doen voor mijn werk.

En natuurlijk is dat ook belangrijk.

Maar iets doen voor jezelf en daarvan genieten is net zo belangrijk.
Het zorgt voor ontspanning, waardoor er weer zin en energie is om dingen die moeten met plezier te doen.

Bij mijn schoonvader zie ik hoe het is, als lezen niet meer gaat.
Daarvan heb ik geleerd: doe het nu het kan.
Maar ja, die tijd hè.

De Oostenrijkse schrijfster Bertha Eckstein zei het heel treffend.

De enige manier om tijd te hebben is tijd te nemen

Ik hoor het ook bij mijn cliënten: ‘Het liefst ga ik regelmatig fietsen, maar waar haal ik de tijd vandaan?’ Of ‘Ik wil graag gezond eten, maar als ik laat thuis ben van mijn werk, heb ik geen tijd om nog een gezonde maaltijd klaar te maken.’

We wíllen het graag, maar we dóen het niet.

Aan mijn cliënten vraag ik dan: hoe zou je willen dat de situatie wordt?
Door daarover te praten wordt duidelijk waar je naar toe wilt, en kom je op ideeën hoe je dat kunt bereiken.
En dat hoeft geen groot en ingewikkeld idee te zijn. Iedere kleine stap, is er één.

Deze vraag stelde ik dus ook aan mezelf: ‘Hoe zou ik willen dat de situatie wordt?’

Mijn antwoord: ‘Het liefst zou ik iedere dag tijd nemen om in een boek te lezen.’
Het gaat me niet om veel lezen, wel om te genieten van het lezen.

Door er over te schrijven en mee te doen aan de ‘Kom maar op’ van Agnes Swart en Tessa Wiegerinck heb ik meteen een stok achter de deur.

Dus dat wordt mijn uitdaging deze maand: iedere dag minimaal een half uur lezen!

Ik heb er zin in! En zal je begin volgende maand laten weten hoe het is gegaan.

En jij? Heb jij iets waar je deze maand echt de tijd voor zou willen nemen?

Laat het weten, en doe ook mee.

En nu… ga ik eerst lekker lezen.

Over hoge verwachtingen, en hoe die succes juist in de weg staan

Krullen

Zestien was ik. En ik keek met rode wangen van spanning in de spiegel van de kapper.

Met een laatste keurende blik vroeg de kapster ‘Hoe vind je het zo?’

Fantastisch, vond ik het. Eindelijk, eindelijk had ik echte krullen!

Nou ja, nep natuurlijk, maar voor mij was het helemaal echt.

Maanden had ik bij mijn ouders gezeurd om deze krullen. Mijn beste vriendin had ze en het leek me het einde. Of het nou regende of stormde haar haar zat altijd goed. Ze hoefde er niet veel aan te doen. Even met haar hand er door en het zat weer in model. Ideaal!

En dat die leuke jongen van 3B met haar kletste, kwam natuurlijk ook door haar mooie krullen.

Met een hoofd vol verwachtingen liep ik bij de kapper de deur uit.

De volgende ochtend waren mijn verwachtingen flink gedaald. Door het slapen waren mijn krullen in de war geraakt. En wat zat het plat!

Met mijn hand er doorheen hielp niet. Kammen ook niet. Het werd er raar pluizig van.
Met wat gel verbeterde het iets, maar het kwam niet in de buurt van de dag ervoor.

Met tegenzin ging ik naar school.

Toen ik daar na 10 kilometer fietsen in de spiegel keek, dacht ik: waarom zit het bij mij nou niet meteen goed?!

Vierenveertig was ik, en beginnend ondernemer. Met rode wangen van inspanning schreef ik een tekst voor een advertentie.

Tijdens een netwerkontbijt had een collega ondernemer gevraagd of ik belangstelling had voor een advertentie in een wijkmagazine.

Dat leek me wel wat. Via een advertentie zou ik wel honderden mensen tegelijk kunnen bereiken. Ideaal!

Met een hoofd vol verwachtingen stuurde ik mijn tekst en foto op.

Het magazine kwam uit tijdens mijn vakantie. Dat ik geen berichten of telefoontjes kreeg, drong nog niet zo tot me door.

Ook na de vakantie gebeurde er niets.

Twee weken later dacht ik teleurgesteld: waarom reageert er nou helemaal niemand?!

Nu weet ik dat vooral mijn verwachtingen maken dat ik teleurgesteld raak over iets dat ik uitprobeer.

Door mijn verwachtingen vul ik al in hoe het resultaat moet zijn. Net zulke krullen als mijn vriendin. Of nieuwe cliënten door een advertentie. Maar zo werkt het niet. Succes kan je niet afdwingen.

Zonder al mijn verwachtingen, kijk ik er anders naar. Dan zie ik: een advertentie plaatsen in dat magazine werkt dus niet voor mij. Prima, ook weer geleerd. Op naar het volgende om te proberen.

Dezelfde krullen als mijn vriendin, dat is natuurlijk een illusie. Mijn haar is niet haar haar, dus hoe kan het resultaat dan hetzelfde zijn? Vergelijken is niet slim.

Die krullen heb ik wel jaren gehad. Het ongemak van het steeds opnieuw in model brengen, nam ik voor lief.
Omdat ik de jongen, waar ik stiekem verliefd op was, eens hoorde zeggen dat hij ‘krullen zo stoer vond’.

Dit blog is gemaakt als bijdrage aan de Kommaarop van Agnes Swart en Tessa Wiegerinck van februari 2016.

‘Jij bent toch altijd zo netjes?!’

Chaos en ordeHet tegenovergestelde van chaos is orde.

Dat ben ik. Ordelijk, netjes, bij mij is alles opgeruimd. Ik heb overzicht.
Of zoals een collega ooit zei: ‘Jij bent zo consciëntieus.’

Zelf vind ik dat heel gewoon. Mijn ouders zijn ook netjes. Ik denk dat ik het van ze heb geërfd. Ik heb er niets voor hoeven doen. Het gaat vanzelf.

Anderen herinneren mij er wel aan.

Medeleerlingen op school: ‘Ja, maar jij bent ook zo netjes!’ Of collega’s zeiden: ‘Jij bent het natuurlijk niet vergeten!’

Soms kan ik met een verlangende blik kijken naar de chaos bij anderen.

Dat ordelijke eens lekker loslaten. Lekker vrij en zonder voorbereiding aan iets beginnen.
Niet al die was netjes opvouwen en op overzichtelijke stapeltjes in de kast leggen.
Te laat komen en dat niet erg vinden.

Want je bureau opruimen aan het einde van de dag, op tijd komen of alle sokken netjes opvouwen, het vraagt wel tijd en aandacht. Het kost energie, die ik ook liever aan iets anders zou willen besteden. Het lezen van een boek bijvoorbeeld.

Heerlijk lijkt het me om ook eens te kunnen zeggen: ‘Nee, dat heb ik niet gedaan, want ik kon het verslag niet meer vinden.’

Toch lukt het me niet. Het opruimen, het netjes zijn is altijd sterker dan het losse.

Hoewel… één keer was ik dus echt te laat, en dat voelde helemaal niet ontspannen of lekker los. Ik weet nog steeds niet hoe het gebeurde, maar ik kwam te laat voor het eindexamen Nederlands.

Ik stond rustig mijn tanden te poetsen, toen mijn moeder rennend de trap op kwam, roepend dat ik te laat was en nu moest gaan.

Met de tandenborstel in mijn mond keek ik mijn moeder verbaasd aan. ‘Wat is er?’, was het eerste dat ik kon uitbrengen.

Mijn moeder was net gebeld door de school met de vraag of ze wist waar ik was, want ze gingen beginnen met het examen en ze misten me.

De tandenborstel vloog met een boog in de wasbak, en in vliegende vaart greep ik mijn tas, jas en fiets. Nog nooit had ik de 10 kilometer naar school zo snel afgelegd als toen.

Onderweg naar school had ik maar één gedachte: ‘O, als ik het nog maar haal!’

Het lukte me om nog net binnen de eerste 30 minuten van het examen op school te komen, dus langs de verbaasde blikken van mijn vriendinnen en medeleerlingen werd ik keurig naar mijn tafeltje begeleid en kon ik starten met het examen.

Ik vergeet nooit meer dat wanhopige gevoel dat ik had tijdens mijn fietstocht en het bonkende hart én hoofd toen ik daar achter dat tafeltje zat. Alsof ik net was ontsnapt aan een grote ramp.

Het duurde dus wel even voordat ik met concentratie de vragen van het examen kon lezen.

Nu koester ik mijn ordelijkheid, op tijd komen en netheid.

Ze horen bij mij.

In mijn werk is het erg handig.

Ik grijp niet mis als ik een oud dossier wil inzien en overzicht houden in een gesprek gaat me makkelijk af.

En wat is het fijn als één van mijn cliënten zegt: ‘Wat ben ik blij dat je me hebt geholpen bij het helder krijgen van de chaos in mijn hoofd’.

Hoe het afliep met dat examen? Dat heb ik gehaald.

Hoewel ik nog steeds niet snap hoe dat kon.

Dit blog is gemaakt als antwoord op de vraag van Agnes Swart en Tessa Wiegerinck in de Kom maar op van oktober.

Lol maken in het ondernemen: is daar een recept voor?

Roze ballon

‘Het leven is een feest, maar je moet wel zelf de slingers ophangen’

Deze quote stond vorig jaar op de uitnodiging voor mijn verjaardagsfeestje. Gewoon, omdat ik toen weer eens echt zin had in een feestje.

Er was geen speciale reden, alleen maar de behoefte om met iedereen bij te praten, het gezellig te hebben en de gasten te verwennen met lekkere taartjes, hapjes en drank.

Denkend over ondernemen en lol maken, komt deze quote meteen in mijn hoofd op. Of je nou onderneemt of werkt voor een baas: zelf zorg je voor de lol in je werk.

Die lol zal er vast voor iedereen anders uitzien. Voor mij zit het vooral in het plezier dat ik heb terwijl ik werk. In gesprekken met cliënten, het schrijven van een blog, of het uitdenken van een workshop.

Offline, maar zeker ook online.

Het coachen van mensen, vind ik het lolligste om te doen.

“O ja”, hoor ik je denken: “hoe zit dat dan? Jij voert toch gesprekken.”

Ik begrijp dat dit heel saai klinkt, maar tijdens deze gesprekken wordt er heel wat lol gemaakt. Ik kan je verzekeren dat menig persoon aan de andere kant van de tafel blij lacht als duidelijk is welke richting hij of zij op wil in het werk.

Om nog maar te zwijgen van degenen die breed lachend komen vertellen of mailen dat het gelukt is om de baan te krijgen die ze op het oog hadden.

Typerend vind ik de uitspraak van een cliënte vorige week: “En we hebben gelachen.” Terwijl haar situatie niet zo makkelijk is.

En nee, we lachen niet alleen bij goed nieuws. Ook als het lastig is, kunnen we ineens lol hebben met elkaar. Door te praten over je vragen kan je ineens zien hoe moeilijk je het jezelf kan maken. Daar samen om lachen helpt al om het minder zwaar te laten zijn.

Ook als we niet lachen, kan ik heel blij worden van mijn werk. Als er iets heel moois wordt gedeeld in een gesprek. Of ik zie aan de ogen van de ander dat mijn vragen hem aan het denken zetten. Bij het lezen van een enthousiaste mail, waarin een cliënte mij bedankt voor het inzicht dat zij opdeed bij mijn workshop. Waardoor zij over een paar weken op het vliegtuig stapt naar Curaçao om daar haar droom waar te gaan maken.

De lol zit voor mij in deze momenten van voldoening.

Alleen? Nee, echt niet!

Regelmatig zeggen mensen tegen me: “Dat ondernemen in je eentje lijkt me geen lol aan, want dan zou ik mijn collega’s missen.”

Als ik vertel dat ik ook collega’s heb, kijken ze verbaasd. Natuurlijk heb ik die collega’s niet de hele dag om me heen. De uitvoering van mijn werk doe ik helemaal zelf.

Eigenlijk niet anders dan toen ik nog voor de klas stond of de begeleiding deed van inburgeraars. Ook toen stonden mijn collega’s niet naast me in het lokaal of in de spreekkamer.

Ik heb collega’s die hetzelfde vak uitoefenen, maar ook collega-ondernemers die een ander vak hebben. Ik ontmoet deze mensen via netwerken en door lid te zijn van de beroepsvereniging van loopbaancoaches en van de ondernemersgroep hier in Utrecht Zuid. En kan ik kiezen.

Dat ik mijn collega’s zelf kan kiezen en met ze kan afspreken wanneer ik wil, vind ik juist een groot voordeel van het ondernemen. Dat vergroot mijn lol.

Op een warme dag in augustus in de tuin van mijn vormgeefster het ontwerp van de kerstkaarten bespreken is werk combineren met heel veel plezier, waarbij we veel lachen én een mooie kaart samenstellen.

Ook online heb ik collega’s. Bijvoorbeeld via Twitter. Het zijn mijn collega’s, omdat we tips uitwisselen, lachen en even bijkletsen. Gewoon via internet.

Een tweet ontvangen, waarin iemand vraagt hoe mijn dag was, zorgt voor extra kleur.

Bij een ‘live’ borrel in Utrecht voelde het kennismaken dan ook niet onbekend maar gewoon goed. We lachten en praatten: we hadden het leuk met elkaar. 

Juist al deze kleine momenten maken het ondernemen voor mij zo lollig!

Als er een recept zou bestaan, dan zouden dit voor mij de ingrediënten zijn.

En wat doe jij om lol te maken in je werk? Wat is jouw recept?
Ik ben heel benieuwd, dus leuk als je het hieronder laat weten.

Dit blog is gemaakt als antwoord op de vraag van ‘Kom maar op’.

Superpowerrr!

Na het bekijken van het filmpje van Tina Roth Eisenberg ‘5 Rules for making an impact’, de aanleiding voor de #Kommaarop van deze maand, had ik nog geen idee wat nu mijn allerbeste eigenschap bij het ondernemen is.
Toen ik vanmiddag bij de lunch in mijn krentenbol beet, wist ik het ineens. Ik dacht terug aan wat mijn moeder vroeger weleens zei: ‘Jij doet de dingen met heel je hart.’
En ja, dat is nog steeds zo. Ik onderneem met heel mijn hart. Met veel liefde en aandacht.

De krentenbol zette me niet alleen aan het denken, maar inspireerde me ook tot het maken van deze foto.
Natuurlijk ben ik geen fotograaf, dus is er vast van alles op aan te merken, maar het is wel met veel liefde gemaakt!

Superpower

#Storytelling

Dit blog is gemaakt als antwoord op de vraag van ‘Kom maar op’.

Echte aandacht, waar vind je dat nog?

Net nadat ik de koffie van de medewerkster achter de bar heb aangepakt, tikt iemand me op de schouder. Ik draai me om, en naast me begint een collega-ondernemer meteen te praten.

“Ik geloof dat ik jou van Twitter ken! Mag ik je even complimenteren met je social media strategie?!” Ik kijk hem wat verbaasd aan, en zeg: “O ja, kennen we elkaar van Twitter? Sorry, maar ik herinner het me niet meteen. Hoe heet je?” Onhandig balancerend met mijn koffie steek ik mijn hand uit ter kennismaking.

Hij wuift nonchalant met zijn hand, en zegt zijn naam. Terwijl ik mijn hand weer terugtrek, zoek ik naarstig in mijn geheugen, maar zijn naam zegt me niets.

Ik reageer op zijn eerdere opmerking en zeg: “Dank je wel voor je compliment.” Hij zegt: “Weet je dat je ook op Klout kan kijken om te zien hoe effectief je bent op social media?”

“O ja? Eerlijk gezegd doe ik niet zoveel in de Cloud.”
Op dat moment voel ik dat zijn aandacht verslapt. Zelf ben ik in mijn hoofd nog aan het puzzelen hoe het toch kan dat zijn naam me niet bekend voorkomt. Dus vraag ik: “Wat doe je voor werk?”

“Ik opereer op het snijvlak van retail en social media.” Omdat ik hier niet meteen een beeld bij heb, vraag ik geïnteresseerd: “Wat houdt dit dan precies in?”

Uiteindelijk begrijp ik dat hij winkeliers adviseert over het gebruik van sociale media.

Van me wegkijkend vraagt hij: “En euh, wat doe jij?”
“Ik ben loopbaancoach.” Zijn antwoord komt meteen: “O ja, daar zijn er veel van.”

Meteen doet hij een stapje naar rechts, kijkt over zijn schouder naar een groepje ondernemers verderop en zegt: “O, ik zie daar iemand die ik zeker even wil spreken. Misschien spreek ik je straks nog.” En weg is hij.

Later op de dag kom ik erachter dat Klout iets anders is dan Cloud.